Maagd ontmoet duivel
Waarschuwing
Alleen voor 18+
Op de site staan genoeg verhalen voor onder de 18
Veel plezier
Na twee, min of meer, korte verhalen is dit een volwassen roman voor volwassenen.
De deelnemers aan dit verhaal beschrijven het zelf als volkomen krankzinnig, maar wel héél lekker en leuk.
Hoofdstuk 1
Als Bella negentien jaar is scheiden haar ouders. Haar vader heeft een andere vrouw, met wie hij naar Colombia verhuist. Haar moeder raakt in een diepe depressie, waardoor ze mantelzorger is. Zij wil dat Bella mede hoofdbewoner wordt. Na een half jaar aandringen doet Bella dit. Zij begrijpt het niet, tot haar moeder drie maande later zelfmoord pleegt en zij in het huis mag blijven wonen. Nu is ze haar moeder daar dankbaar voor. Ze is nu mantelzorger voor zichzelf. Ze ziet in de spiegel een hoopje verwaarloosde ellende. Wat ze niet ziet is haar schoonheid en mooie figuur. Het enige positieve in haar uiterlijk zijn haar borsten. Hier is ze, ondanks haar negatieve zelfbeeld, een beetje trots op. De dagen worstelt ze door met tv kijken tot ze zichzelf zover onder controle krijgt dat ze zich wil bezighouden met haar toekomst. Ze vraagt huur en zorg toeslag aan. Ze koopt een, gebruikte, laptop. Hierop houdt ze al haar uitgaven en inkomsten bij. Ze sluit een zo goedkoop mogelijk abonnement op tv en Internet af. Ze neemt elke week een bedrag op van haar rekening. Hiermee moet ze van zichzelf rondkomen. Ze koopt zo veel mogelijk aanbieding en producten met korting vanwege de uiterste verkoopdatum. Zo weet ze elke maand een bedrag van 150 euro te sparen.
Op een winterse dag wandelt ze in het Vondelpark. Ze ontmoet Lola een oud-collega kapster die nu freelance koerier is. Zij nodigt haar uit om samen, een ritje te maken voor het bedrijf waar ze voor werkt. Bella neemt de uitnodiging aan. Ze beredeneert dat het weer eens wat anders is dan een dag op de bank hangen, ze voelt aan dat dit niet de echte reden is.
Ze bezorgen, onder andere, op een aantal adressen in en om Amsterdam reclamemateriaal. Aan het eind van de middag is er nog een ritje naar Groningen om bloed en urinemonsters in een piepschuim doos weg te brengen. Het precieze tijdstip van vertrek is niet bekend, wanneer de monsters klaar zijn, moet ze die onmiddellijk wegbrengen.
Onderweg naar het ophaaladres kopen ze een broodje en gaan in de Weissenbruchstraat, staan wachten op het seintje om te vertrekken. Twee parkeerwachten komen naar ze toe lopen.
“We moeten u eigenlijk een bekeuring geven.”
“Waarom?”
“U staat hier langer dan tien minuten.”
Lola kijkt de man vriendelijk aan en legt uit waarom ze moet wachten.
“Als u twee meter naar voren rijdt mag u weer tien minuten staan.”
Tegen dit intellectuele geweld kan ze niet op zegt: ”Dat zal ik doen.”
Als de mannen weg zijn beginnen ze te lachen.
“Trek ze een uniform aan en het worden beesten.”
Lola, die aan yoga en een ontspanningsoefening doet, ziet aan Bella het aanwezige verdriet om het verlies van haar moeder en haar lage zelfvertrouwen. Ze besluit hier iets aan te doen; als Bella dat wil. Ze vertelt over de yoga en de oefening. Ongelovig hoort Bella haar vertellen. Het enthousiasme van Lola werkt wel aanstekelijk en ze spreken af om een keer samen naar die yoga te gaan.
Het koeriersbedrijf belt, ze krijgen te horen dat ze de monsters kunnen ophalen en naar Groningen brengen. Op de terugweg naar Amsterdam komen ze in extreem zware sneeuwval terecht. Alle aandacht en energie is nodig om überhaupt op de weg te blijven, zonder ongelukken.
De volgende dag is de afspraak met Lola. De yoga doet haar goed hoewel ze nu ontdekt hoe gespannen al haar spieren zijn. Ze krijgt van de instructrice ook een oefening mee die zij BOB noemt. Bella moet lachen om de manier waarop de instructrice de naam noemt. Ze vraagt: “Wat betekend dat.”
“Baas Over Brein.”
Ze lachen er samen om.
Bella krijgt een blaadje met instructies mee om thuis te oefenen.
Daar begint ze meteen te oefenen, tot het vijf uur is en het naargeestige winterdonker invalt. Ze beseft dat haar leven drastisch gaat veranderen. Er gaat, letterlijk, een wereld voor haar open. Ze is geestelijk steeds sterker en wanneer ze voor de spiegel staat is ze erg tevreden over wat ze ziet.
“Wie weet kom ik ooit iemand tegen die me wél mooi vind,” fluistert ze tegen zichzelf.
Dat dit gebeuren gaat en hoè dit is, zou ze zelf nooit kunnen bedenken.
Hoofdstuk 2
Door zijn bijna twee meter lengte en zware bouw is Max een reus te noemen. Amy, een van zijn twee schoonzuster, noemt hem soms liefkozend: “Mijn lieve beertje.”
Ze pest haar man Jim, wanneer ze dat nodig vindt, door te zeggen: “Ik ben met de verkeerde broer getrouwd.”
Voor het leven van Max is de beste omschrijving, onopvallend, het past in een pistachenotendop. Lagere school, middelbare school, hoger onderwijs, boekhouder. Max is een apart geval in de familie omdat hij op zijn vijfendertigste nog steeds vrijgezel is, terwijl zijn twee broers wel zijn getrouwd. De enkele keer dat hij een vriendin heeft, is dat voor korte duur. Op vragen hierover, van zijn schoonzusters Amy in het bijzonder, geeft hij altijd hetzelfde antwoord: “Te veel gedoe.”
De omgang met zijn broers is vanwege hun verschil in politieke opvattingen moeizaam. Amy beschrijft het als: “Tussen twee vuren lopen met in elke hand een emmer benzine.”
De broers van Max hebben een bedrijf in het maken van films en het organiseren van vakanties voor validen en mindervaliden. Ze hebben regelmatig gevraagd of hij mee wil doen met ze. Max ziet het niet zitten vanwege de emmers met benzine. Wat hij wel doet is de boekhouding.
Op een zonnige dag gaat Max naar de zaak van zijn broers om een paar boekhoudkundige zaken door te nemen. In de broodjeszaak, waar hij regelmatig komt, koopt hij twee broodjes ‘filet americain’, plus een sortering anderen om zijn broers en hun vrouwen te trakteren. Amy pakt, om Max te plagen, een van zijn favoriete broodjes. Waardoor het komt weet hij achteraf niet, maar hij is er kwaad om en loopt met de resterende broodjes de deur uit.
Amy, kijkt haar zwager, waar ze zo gek op is, na. Haar man Jim is er kwaad om.
“Heb je nou je zin.”
“Het was een grapje.”
“Hij was al niet zo vrolijk toen hij binnenkwam, dan kan je, voor één keer je beheersen.”
Amy, begint van spijt en verdriet om Max te huilen. Jim kan niet langer boos zijn.
“Kom eens hier ‘gekkie’, hij draait zo wel bij.”
Met een knuffel en een kus is het verdriet van Amy verdwenen. Dát heb ik goed gedaan, denkt Jim. Dat het verdriet van Amy stopt is niet veroorzaakt door het troosten van Jim. Ze ziet dat Max buiten op een bankje naast een knappe brunette, gaat zitten. Dit is erg ongewoon voor hem, waardoor ze blijft kijken. Het is steeds gekker, want hij praat met haar.
“Jim moet je kijken.”
“Wat is er nou weer?” moppert Jim die het druk heeft.
“Wat ben je toch een lomperik. Kijk naar Max, hij zit naast een vrouw en ze eten samen van zijn broodjes.”
“Fuck! Je hebt gelijk.”
Hoofdstuk 3 Bella
Door de nieuwe energie begint Bella weer aan werken te denken. Haar huisje dat haar altijd zo benauwt, is nu een veilige plek. Ze fantaseert dat dit haar hol is en de stad haar jachtgebied. Vrijwel dagelijks gaat ze op zoek naar kleine intieme plekjes en hofjes in de stad. Dit is, háár Amsterdam. Op een dag zit ze op een bankje in de voorjaarszon. Tegenover haar is een bedrijfspand met de naam: “Timmerman reizen en filmproducties”.
Wat een rare combinatie, denkt ze.
De deur van het pand gaat nogal agressief open. Die is wat je noemt pissig, denkt ze. De man loopt met een papierenzak in zijn hand haar kant op. Ze vindt hem, ondanks dat hij boos is, érg leuk. Hij gaat naast haar op het bankje zitten.
Wat ze nog nooit gedurfd heeft, doet ze nu wel.
“Ruzie gehad?”
De man kijkt haar aan en haalt adem om een bij zijn stemming passend antwoord te geven. Is het de uitstraling, haar mooie bruine ogen of het hele geval samen waarom hij dat niet doet, vraagt hij zich later af.
“En niet zo’n beetje ook.”
“Dat is jammer.”
“Waarom?”
“Het is een zinloze verspilling van energie.”
“Je klinkt als een wijze uit het oosten.”
“Dat is raar, want ik woon in Amsterdam zuid. Kijk eens aan, een glimlach, dat ziet er beter uit.”
“Wil je een broodje, ik heb veel te veel van die dingen.”
“Ging daar die ruzie over?”
De vraag verwondert hem, omdat het inderdaad zo is.
“Dat heb je goed geraden. Wat voor broodje wil je.”
“Wat heb je?”
“Zoek maar uit, als je maar van mijn broodje ‘filet americain’ afblijft.”
“Is dat deze?”
“Hé! Afblijven.”
“Te laat.”
“Ik had er twee, nu heb ik er geen èèn meer.”
“Wat gemeen, hebben ze binnen ook een van je broodjes gejat. Ik zie aan je gezicht van ja. Daar maak je toch geen ruzie over.”
“Wel als een van mijn zwagerinnen het doet.”
“Leuke naam voor je schoonzusters.”
“Heb ik zelf bedacht.”
“Zo, zo, dat is wel erg creatief. Werk jij bij dat bedrijf?”
“God bewaar me, ik doe alleen de boekhouding.”
“Vreemde combinatie.”
“Wat?”
“Reizen en filmproducties.”
“O dat, ze maken op locatie films en daarna verhuren ze die plekken aan vakantiegangers.”
“Spannend, wat voor films?”
“Eh…. Eh…. Videoclips en reclame.”
“Ja, ja.”
“Wat bedoel je daarmee?”
“Je aarzeling is te lang, ze maken daar dan ook iets wat je niet wil vertellen.”
“Touche.”
“Zoeken ze nog personeel?”
“Ze zoeken een receptioniste.”
“Voor wat?”
“Voor het reisgedeelte. Heb je een rijbewijs?”
“Over een maand, als het nodig is.”
“Hoe is je Frans?”
“Triest mavoniveau.”
“Zat. Heb je interesse?”
“Jazeker.”
“Zullen we dan naar binnen gaan?”
“Prima, kan jij je excuses aanbieden voor het kinderachtige gezeur over dat broodje.”
“Ja, hallo! Zo kan het wel weer.”
Ze is aangenomen als receptioniste en slaat Max niet aan de haak, maar aan de kokosnoten in haar bloesje, volgens Amy.
Bella verfijnt en versimpelt BOB. Ze luistert aandachtig naar de verhalen van de broers en hun vrouwen, waarin steeds weer naar voren komt, hoe moeilijk het is om met de acteurs samen te werken. Jaloezie en roddel zorgen telkens weer voor onderlinge strijd en die moet eerst beslecht zijn, voor ze verder kunnen filmen. Ze praat erover met Max die de mogelijkheden van de techniek ziet. Bella biedt daarom aan om iets aan die strijd te doen. De broers en hun vrouwen zijn direct geïnteresseerd, wat resulteert in een eerste training bij een van hen thuis. Hierna volgen de vaste kern acteurs en verdere medewerkers van het bedrijf. De resultaten zijn geweldig. De jaloezie verdwijnt en de samenwerking tussen de broers en de acteurs verloopt prima. Wat een bijkomend effect is dat de broers onderling veel beter met elkaar overweg kunnen. In de metafoor van Puck over lopen met emmers tussen twee vuren, is de benzine veranderd in water.
Zij doen de screening van nieuwe of eenmalige actrices en acteurs voor de pornofilms. Dit is een moeilijke klus, want wat er aangeboden is zijn alle denkbare variaties, meisjes die hun studieschuld willen afbetalen, drugsverslaafden, pooiers, dominante mannen die hun vrouw dwingen, loverboys die kinderen aanbieden, mannen die denken dat het een pleziertje is. Soms schakelen ze de politie of de kinderbescherming in. Degene die overblijven, krijgen de training en als ze dan nog willen, mogen ze meedoen. Uiteraard speelt hun uiterlijk ook een rol.
Tijdens de opnamen gebruiken ze pruiken en gekleurde contactlenzen, om herkenning tijdens het uitbrengen van de film en voor de toekomst van de spelers zo klein mogelijk te maken. Voor mensen die door dit werk uit de schulden willen komen is er een regeling. Het grootste deel van het salaris betalen de broers rechtstreeks, aan de schuldeisers. Dit heeft het voordeel dat de schulden, door de scherpe onderhandelingen van Max, veel minder zijn. Door de training zijn ze ook beter in staat om met geld om te gaan, waardoor ze niet opnieuw in de problemen komen. Voor de vaste kern medewerkers is het gewoon werk.
Hoofdstuk 4
Nina, een meisje van eenentwintig jaar, zit op haar kamertje in Zwolle te wachten op haar vriendin Zoë voor een vakantie, die net zolang gaat duren als hun kleine budget het toelaat. Om in Frankrijk meer plezier te hebben zijn ze met zijn drieën op een stoomcursus Franse les gegaan.
Dat ze op vakantie gaat is een wonder voor haar, want voor ze op zichzelf woonde, was daar letterlijk geen sprake van. Haar vader is dominee en tiran, die haar een harnas tegen elke vorm van vreugde en liefde aan heeft gedaan. Het is hem oppervlakkig gelukt, diep verborgen in haar woedt een verlangen naar alles wat hij verboden heeft. Haar hormonen heeft ze, met een onmenselijke inspanning, diep vanbinnen in een glazen kastje gedaan zodat elke vorm van seksualiteit haar niet kan beïnvloeden.
Vakanties zijn duivelse genoegens en naar Frankrijk gaan helemaal. Lage lusten en frivoliteiten zijn daar heel gewoon. Volgens haar vader woont daar de duivel. Wanneer hij dat zegt denkt Nina, de duivel ben je zelf. Doortje, de moeder van Nina is een bange muis, die uit een angst die Nina niet begrijpt, bij haar vader blijft. Wat Nina op dat moment niet kan vermoeden is, dat ze die duivel in eigen persoon op de eerste dag van haar vakantie al tegenkomt en hem héél leuk vindt. Als haar vader hem kent, zal hij hem Beëlzebub in kwadraat noemen, niettemin blijkt het een uitstekende minnaar.
Op de televisie in haar kamertje ziet ze de frivoliteiten waar haar vader zo tegen is. Ze absorbeert, als een rol toiletpapier in een plasje water, alle woorden, uitdrukkingen en beelden in haar hersens. Om hier ‘iets’ mee te doen, is ze nog niet aan toe. Ze voelt instinctief aan dat ze hier veel te gefrustreerd voor is. Ze heeft haar vwo afgemaakt en weet nog niet welke studie ze wil gaan volgen. Ze heeft zich voorgenomen, eerst een jaar niets te studeren, alleen te leren leven en werken.
De twee vriendinnen zijn qua uiterlijk en levenshouding, elkaars tegenpolen. Zoë noemt Nina, vanwege haar slanke maar gespierde body, haar lengte van 1meter 48, haar lange blonde haar dat bijna tot op haar billen komt en waar een zweem van rood doorheen lijkt gevlochten, plagend Barbie. Zoë daarentegen is 1,80 lang en heeft lang donkerbruin haar. Haar opvoeding is, net als haar uiterlijk, het tegenovergestelde aan dat van Nina.
Omdat Zoë en Nina elkaars levenshouding en opvattingen respecteren, kunnen ze toch vriendinnen blijven. Zoë weet van de innerlijke krachten en verlangens naar een ‘normaal’ leven die Nina heeft, het is een kwestie van tijd voor ze naar de oppervlakte komen, dat deze vakantie daarbij zal helpen is ze vast van overtuigd, de intensiteit en snelheid waarmee dat gaat gebeuren vindt ze achteraf, zo hélémaal passen bij Nina. De enige overeenkomst tussen de twee vrouwen is hun slankheid en gespierdheid. Hun figuur hebben ze voor een groot deel te danken aan hun gezamenlijke hobby, zwemmen.
Zoë is klaar met school en gaat na de zomer werk zoeken. Bruno, de vriend van Zoë, heeft zijn opleiding tot architect afgerond en heeft voor oktober een stageplaats geregeld, een vast tijdstip om terug te gaan naar Nederland hebben ze dus niet.
Zoë heeft geprobeerd om Nina seksueel voor te lichten, iets wat maar voor een heel klein gedeelte gelukt is. Ze heeft Nina voor alle zekerheid wel aan de pil gekregen, want je weet maar nooit wie ze tegenkomt in Frankrijk, denkt ze. Het smoesje dat ze gebruikt heeft is, dat ze zo haar ongesteldheid kan reguleren voor de vakantie.
“Met een lap of een bungelend touwtje tussen je benen op het strand is maar niks.”
Ze hebben er samen smakelijk om gelachen. Tijdens de vakantie is ze blij dat ze Nina zover heeft gekregen om de pil te nemen.
Een beetje overdreven toeterend, stopt die vrijdagavond in begin juli, Bruno en Zoë bij haar voor de deur. Opgewonden pakt Nina de spullen die ze nog niet bij Zoë heeft afgegeven op en gaat de trap af om voor de eerste keer in haar leven op vakantie te gaan en nog wel naar Frankrijk, een land waar haar moeder voor haar trouwen met de dominee vaker is geweest en verliefd op is geworden.
Het tijdstip is gekozen om de grootste hitte en drukte te ontlopen. Omdat ze alle drie een rijbewijs hebben, kunnen ze om beurten rijden en rusten. Nina’s moeder kan haar niet uitzwaaien, want ze heeft huisarrest weet ze. Voor Nina voelt het of ze haar moeder Doortje, in de steek laat.
Doortje heeft geprobeerd om Nina te overtuigen dat dit niet zo is, het is haar gedeeltelijk gelukt. Zodra ze Apeldoorn voorbij zijn, is Nina gestopt met huilen om het gemis van haar moeder en is het grote verbazen over alles om haar heen begonnen. De muziek gaat keihard aan en zingend rijden ze richting Frankrijk.
Bruno neemt het grootste deel van het rijden voor zijn rekening. De emoties van het vertrek en de vele indrukken onderweg, zijn Nina te veel, bij Luik valt ze op de achterbank in slaap. Bruno en zijn vriendin Zoë zien het en vinden het een vertederend gezicht. De haren van Nina bewegen zachtjes door de wind, die door een kier in het raam naar binnen komt. Haar fijne, bijna kinderlijke gezicht, verraad de emoties van de afgelopen avond. Tegelijkertijd is er een nauwelijks zichtbare glimlach om haar lippen over het genieten dat ze tot nu toe heeft gedaan.
Vlak voor Luxemburg is Nina weer wakker. Ze stoppen om te tanken en nemen iets te eten en te drinken. De meisjes wisselen van plaats en ze spreken af dat Bruno gaat ruilen als hij moe is. Zoë valt direct in slaap. Nina voorziet Bruno van drinken en snoepjes. Af en toe streelt ze zijn nek om die te ontspannen. Zoë is wakker en ziet het. Hoewel ze denkt dat het volkomen onschuldig is, kan ze toch een hevig gevoel van jaloezie niet onderdrukken. In de mate van onschuld vergist Zoë zich. De hormonen van Nina, zijn vóór de reis nog opgesloten in een glazen kastje. De aanwezigheid van Bruno zorgt voor een paar kleine barsten in het glas waardoor er een lek ontstaat die ervoor zorgt dat ze nu ‘anders’ naar Bruno kijkt en hem wil aanraken.
Voorbij Lyon wisselen Bruno en Zoë van plaats. De volgende morgen om acht uur zijn ze, vlak bij Marseille, bij de eerste camping. Complet zegt het bord, bij navraag blijkt er een lijst van liefhebbers te zijn die staan te wachten op een plaats. Om twaalf uur hebben ze vijf campings bezocht met steeds hetzelfde verhaal. De hitte, de vermoeidheid van de nachtelijke rit en het niet kunnen vinden van een camping maakt ze humeurig. De vakantie, die met zoveel optimisme begon, is daardoor rijp voor een drama. Nina oppert het idee om wat meer landinwaarts, bij een meertje of een rivier, naar een camping te gaan zoeken. Het is haar eerste keer, dus zij vindt alles prachtig. Zoë voelt hier niets voor, ze wil absoluut naar het strand. Bruno zit hier tussenin en vindt ze op dat moment alle twee om door een gehaktmolen te halen.
In Saint Cyr sur Mere heeft Bruno de verkeerde afslag genomen, waardoor ze al kibbelend over een smalle weg, die nergens naar toe lijkt te gaan, rijden. Sinds ze het dorp hebben verlaten rijden ze ongeveer vijf kilometer zonder een levende ziel of huis te zien. Voor hen uit is een bos, achter ze een kale vlakte waar de zon genadeloos met vrijwel alle opkomende vegetatie afrekent. Zoë kijkt op de kaart en ziet dat de volgende bewoning ook minstens zo ver weg is.
“Bruno, we moeten keren want zo komen we nooit bij de kust.”
“Oké, zodra ik een plaats zie om dat te doen.”
Hoofdstuk 5
De werkzaamheden van de broers en hun vrouwen spelen zich, in de zomer, voor een groot deel af in Frankrijk. Max en Bella hebben een vervallen villa gekocht aan de Cote D’Azur. Deze ligt op een afgelegen plek aan de rand van een bos, op vijf kilometer van het dichtstbijzijnde dorp. De vraagprijs van de villa is laag omdat er, langs de weg ernaast, geen drinkwaterleiding loopt. Elektra en een telefoonlijn zijn er wel. Een van de karakteristieke houten palen waar de kabels aan bevestigd zijn staat vlak bij hun plekje. Max is ervan overtuigd dat er water moet zijn, anders is het huis daar nooit gebouwd. Vóór ze het kochten heeft Max, na zorgvuldig onderzoek, onder de struiken op het terrein een waterput gevonden, waar een bron in uitkomt. Via een overstort loopt het overtollige water door naar een ondergronds beekje waar de bron oorspronkelijk heenloopt. Koel, schoon water is er dus altijd beschikbaar. De villa is, helaas, niet meer te herstellen en is gesloopt. Op de oude fundering is een nieuwe gebouwd.
Jim en zijn vrouw Amy, bezitten een huis op een klif met een eigen strandje. Jack en zijn vrouw Demi huren, voor een symbolisch bedrag, een groot kasteel in de buurt. In ruil hiervoor onderhouden zij het landgoed en het kasteel.
Hoofdstuk 6
De ouders van Loes hebben, aan de westelijke rand van de Morvan, een huis in Frankrijk gekocht. De toen achttienjarige Loes verhuist niet mee naar Frankrijk. Zij blijft in het Amsterdamse appartement van haar ouders wonen. Haar ouders hebben een oude schuur bij het huis omgebouwd tot een luxe vakantiehuis, die ze verhuren. In de winter verblijven ze, af en toe, een paar weken in Amsterdam. Loes verblijft tijdens de schoolvakantie in Frankrijk. Wanneer haar opleiding op de hotelschool is afgelopen solliciteert ze bij de broers.
Vanaf het eerste moment dat ze elkaar ontmoeten is er een bijzondere connectie tussen Max en Loes. Max noemt haar, liefkozend, de mooiste vuurtoren ter wereld, waardoor hij een speciaal plekje in haar vrolijke en eigenwijze geest heeft, om van de erotische aantrekkingskracht nog maar te zwijgen. De reden voor deze bijnaam komt door haar uiterlijk. Ze is knap, 182 centimeter lang, slank bij het spieterige af en heeft, bijna lichtgevend, rood haar.
Wanneer Loes tweeëntwintig jaar is komen haar ouders om bij een verkeersongeval. Even denkt Loes erover om alles te verkopen tot Bella en Max haar een andere mogelijkheid aanbieden. Kom in de winter bij ons op kantoor werken en in de zomer verhuur je de gite. In het voor en naseizoen kunnen daar onze speciale klanten verblijven. Amy regelt dat voor je.
Na een korte aarzeling ziet Loes de voordelen, waaronder het in stand houden van de erfenis van haar ouders. De knuffel die Loes uitdeelt over het idee van Max en Bella is veel intenser dan een gewone bedank knuffel. Het brengt hun relatie op een ander niveau die de volgende zomer nog véél verder groeit. Die zomer gaan Bella en Max naar hun zomerverblijf. Op de reis daarnaartoe verblijven ze eerst een week bij Loes in haar gite. De zomer die hier begint is, op een prettige manier, volkomen gestoord. De deelnemers praten er generaties later nog over.
De gite van Loes ligt buiten een dorp. De omheinde en enorme tuin biedt alle gelegenheid tot naakt recreëren, waarvan Bella en Max ruimschoots gebruik van gaan maken. Onder een enorme eikenboom staat een tafel met aan de ene kant een bank en aan de andere kant stoelen.
Bij de aankomst in de gite zijn ze door Loes verwelkomd. De kus die Max krijgt is intenser en duidelijk langer dan een gewone welkom kus. Bella ziet het en denkt, dit kan een leuk weekje worden. Loes heeft een diner voor ze gekookt. Ze bespreken daarbij de laatste nieuwtjes. Loes beloofd om de volgende morgen brood voor het ontbijt te brengen. Tijdens het bezorgen hiervan nodigt Bella Loes uit voor een kopje koffie. “Geef een seintje wanneer je komt dan trekken we wat aan, want we gaan na het eten in onze blootje zonnen.”
“Dat is niet nodig. Ik ben niet verlegen uitgevallen.”
Tijdens het teruglopen, begint Loes aan de woorden van Bella over het bloot zonnen te denken. De gedachte Bella en Max naakt te zien windt haar op. Ze begint te fantaseren over wat er zou kúnnen gebeuren. Om daar naakt naar toe te gaan is wel erg, kijk mij eens bloot en geil zijn, ik maak er een geintje van denkt ze.
Na enig nadenken over welke grap ze zou kunnen uithalen schiet de doos met kleren, uit de jaren 20, die ze op zolder heeft zien staan, in haar gedachten. Om de zwarte jurk zit een gehaakt kleedje die als een klein schortje op buikhoogte van de draagster hangt. Een gehaakte tiara houdt het hoofdhaar op zijn plaats. Ze gaat naar de zolder om de doos te pakken. Na enig pulken heeft ze het schortje los van de jurk gehaald. Ze kleed zich helemaal uit en voor de spiegel spant ze het schortje voor haar buik. Het bedekt, net aan, haar doos. De tiara verlengt ze met een touwtje zodat hij over haar borsten past. Ze staat weer voor de spiegel en heeft moeite om niet in lachen uit te barsten. Top, tietjes en doos bijna zichtbaar, constateert ze.
Loes loopt, uit het zicht achter de grote eik, met een zelfgebakken appeltaart naar Bella en Max. Wanneer ze vlakbij ze is komt ze tevoorschijn en roept: ”Mevrouw en meneer uw appeltaart.”
Bella en Max zien haar. Wat er volgt is een feest van lachen, kijken naar elkaar en weer lachen. Met veel moeite heeft Loes de appeltaart, in zijn geheel, op de tafel gekregen. Slap van het lachen is ze op de bank bij de tafel gaan zitten. Bij alle drie rollen de tranen, over hun wangen.
Bella is de eerste die weer iets kan zeggen.
“Je bent behoorlijk ‘overdressed’ Loes.”
“Sorry, ik wil Max niet verlegen maken.”
“Daar heb je een punt.”
“Ik doe mijn ogen wel dicht,” oppert Max
“Dan zal ik mij gepast gaan kleden.”
In tien tellen is ze naakt.
“Je mag je ogen opendoen Max.”
Tijdens het nuttigen van de verwennerijen bekijken ze elkaar bewonderend, zonder valse schaamte.
“Jij hebt helemaal geen haar op je doos Bella, dat wil ik ook.”
“Jij hebt schattige roze haartjes, dat is ook heel sexy.”
Door deze opmerking van Max is de opwinding en het verlangen naar bevrediging van Loes nog veel sterker.
“Dank je voor het compliment Max, maar ik wil ze er toch vanaf.”
“Max doet het bij mij, als je dat wil kan hij het ook bij jou doen,” biedt Bella aan.
“Prima.”
Max dirigeert Loes voor zich op de tafel. Ze plaatst haar voeten naast hem op de bank. Zo heeft hij een vrij uitzicht op haar doos.
“Je hebt een prachtige perzik met fijne haartjes erop, zie ik.”
Met de uiterste voorzichtigheid en veel plezier scheert Max de doos van Loes. Ze kijkt toe hoe deze grote man haar doos met zoveel toewijding behandelt. Haar opwinding wordt hier bijna ondragelijk van. Max ziet het aan haar gezwollen lippen en de glinsterende nectar. Bella ziet het ook en besluit dat het tijd is voor een bevrediging. Na het scheren vraagt ze: ”Wil je de hele behandeling Loes? ”
“Natúúrlijk! Wat is dat?”
“Max verzacht na het scheren mijn doos altijd met zijn speeksel.”
Een siddering gaat door het lichaam van Loes.
“Ik wil alles.”
Max begint haar onderbuik te likken voor hij naar haar doos gaat. Het lachen wat ze hebben gedaan tijdens het scheren is overgegaan in serieus genieten. Loes probeert nog even te doen of het gewoon bij het scheren hoort. Dit stopt als ze zijn tong teder over haar lippen voelt gaan.
“O, wat goddelijk lekker. Niet stoppen, nooit stoppen.” weet ze met moeite uit te brengen.
Max gaat nu helemaal los en binnen een minuut krijgt Loes het orgasme van haar leven.
“Dat was onvoorstelbaar lekker Max, bedankt.”
“Jij bedankt voor je heerlijke nectar.”
Ze drinken hun tweede kop koffie. Loes raakt door de geachte aan wat ze met de paal van Max wil doen weer opgewonden.
“Max, waarom ben jij niet geschoren?”
Bella valt haar direct bij.
“Ja Max, het is tijd dat wij dat gaan doen.”
Loes merkt op: ” De drie b’s billen, ballen en buik.”
Ook bij Max is er veel gelachen tijdens het scheren.
“Zo lijkt hij nog veel groter. Ik ben er een beetje bang van.”
“Geen zorgen Loes hij zal je niet bijten.”
“Jij hebt makkelijk praten Bella, jij bent aan dat monster gewend.”
“Ik zal toch proberen om mijn speeksel behandeling uit te voeren.”
Haar speeksel mengt zich met de sappen van Max.
“Je bent een engel Loes.”
Hierna verwennen Max en Loes, Bella. Na het uithijgen zegt Bella: “Zo de kop is eraf. Het orale is zalig maar straks wil ik stevig op zijn hondjes geneukt worden.”
“En paardjerijden op een stoel, op zijn rug liggend, ouderwets, staand en nog veel meer,” valt Loes Bella bij.
“Moet dat allemaal vandaag Loes,” vraagt Max spottend.
“Kan je dat niet. Watje!”
Twee dagen later is de seksuele orkaan verandert in een verkoelend briesje op een bloedhete dag. Max is begonnen aan zijn nieuwe hobby, verhalen schrijven.
Het verhaal dat hij op de eerste dag van deze week heeft afgerond wil hij laten beoordelen. Over zijn volgende verhaal heeft hij een idee, maar een begin kan hij niet vinden.
“Loes, ik heb een verhaal geschreven, wil je het samen met Bella horen?”
“Ja Loes, wil jij ook zijn verhaal horen. Ben ik niet de enige die moet afzien.”
“Laat Bella maar zeuren. Daar komt hij dan, het heet.”
“Wat is dat nu weer voor woord Max, zoiets noem je een titel.”
“Jezus, nog aan toe Loes, houd ik dit.”
“Dat is toch je bedoeling?”
“Daar heb je gelijk in. De titel is: ‘Boodschappen doen, een verhaal met een knipoog.’
Wat nou!”
“Niks.”
“Ik zie het aan je gezicht dat er iets is Loes.”
“Verhalen hebben geen ogen, laat stáán knipogen.”
“Snap je wat de titel wil zeggen?”
“Natúúrlijk.”
“Nou dan, taal is bedoeld voor communicatie en letterneukers moeten daar niet over zeuren.”
“Ik wist niet dat je kwaad werd.”
“Ik ben niet boos, maar wel héél erg diep gekwetst.”
“Kunnen jullie stoppen met dat gezever, zo kom ik er nooit vanaf.”
“Ik zal dat later aanpassen.”
De laatste 50.000 jaar is er op sommige gebieden, nauwelijks iets veranderd in de verhoudingen tussen vrouwen en mannen. Een voorbeeld daarvan is het boodschappen doen. Om dit te kunnen aantonen moet ik eerst de soorten boodschappen specificeren.
1 De boodschappen om het boodschappen doen.
Na een halve dag winkels in en uit lope0n, kom je met niets thuis.
2 De nuttige boodschappen.
Etenswaren.
Kleding en schoeisel.
Was en reinigingsmiddelen.
3 Technische boodschappen.
Computer
Gereedschap
4 Kapitale boodschappen.
Bankstel
Bed
Eethoek
Auto
Categorie 1 is typisch voor vrouwen.
Nummer 3 is voor mannen.
In de overige zitten raakvlakken voor beide seksen. Voorbeeld nummer 2 chocolade, bier.
Vrouwen hebben een hekel aan de mannenboodschappen, maar ze gaan toch altijd mee. Dat heeft een héél speciale reden. Ze doen dit om hun man te kunnen chanteren met hún boodschappen doen.
Voorbeeld: zaterdag, eindelijk een vrije dag.
“Ga je mee de stad in Klaas?”
“Waarom?”
“Even winkelen.”
“Wat wil je kopen?”
“Niets, zomaar.”
“Waarom wil je dan de stad in?”
“Wat heb ik nou verdomme gezegd.”
“Ik snap het niet, waarom moet je nou gaan winkelen als je toch niets wil kopen.”
“Voel jij je aangesproken Bella?”
“Echt niet.”
“Leugenaars. Mag ik weer?”
“Phoe, ga je gang.”
Ze weet nu dat ze verloren heeft. Dit is het moment om een van haar wapens in stelling te brengen. Ze is hier erg zuinig op, maar nu móét het, want ze weet dat hij in een dwarse bui is.”
“Kijk, nou komen we ergens, meneer is in een dwarse bui, dat herken ik dan weer wel héél goed.”
“Het is geen serieus verhaal.”
“Dat vind jij.”
“Dat vind ik, ja. Daar gaan we weer.”
“Ik ben vorige week nog met je naar die kutcomputer wezen kijken. Heb ik toen gezeurd tegen je?”
“Dat niet, maar het doorlopend op je horloge kijken, was wel een hint.”
Ze begint nu verongelijkt te kijken en hij weet dat hij verloren is.
“Oké dan, maar niet te lang.”
“Je bent een engel.”
Ze haalt opgelucht adem, ze hoeft haar andere wapens niet te gebruiken. Deze wapens zijn, dan gaan we na het boodschappen doen wat lekkers eten en ik wil ook nog even langs die lingeriewinkel.
U begrijpt wel wat ze daarmee bedoelt, neem ik aan.
Tot zover de uitleg over de verschillende soorten boodschappen en hoe de beide seksen hiermee omgaan. Hoe lang dit verschil tussen de seksen al bestaat, ga ik u nu vertellen.
Tijdstip:
50.000 jaar vóór de geboorte van Jezus. Die overigens een superhekel had aan boodschappen doen. Hoe ik dat weet? Even uw geheugen opfrissen.
In de tempel zaten allemaal kooplui weet u nog? Jezus gooide alle kramen omver en riep: “Dit is een huis van god en geen winkelcentrum.”
“Dat ga jij toch niet doen hoop ik.”
“Ben ik Jezus dan?”
“Soms doe je wel alsof.”
“Dank je Loes.”
Plaats: Een grot ergens in Frankrijk.
Meespelende: Jim, Max, Jack
Beroep, man en jager
Amy, Demi, Bella
Beroep, vrouw en verzamelaarster
Tijd van het jaar: Herfst.
“Die namen moet je aanpassen, want ik wil niet dat je mijn familie en vrienden door het slijk haalt.”
“Dat doe ik.
Na een barre tocht vinden onze hoofdrolspelers een grot die aan hun eisen voldoet. Omdat ze zelf geen vuur kunnen maken hebben ze een zorgvuldig ingepakt stuk gloeiend hout en een tondel meegenomen. Hiermee steken ze een vuur aan, dat ze niet veel verwarmt, omdat er een gure wind de grot in blaast. Onder een deken van dennentakken brengen ze de nacht door.”
“Dennentakken! Die prikken als de hel.”
“Varens dan.”
“Veel beter.”
“De volgende morgen zitten Amy, Demi en Bella huiverend in hun berenvel bij elkaar. De mannen hebben het ook koud, maar dat laten ze niet blijken.
‘Wat een rotweer,’ moppert Bella.
‘Zullen we dingen gaan zoeken’ stelt Amy voor aan Demi en Bella.
‘Goed idee,’ beaamt Bella, ‘met die kerels hier valt toch niets te beleven.’
‘Zeg dat wel. Jagen, jagen, jagen is het enige waar ze aan denken.’
‘Moet je ze zien, ze zijn de rotstekeningen van de vorige bewoners aan het bestuderen,’ schimpt Amy.
De mannen kijken opeens héél geïnteresseerd naar de muur ze weten dat die dingen zoeken de hele dag gaat duren en dat ze eigenlijk mee moeten.
‘Gaan jullie nog jagen vandaag?’ vraagt Demi uitdagend, want ze weet dat er nog genoeg vlees is, dus de mannen kunnen mee dingen zoeken.
‘Vandaag niet, we hebben nog genoeg lesjes. We moeten wel de dieren nog bestuderen voor de volgende jacht, voegt hij er razendsnel aan toe. Anders waren we wel meegegaan.’
Demi, Bella en Amy kijken elkaar aan.
‘Stelletje eikels,’ stelt Bella vast, ‘kom meiden we gaan. Kusje mannen, tot straks’
“Héél herkenbaar.”
“Een beetje zelfspot mag er wel in, dacht ik.
‘Phoe. Dat scheelde niet veel.’
‘Daar hebben we vandaag geen last meer van.’
Jack wijst naar een tekening op de rotswand.
‘Dit model dier lijkt me wel wat.’
‘Afgesproken, daar gaan we morgen op jagen.’
Bij het naar buiten gaan voelen de meiden hoeveel wind er echt staat. Eigenlijk willen alle drie weer teruggaan de grot in, maar dat zou prestigeverlies zijn.
‘Waar gaan we eerst heen Amy?’
‘Naar het veld met de drie eiken dat we gisteren gezien hebben.’
Met hun mand in hun ene en een graafstok in de andere hand gaan ze op pad.
Max is een moderne man. Hij begrijpt zijn vrouw een beetje, denkt hij. Daarom stelt hij voor om de grot comfortabeler te maken. Met stapels stenen, takken en dierenhuiden, maken ze de grot windicht. Op de vloer verspreiden ze dood gras en andere planten. Max bekijkt hun werk tevreden: ‘Dat zullen de meiden wel lekker vinden.’
“Nu gaat hij nog kapsones krijgen ook, Loes.”
“Laat hem in die waan.”
“Het is maar een verhaaltje, zeurpieten.
‘He kijk, een slangenvel. Altijd handig.’
‘Waarvoor?’ vraagt Demi aarzelend aan Amy.
‘Eeeeh, je kunt hem om de pookstok doen.’
‘Wat slim van je, ik wil er ook een.’
‘Dan zoeken we er ook een voor jou.’
De hele dag zijn ze bezig en ze vinden ook een slangenvel voor Demi. Bella vindt tijdens het zoeken ook een bijzondere steen.
‘Moet je kijken, ik heb een glinstersteen gevonden.’
De steen is een stuk Pyriet, maar dat weten ze natuurlijk niet.
Opgewonden en een beetje jaloers bekijken de andere vrouwen de steen.
‘Weet je wat, thuis splijten we hem in drieën dan hebben we allemaal een stuk.’
Met een mandje zwarte bessen, slangenvellen en hun steen komen ze bij de grot aan, waar de mannen liggen te snurken.
‘Meiden kijk nou, ze hebben de grot dicht gemaakt, wat geweldig. Dat is vast een idee van Max.’
Voor de tweede keer die dag, zijn Amy en Demi jaloers op Bella.
“Krijg ik toch nog een veer in mijn kont gestoken.”
“Lief hé.”
‘Ze stappen de grot binnen waar het hooi en de andere planten heerlijk aan hun voeten voelt.
Bella is zo zeker van haar zaak dat ze tegen Max zegt: ‘O, Max wat een geweldig idee.’
‘We hebben het met zijn drieën gedaan,’ sust Max een opkomende ruzie.
Met de opmerking: ‘Moet je kijken wat we gevonden hebben,’ doet Amy een desperate poging om Jim iets leuks tegen haar te laten zeggen.
‘Een slangenvel, wat moet je dáár nou mee,’ moppert Jim.
‘Nou, om de pookstok doen.’
‘Je gebruikt dat ding één keer en dan slingert hij in een hoek van de grot.’
Ze weet dat hij gelijk heeft, maar dat kan haar niets schelen.
“Moet ik die kutcomputer van je in de put gooien.”
“Sst, Bella, het is juist spannend.”
‘Hoe vind je mijn glinstersteen Max?’
‘Héél mooi Bella.’
‘Waar is het voor, vraagt hij voorzichtig?’
‘Nergens voor, hij is gewoon mooi.’
‘Dat is leuk.’
Een waarschuwende blik van Max zorgt ervoor dat Jim en Jack niet in lachen uit hun berenvel barsten.
‘En hebben jullie al uitgezocht waar jullie morgen gaan jagen’ informeert Bella.
‘Bij de rivier op dit dier.’
‘Lijkt me lekker.’
Die avond is Max uitgebreid beloond door Bella vanwege zijn belangstelling voor haar steen en het dichtmaken van de grot. Jack en Jim zijn een beetje jaloers op hun moderne vriend. In de nacht voltrekt zich een drama in de grot, het vuur gaat uit.
De volgende morgen breekt er een goed georganiseerde en gecontroleerde paniek uit. Tegenwoordig heet dit crisismanagement. De hoeveelheid voedsel is gerantsoeneerd omdat ze niet weten hoe lang het gaat duren voor ze weer vuur hebben gevonden. Bella pakt uit verveling en frustratie haar mooie steen en een stuk steen uit de grot om hem in drieën te splijten. Met een krachtige klap raken de twee stenen elkaar. Het effect is letterlijk wereldschokkend, er spatten grote vonken uit de glinstersteen. Een van die vonken laat een stukje hooi even gloeien. Verbaasd kijken ze ernaar. Amy roept uit: ‘Jezus, Maria en Josef!’
Door deze kreet is aangetoond dat vrouwen uit een parallel universum komen. Max pakt een stuk tondel en vraagt aan Bella om het daar boven weer te doen. Het tondel staat na drie keer proberen in brand. Van vreugde dansen ze om het vuur heen, wat een rage over de hele wereld wordt.
De volgende morgen pakken Max, Jim en Jack hun jachtspullen en gaan op pad. Zonder aarzelen lopen ze naar de rivier en bekijken het wild waar ze op willen jagen.
‘Dat is een goed exemplaar,’ wijst Jim naar een zwarte Moeflon.
‘Nee, die bruine is mooier en hij heeft ook grotere hoorns.’
Ze kibbelden een tijdje en de keus valt op een lichtbruine Moeflon met grote hoorns en héle brede voeten. Ze doden de Moeflon en gaan rechtstreeks huiswaarts.
“Is dat een metafoor voor mannen die na hun werk rechtstreeks naar huis gaan?”
“Yep.”
De vrouwen zijn die morgen op pad gegaan om een trouwcadeau uit te zoeken voor Laila van de naburige stam. Ze lopen in de rivierbedding op zoek naar een maalsteen en een holle steen om in te malen. Dat cadeau hebben ze uit de stapel bladeren gehaald die de symbolen zijn voor de dingen die Laila vraagt.
‘Moet je kijken’ roept Amy enthousiast, ‘wat een mooie.’
‘Hij is wel mooi, maar we gaan ook nog even bij de andere rivieren kijken,’ beslist Bella.
Amy schaamt zich een beetje voor haar enthousiasme bij de eerste de beste steen die ze ziet.
‘Natuurlijk gaan we verder kijken,’ verontschuldigt ze zich.
Na vier rivieren afgezocht te hebben komen ze tot de conclusie dat de eerste steen die Amy gezien heeft toch de mooiste is.
‘We hebben ons best gedaan,’ concludeert Demi, ‘kom op naar de eerste die Amy heeft gezien.’
Volkomen gelukkig lopen ze met hun verzameling terug naar de grot. Even later arriveren de mannen met hun Moeflon. Het is een gezellige schranspartij.
Wat vinden jullie ervan?”
“Ik zou het niet door de familie laten lezen.”
“Zij zien de flauwekul er wel van in.”
“Ik help je het hopen.”
“Max, ik vind het wél grappig.”
“Dank je Loes, je bent een engel.”
Hoofdstuk 7
De volgende dag zitten Bella en Max in de tuin. Tijdens het lezen in haar boek ziet ze het al aan Max. Het dutje dat hij regelmatig na het eten doet, lukt niet. Hij gaat weer achter zijn laptop zitten om iets te schrijven, ook dat gaat niet. Met een iets te harde klap doet hij de laptop dicht. Met een zucht staat hij op. Zonder zijn stoel naar achteren te willen schuiven stapt hij bij de tafel vandaan door zijn lange been over de tafel te zwaaien.
“Straks veeg je die laptop van tafel met je malle gedoe,” moppert Bella.
Ze meent haar opmerking niet, want ze vindt dit soort malle dingen een van zijn leukste eigenschappen. Max gaat de gite in om een beetje op te ruimen.
De rusteloosheid waar hij op dat moment last van heeft, wordt vrijwel altijd gevolgd door een actie waar geen logica aan te pas komt. Meestal begrijpt Bella zijn soms idiote invallen omdat zij, net als Max, vaak de stem van haar intuïtie voorrang geeft, aan die van haar verstand.
“Ga je mee wandelen?”
Daar komt het, denkt Bella.
“Nee, want we krijgen onweer.”
“Wie zegt dat?”
“Loes, ze heeft het weerbericht vanmiddag gehoord.”
“Mm,” bromde hij op een neutrale toon.
Hij gaat weer achter zijn laptop zitten.
Ik ben benieuwd hoe lang het duurt, denkt Bella. Dat hij gaat, staat voor haar al lang vast.
Max klapt zijn laptop dicht.
“Ik ga wél.”
“Wees nou één keer niet zo stronteigenwijs.”
“Als het gaat onweren, dan kom ik direct naar huis.”
“Neem je wel de rugtas mee.”
“Wat moet ik met al die rommel die jij daarin stopt. Ik ga ons avondrondje doen, daar heb ik niets bij nodig.”
“Je bent niet alleen eigenwijs, maar ook doof.”
Max weet dat hij alleen weg komt zonder ruzie, als hij de rugzak meeneemt.
“Jij je zin.”
Met een kus neemt hij afscheid van haar. De elektrische spanning in de lucht, die de eerste waarschuwing is voor het naderende onweer, negeert hij. Hij moet doen wat hij gaat doen, zonder te weten waarom of wat hij tegen komt. Het slechte begin van het verhaal waar hij op zijn laptop aan begonnen is, spookt door zijn hoofd. Steeds weer bedenkt hij nieuwe openingen, iedere keer is het niet wat hij zoekt. Bijna automatisch loopt hij het rondje dat ze, samen, regelmatig lopen. De bermen vol met bloeiende wilde bloemen ziet hij nu niet. De vogels waar Bella zo gek op is, zijn verdwenen. Een teken dat er iets dreigt te gebeuren in de natuur.
Domme koe is een veel gehoorde, verkeerde, uitdrukking vindt hij. De kudde koeien bestaande uit een stier, vijf koeien en hun kalveren, staan zeer slim opgesteld aan de bosrand onder de eiken. Dit is de tweede waarschuwing dat er iets mis is, want anders komen ze altijd naar ze toe lopen. Dit is, hoofdzakelijk, te danken aan het gras, gemengd met kruiden, dat Bella ze dan voert.
Hij bereikt het dorpje Saizy. Een boerin in een blauw geruit jasschort, is bezig de volkomen zwarte was binnen te halen. Zijn hersens registreren het en hij denkt door zijn andere overpeinzingen heen, het lijkt Staphorst wel. De boerin zoekt zijn blik om hem te kunnen waarschuwen, hij ziet het niet. Op de voor Fransen zo typische manier haalt ze haar schouders op en gaat door met haar was. Hij bereikt het smalle weggetje dat het bos in gaat. Kleine takjes kraken onder zijn voeten. Ze komen boven het geluid van de knisperende dennennaalden uit. Het geluid heeft iets oerachtigs. Misschien hebben hier ooit Neanderthalers hetzelfde geluid gehoord, denkt hij. Deze gedachte probeert hij in het verhaal toe te passen. Na het voltooien van zijn boodschappen verhaal, is hij begonnen aan een serieuzer verhaal. In gedachten schrijvend en weer schrappend loopt hij door. Hij begint aan de laatste klim van de wandeling. Op de top is het uitzicht over de omgeving fenomenaal. Ze blijven daar altijd een tijdje naar staan kijken. Hij passeert het karrenspoor waarvan hij niet weet waar het naartoe gaat. Elke keer wanneer ze hun rondje lopen zeggen ze tegen elkaar: ”Waar zou dat geheimzinnige pad heen gaan?”
De meest fantastische ideeën opperen ze dan, het weggetje in gaan, doen ze niet. In het voorbijlopen merkt hij nu op dat het stijl naar beneden gaat. Hij is bijna boven. Een goed begin van zijn verhaal heeft hij nog steeds niet.
Bella ziet vanuit het westen de bui aankomen.
“Waar blijft die eigenwijze eikel nou,” moppert ze.
“Wat loop jij daar in je eentje te schelden?” informeert Loes grijnzend.
“Max is ons rondje aan het wandelen. Zodra het gaat onweren zou hij terugkomen. Ik kan die bui zien aankomen en dat kan hij dus ook.”
“Hij zal wel met zijn gedachten ergens anders zijn,” gokt Loes helemaal goed.
“Dáár schiet ik wat mee op.”
“Geen paniek, hij schuilt wel ergens.”
“Moet je kijken hoe groot die bui wordt.”
“Jeetje ja, zoiets heb ik nog nooit gezien. Heb je hem al geprobeerd te bellen?”
“Al tien keer, maar ik krijg een stem die zegt dat er geen bereik is.”
“Dat komt door de statische elektriciteit van het onweer hebben ze me verteld.”
Max is bijna bij het uitzicht. Met een luide tik viel een enorme regendruppel, op een vuilnisbakdeksel. Verbaasd kijkt hij ernaar. Langzaam draait hij zich om. Als een gigantisch ruimteschip ziet hij nu de onweerswolk. De kleuren boven de vallei variëren van wazig oranje tot groen. Hij weet direct dat hij zich in een levensgevaarlijke situatie bevindt. De neiging om weg te rennen onderdrukt hij, om eerst uit te zoeken wat de beste manier is om met dit gevaar om te gaan. Verder voor de bui uit rennen heeft geen zin. Hij moet terug in de richting waar hij vandaan komt. Hagel, ik moet iets doen tegen de hagel, overweegt hij. Nu komt het deksel waar hij zo verbaast naar keek van pas.
“Aha, vandaar de druppel, alles heeft een reden,” mompelt hij, terwijl hij het deksel oppakt.”
Een lichtbol komt uit het midden van de onweersbui naar beneden en ontploft in een felle flits halverwege tussen de wolk en de aarde. Enkele seconden later hoort hij de explosie. Dit is het sein om te gaan rennen. Hij weet dat langs de route die ze altijd nemen, geen enkele manier van dekking is. Het karrenpad, dat gaat stijl naar beneden, misschien kom ik daar een schuilplaats tegen, denkt hij. De duisternis valt snel en diep in waardoor hij zijn snelheid toch moet verlagen. Geconcentreerd op de pad kijkend loopt hij zo snel mogelijk verder. Even verder is een stal die beschutting kan bieden. Hij ziet alleen de weg en loopt de stal voorbij. De hagel begint. Met het deksel boven zijn hoofd is hij enigszins beschermd tegen de enorme ijsballen. De donder volgt de bliksem steeds sneller op. De regen en de hagel maken een riviertje van het pad waar hij op loopt. Na ongeveer honderd meter bereikt hij een doorgaande weg. Links of rechtsaf staat hij even te overwegen. Omdat hij geen idee heeft waar hij is, begint hij in dalende richting te lopen. De weg is door de hagel vaalwit alsof de maan fel aan het schijnen is. Hierdoor is er weer iets meer zicht. De bliksem en de donder komen nu vrijwel gelijktijdig. Door het lawaai van de hagel op zijn metalen deksel en de donder beginnen zijn oren te suizen. Strompelend loopt hij verder door de muur van hagel tot hij een bushokje ziet. Opgelucht gaat hij naar binnen. De betonnen dozen uit de jaren vijftig vervloekt hij als lelijke dingen in een mooie omgeving. Nu is hij er héél blij mee. Onderweg heeft hij een wegnummer gezien op een bordje. Deze weg kruisen ze altijd op hun rondje. In het bushokje zet hij de rugzak op een houten bankje naast hem neer. Hij pakt de kleine zaklantaren, de kaart van de omgeving en het kompas om zijn positie te bepalen. Dit lukte hem niet, want het karrenspoor waar hij uit is gekomen, staat er niet op. Buiten is nergens een aanknooppunt te vinden. Hij besluit hier de bui uit te laten razen en dan op zoek te gaan naar een aanknopingspunt waar hij is. Hij kan dan met zijn mobiele telefoon Bella bellen om te vragen of ze hem kan ophalen, overweegt hij. Met zijn lantaren schijnt hij door het bushokje. De rivier waar hij door heeft gelopen, komt samen met de rivier van de andere kant bij het bushokje. Het niveau van de enorme plas water en ijs stijgt veel sneller dan hij ooit voor mogelijk heeft gehouden. Met zijn voeten peilt hij de diepte.
“Hoe is het goddomme mogelijk,” moppert hij, “Ik kan hier niet blijven, zonder te verzuipen.”
Steeds sneller stijgt het water, want de grond van de heuvels om hem heen raakt verzadigd van het water. De hagel is gestopt, de regen juist heviger. Zo lang mogelijk stelt hij zijn vertrek uit. Het water is bijna tot het bankje gestegen. Hij doet de rugzak om en stapt tot over zijn knieën in het ijskoude water. Een felle flits verlicht de omgeving. Wat hij buiten ziet doet hem denken aan een schilderij van Dante. Totaal gedesoriënteerd door het felle licht en de vrijwel gelijktijdige klap begint hij door de tot een meertje uitgegroeide plas, te waden. De hagel spoelt weg door de regen, waardoor het spookachtige licht dat hierdoor ontstaat verdwijnt.
Omkeren heeft geen zin, dus loopt hij verder door op zoek naar een schuilplaats. Vlak voor hem slaat de bliksem in. Door de statische elektriciteit en de drukgolf veroorzaakt door de bliksem, valt hij. Versuft probeert hij weer op te staan. Na vier pogingen lukte het hem. Langzaam loopt weer verder in Dante’s Inferno. Bij de volgende bliksem ziet hij een bordje met de tekst: “Mont Sabot”.
Daar ben ik een keer geweest. Op de top is een kapel met een kerkhofje. Daar moet ik heen, besluit hij. Door de val en de schok voelen zijn spieren als verlamd aan. Zijn wilskracht dwingt zijn lichaam verder te gaan. Hij begint aan de klim naar de top waar hij kan schuilen, hoopt hij. De helse pijn in zijn spieren wordt tijdens het lopen langzaam minder. Hijgend, vanwege de steilte van de klim, bereikt hij het kerkje en het kerkhof. Hij strompelt naar de door de bliksem spookachtig verlichte kapel. De deur is op slot.
Zo lang het kan, blijft Bella op de uitkijk staan om hem tegemoet te rijden. De eerste regen en onweer manifesteren zich, van Max geen spoor. Nu begint een tweestrijd, Max gaan zoeken of wachten. Loes blijft bij Bella om samen het onweer uit te zitten. Ze ziet de tweestrijd van Bella tussen wachten of gaan zoeken.
“Ik ga hem zoeken,” beslist de intuïtie van Bella.
“Ik blijf hier om hem eventueel op te vangen.”
“Dat is goed. Doe hem niets fataals aan, want dat wil ik zelf doen.”
Na de volgende bliksem rent ze naar de auto. Voor ze wegrijdt checkt ze haar telefoon; geen signaal. Langzaam begint ze de route van hun rondje te rijden. Meer ongerust over Bella dan ze heeft laten blijken, wacht Loes af. Een geruststelling is dat Bella niet verder komt dan de brug, want het riviertje treedt toch buiten zijn oevers, weet ze. Dit gebeurt nog niet, want een omgewaaide boom werkt als een beverdam. Bella bereikt de brug. Nu ziet ze waarom de weg naar beneden gaat, om vlak voor de brug steil omhoog te gaan. Ze hebben vaker deze constructie gezien en zich afgevraagd waarom dit zo is. Nu ziet ze de kleine brug als een eiland in het water liggen.
“Aha! Daarom is dat dus. Al dat water kan nooit onder dat bruggetje door, dus dan maar erlangs. Simpel doch doeltreffend,” mompelt ze.
Wanhopig rukt Max aan de deur van het kerkje. De kerk is gebouwd in de tijd dat katholieken en protestanten elkaar, in de naam van god, aan het uitroeien zijn. De deur en het slot zijn hierdoor een onneembare hindernis. Max weet dat veel kerken een driehoekig afdak hebben. Daar gaat hij naar op zoek. Hij vindt het met een stenen plateau eronder. Daar gaat hij zitten uitpuffen. De rugtas, waar Bella als een cipier uit de middeleeuwen over waakt, zet hij naast zich neer. Vaak heeft hij tegen haar gejend over de inhoud daarvan, nu is hij dankbaar, want buiten de nuttige dingen zoals de zaklantaren, een kompas, een mes, een kleine verrekijker, pakjes drinken, een pak koek en een kaart van de omgeving, zitten er ook twee T-shirts en enorme plastic poncho’s in.
“Wat moet je daar nou mee?” heeft hij haar regelmatig gevraagd.
“Zeur niet zo, die zijn voor je weet maar nooit.”
Nu is het, je weet maar nooit. Hij stalt zijn kostbaarheden uit. Met moeite worstelt hij zich uit zijn natte T- shirt om die te verwisselen met een droge. Hierna drinkt hij wat en eet een paar koekjes. Met zijn rug tegen de muur kijkt hij om zich heen. De bliksemflitsen van de langzaam wegtrekkende bui verlichten de graven spookachtig. Het zicht wordt eindelijk beter omdat de regen in hevigheid afneemt. Hij begint met behulp van de kaart en het kompas uit te zoeken waar hij zich bevindt en in welke richting hun huisje moet zijn. Na enig puzzelen heeft hij het gevonden.
Tijdens de monoloog van Bella over het slim gebouwde bruggetje, geeft de beverdam, onder de druk van het stijgende water zijn weerstand op.
Met een vloedgolf loopt het meertje wat zich daarachter heeft gevormd leeg. Bella schat de diepte van het water op de weg en denkt, nu komt eindelijk dat grote barrel van pas. Ze hebben uitgebreid overlegd over het soort auto wat ze gingen kopen. Zij wilde een ‘gewone’ station en Max een off the road.
“Je gaat nooit off the road, wat moet je met zo’n ding?” heeft ze treiterend gevraagd.
“Ik vind ze gewoon mooi.”
“Nou, dan koop je toch zo’n auto.”
Nu is ze daar blij om. Langzaam rijdt ze het water in. Razendsnel nadert de vloedgolf. Van uit haar ooghoek ziet ze hem aankomen. Achteruit rijden is geen optie, want dat duurt te lang. Ze trapt het gaspedaal helemaal in. Met een schok schiet de auto vooruit. Het water golft hierdoor over de motorkap heen waardoor ze nauwelijks iets ziet.
“Rechthouden, rechthouden,” schreeuwt ze tegen zichzelf.
Op het moment dat Max naar de andere kant van de heuvel kijkt, bliksemt het waardoor hij hét ziet. De angst om wat hij ziet is zo groot, dat zijn maag alle gas met een luide boer uitstoot. Misselijk van schrik blijft hij kijken naar de plek waar hij iets heeft gezien of denkt gezien te hebben. Met de gedachte, mijn god het moet verbeelding zijn geweest, probeert hij zijn schrikreactie te overwinnen.
Bij de volgende flits ziet hij dat het geen verbeelding is. Halverwege het kerkhof ligt een vrouw bij een kindergrafje. Een paar idiote gedachten schieten door zijn hoofd, is de vrouw uit een graf gespoeld of waren ze haar aan het begraven toen het onweer begon. Driftig zoekt hij naar zijn zaklantaren. Hij loopt richting de vrouw. Op het moment dat hij vlak bij haar is beweegt ze. Ze draait haar oude hoofd met de gitzwarte, ingevallen ogen naar hem toe.
“Wát bent u?” is de enige vraag, in het Frans, die Max kan bedenken.
“Een oude vrouw. Ik ben vanmiddag naar het graf van mijn zusje gegaan. Daar leg ik op haar verjaardag altijd bloemen. Ik ben gevallen en kan door mijn gebroken been niet meer overeind komen. Gelukkig kon ik onder de oleander kruipen om te schuilen tegen de hagel. Tijdens het onweer heb ik mij verzoend met de dood, laat mij maar liggen.”
“Dat doen we dus niet,” mompelt Max in het Nederlands.
“’Eek oor u ollandér’, zegt de vrouw met haar zangerige Franse accent.
“U spreekt Hollands.”
Max kan een lach om de absurditeit van het tafereel nauwelijks onderdrukken. Hier ligt een oude, o zo duidelijk Franse vrouw, dood te gaan die Nederlands spreekt.
“Ik ga u naar mijn schuilplaats brengen, daarna zien we wel verder.”
Zéér voorzichtig tilt Max de ijskoud aanvoelende vrouw op. Ze kreunt zachtjes van de pijn. Onder het afdak plaatst hij haar op de rugzak om de kou van de stenen vloer te weren. Voorzichtig trekt hij de zwarte jurk over haar hoofd en trekt haar het overgebleven droge T-Shirt aan.
“Wilt u iets drinken?”
“Non merci,” mompelt ze.
Nu pakt hij de plastic poncho, gaat achter haar zitten en trekt de poncho over hen beiden heen. Max houdt de vrouw, zachtjes wiegend als een baby, vast. Met haar rug tegen zijn lichaam en zijn armen om haar heen probeert hij haar zo veel mogelijk warmte te geven. Hij kijkt om zich heen, overal zijn zwaailichten te zien naar of bij de drie branden die hij ziet. Een paar auto lichten in de verte trekken zijn aandacht. Wat doet die idioot nou in dit weer, denk hij. Snel pakt hij de kleine verrekijker en kijkt naar de auto.
De voorwielen zijn al op de brug op het moment dat de vloedgolf de auto raakt. Bella voelt hem vanachter opzijschuiven, door de snelheid komt ze toch op de brug terecht, waar ze met een noodstop tot stilstand komt. Schuddend en klappertandend door de adrenaline zit ze in de auto. Voor, achter en onder haar raast het water en ijs, dat bijna op de brug komt. Af en toe slaat een golf over de brugrand waardoor het water met een harde klap tegen de auto slaat. Bella ontspant zich, door een paar keer diep adem te halen. Ze weet dat ze pas weer verder kan als het niveau van de beek gezakt is.
Max pakt zijn verrekijker om naar de langzaam rijdende auto te kijken. Waarom hij dat doet vraagt hij zich niet af. Bij de rivier stopt de auto. Max denkt, blijf daar staan, anders wordt je weggespoeld. De auto begint na een korte pauze weer te rijden. De koplampen lijken uit te gaan. Die rijdt door een diepe plas constateert Max, blij dat hij zijn aandacht op iets anders kan richten. De auto stopt weer. Nu staat hij op de brug. De auto blijft staan.
Hoe vaak heeft hij al heeft geprobeerd om Bella te bellen weet hij niet meer. Tot die bui over is hoef ik het niet te proberen, overweegt hij. Het zicht verbetert nu snel. Waarom blijft die auto daar nu staan, vraagt hij zich af. Met een fatalistisch gebaar pakt Max zijn telefoon.
“Wie weet gebeurt er een wonder,” mompelt hij.
Inderdaad gebeurt er een wonder.
Op het moment dat hij de verrekijker wil neerleggen om zich te concentreren op de telefoon ziet hij de binnenverlichting van de auto aangaan. Dat is sterk, denkt hij.
“Met mij, waar ben je?” roept Bella
“Luister voor de verbinding wegvalt. Ik zit op Mont Sabot met een vrouw die onderkoeld is en een been heeft gebroken, ik heb dringend een ambulance nodig. Waar ben jij?”
“Ik sta op de brug van het beekje.”
“Ik kan je zien denk ik, sein met je lichten.”
De lichten van de auto worden een paar keer gedimd.
“Dat ben jij inderdaad. Wacht tot het veilig is en ga dan een ambulance regelen.”
“Die hebben het druk genoeg, zodra de ergste vloedgolf weg is kom ik je halen.”
“Oké, we zitten bij het kerkje.”
Op dezelfde manier als Bella op de brug is gekomen, gaat ze er ook weer af, waarbij Max de koplampen weer bijna uit ziet gaan. De auto rijdt door.
“Er is hulp onderweg.”
“Ik heb het gehoord,” fluistert de vrouw nauwelijks verstaanbaar.
Ze voelt een warme druppel op haar rug vallen en die komt zeker niet van de regen weet ze. Drie kwartier later ligt ze in het ziekenhuis van Clamecy.
“Morgen komen we kijken hoe het met u gaat,” belooft Bella.
In de gang van het ziekenhuis vraagt Max: “Is er een speciale reden waarom je morgen naar het ziekenhuis wil?”
“Niet echt.”
“Maakt ook niet uit, ik ben ook nieuwsgierig naar het verhaal van die vrouw.”
“We gaan nu slapen. Morgenochtend gaan we, voor we naar het ziekenhuis gaan, naar Mont Sabot. Ik wil de plek waar ze lag bekijken.”
De volgende morgen gaan ze naar het kerkhof. Ze wandelen naar de plek waar de vrouw de vorige dag lag. Bella bekijkt een graf waar verse bloemen op liggen. Max gaat naar de plek waar hij de vrouw gevonden heeft, daar bevindt zich een kindergrafje met een smeedijzeren hek eromheen. Op het hek hangt een zwart bordje met een tekst erop, geschilderd in witte verf.
“Bella, Bella, kom eens kijken.”
“Rustig maar zenuwpees, ik kom eraan.”
Lieve Veronica
Ce matin au jardin
J’ai cueilli:
Quatre fleurs.
Mais déjà midi sonne
Il est temps
De partir.
Sous l’ombre des feuillages
Je monte à:
Mont Sabot.
Déposser à tes pieds
le bouquet:
De la vie.
Dans le chant des oiseaux
je pleure:
Ma tendresse.
Assise auprès de toi
sur ton lit:
Eternel.
Ta petite soeur
Tijdens het lezen absorbeert de geduldige grond hun tranen.
In gedachte vertaalt Max de tekst.
Veronica
Vanmorgen heb ik in de tuin: vier bloemen geplukt.
Maar de klok slaat al twaalf uur:
het is tijd om te gaan.
Onder de schaduw van de blaadjes
ga ik omhoog naar:
Mont Sabot.
Bij jouw voeten
Leg ik het boeket
van het leven neer.
In het gezang van de vogels
huil ik:
mijn tedere liefde.
Zittende bij jou:
op je bed van de eeuwigheid.
Je zusje.
“Zal ze daarom hier geweest zijn?”
“Weet ik niet. Het is vreemd, het bordje is veel nieuwer dan het grafje. We kunnen het haar straks vragen.”
Onderweg naar het ziekenhuis passeren ze het bruggetje waar Bella, bijna dood was. Max stelt voor om gebakjes mee te nemen naar het ziekenhuis.
“Verder gaat het wel,” moppert Bella,” Fruit nemen we mee.”
“Wat ben jij saai.”
“Yep en jij gestoord.”
Bij de receptie in het ziekenhuis informeren ze in welke kamer de vrouw ligt en hoe haar toestand is.
“U bent geen familie zie ik. Bent u degene die haar gered heeft?”
“Dat ben ik ja.”
“Dan wil ik u bedanken, want ze is in het dorp waar wij vandaan komen een matriarch voor ons.”
“Aha, daarom weet u dat ik geen familie ben.”
“Ze ligt in kamer 42B.”
Het hospitaal is oud. De sfeer kan, als je dat toelaat, deprimerend werken. Zij zien de tijdloze schoonheid van de bouw met de hoge plafonds, waardoor een ziekenzaal ook werkelijk een zaal is. De geur in het ziekenhuis, bestaat uit lysol, boenwas en een tikje mufheid uit de dikke muren. Ze lopen een lange gang door. Sommige deuren staan open waardoor ze de zalen in kunnen kijken. De geweide stilte, als van een klooster, doet de vrolijke uitbundigheid van Max temperen. De dood die altijd in een ziekenhuis rondwaart, speelt hierbij ook een rol. Het verbaast Bella om Max zo serieus te zien.
“Zaal 42, we zijn er bijna.”
“Volgens mij ligt ze alleen in een kamer.”
“Dat zou nog weleens kunnen, Bella.”
Uit een deur even verderop in de gang komt een wijs gezichtje tevoorschijn van een vijfjarig meisje. Ze kijkt naar Bella en Max en verdwijnt weer.
“Oma, oma, ze komen eraan,” horen ze haar heldere kinderstem roepen.
De transformatie kan niet groter zijn. Ze zit rechtop in bed te stralen tussen haar familieleden. Met veel kussen en omhelzingen stelt iedereen zich aan iedereen voor. Er is een zoon en een dochter van de vrouw, met hun aanhang.
De man van de dochter is een Nederlander. Max geeft de vrouw een kus.
“U ziet er geweldig uit.”
“Zo voel ik me ook. Het lijkt wel of ik opnieuw ben geboren. Ik ben u heel dankbaar.”
“Het was een pracht avontuur. En uw been?”
“De breuk is enkelvoudig. Er zit nu een eerste gips om en daarna krijg ik loopgips. Overmorgen mag ik naar huis. Dan geven we een feest. Jullie zijn uiteraard heel erg welkom.”
“We komen zeker.”
“Willen jullie om een uur of drie komen dan kunnen we jullie eerst de boerderij laten zien,” vraagt de Nederlander.
“Dat spreken we af. We zijn heel benieuwd naar jullie bedrijf.”
De kleindochter van vijf jaar, zit Max tijdens het gesprek te observeren. Op een moment van stilte ziet ze haar kans.
“Heeft u mijn oma gered?”
“Inderdaad.”
“Dan bent u, na pappa, de liefste man van de wereld.”
De kus die Max van haar krijgt is de meest indrukwekkende van zijn leven. Het gesprek komt uiteraard ook op het noodweer van de vorige avond. De schade in het dorp waar de vrouw vandaan komt, valt erg mee.
Na het afscheid rijden ze naar Clamecy om het Mariabeeld, wat Loes ze heeft aangeraden, te bezoeken. Max kan de verleiding, om even te voelen of het kleed dat ze draagt er niet opgelegd is, niet weerstaan.
“Ongelofelijk Bella, het is echt uitgehouwen in het beeld.”
Op de dag van het feest gaan ze naar de boerderij. Ze nemen een, door Loes gebakken, appeltaart mee.
“Vergeten jullie niet de bakplaat mee terug te nemen?”
De kleine boerderij is oud en in perfecte conditie. Alles is kleinschalig en biologisch. Van de producten uit de boomgaard worden jam en drank gemaakt die, vooral Max, erg hebberig maakt. Er is onder andere kaas van hun koemelk en geitenmelk. Bella en Max besluiten om voortaan op hun route naar de villa, voor de zomer, hier voorraden in te slaan en terug voor de winter.
Max is geïntrigeerd door de Nederlander die ook op de boerderij werkt. Hij wacht een kans af om hem alleen te spreken.
“Anton, what the hell doet een Nederlander hier op een boerderij in Frankrijk.”
“Laat ik eerst zeggen dat dit niet de hel maar de hemel is.”
“Dat vind ik ook. Ik vraag me nog steeds af hoe je hier komt?”
“Ik ben hier gekomen met de auto en vond l’amour. Dat is alles.”
“Het is meer dan genoeg. Gefeliciteerd.”
Max wil meer weten over het gedicht dat hij heeft gelezen, daarover benadert hij de zoon van de vrouw.
“Het graf waar je moeder bij lag, van wie is dat?”
“Haar, als kind, overleden zusje ligt daar begraven.”
“Even een rare vraag. Op dat grafje waar ze bij lag, hangt een zwart bordje met een gedicht erop.”
“Dat heeft ze later gemaakt en opgehangen.”
“Het is een prachtig gedicht.”
“Dat is waar, het vreemde is dat ze daarna nooit meer iets geschreven heeft, ondanks haar talent.”
“Dat is jammer. Wie weet begint ze weer een keer aan.”
Het vlees van de barbecue is zo mals dat Max opmerkt: “Je kunt het met een lepel eten.”
Met een aardig voorraadje producten vertrekken ze naar hun huisje.
“Wat moet je met al die Calvados?”
“Het is namaak Calvados.”
“Lekker belangrijk.”
“Dat nemen we ook mee naar huis, voor op de pannenkoeken.”
“Leuk, dan kunnen we heel Amsterdam op een pannenkoek met namaak calvados trakteren.”
De rest van de week wordt er gevreeën, uitgelezen spijzen en wijnen genuttigd, en uitstapjes gemaakt. Zaterdagmorgen vroeg vertrekken ze naar hun villa. In hun stadje slaan ze boodschappen in voor de komende dagen. Het verse vlees dat ze bij de boerderij hebben gekocht en meegenomen in de koelbox is voor in de vriezer en de barbecue die avond. Op de terugweg naar ‘huis’ zoals ze de villa noemen als ze in Frankrijk zijn, zien ze een auto met de motorkap open op hun weggetje naar huis staan.
“Die hebben pech. Hé! Het zijn Nederlanders. Even horen of we kunnen helpen.”
Hoofdstuk 8
Met een luid geratel en met een gevoel of de auto gedurende een paar seconden Alpe d’Huez aan het oprijden is, stopt de motor. Bruno zet de wagen aan de kant en probeert hem te starten. De motor draait snel rond, zonder aan te slaan. Hij opent de motorkap en probeert de oorzaak van de pech te vinden. Nina en Zoë slingeren de wildste beschuldigingen over het misrijden en de kapotte auto naar Bruno en elkaar. Bruno houdt zich wijselijk schuil onder de motorkap. Ongeveer 100 meter verder in hun rijrichting ligt een, door een drie meter hoge muur omringde, villa. Dat ze deze niet zien komt door het net zo hoog doornige struikgewas als de muur zelf.
Achter hen komt een auto met een Nederlands kenteken aanrijden. Deze mindert vaart en met enige moeite passeert hij hen op het smalle weggetje en stopt. Er stappen een kittige brunette van midden dertig en een iets oudere kleerkast van bijna twee meter lang uit de auto. De reus overziet het slagveld. Hij ziet een stelletje die troost zoekt bij elkaar en een meisje met lang blond haar tot bijna op haar billen. Hij probeert haar leeftijd te schatten, maar dat lukt hem niet. Ze kan veertien, maar net zo goed vijfentwintig zijn. Hij gaat voor haar staan en kijkt in haar ogen, die hem direct aan doorzichtig, Delfts blauw porselein doen denken.
In haar ogen ziet hij een leven vol frustratie en angst, maar ook een ongekende levensdrift. Nina weerstaat de blik en ziet een man die haar oprecht bewondert om wat ze is, een mooi mens en geen lustobject zoals de jongens op school, waardoor ze zich alleen op een negatieve manier bewust is van haar schoonheid. Door de manier van kijken van de man ziet ze dat hij haar op een positieve manier mooi en aantrekkelijk vindt.
Het bezorgt haar een gevoel van gloeien zonder te blozen en tegelijkertijd krijgt ze over haar hele body kippenvel. De scheuren in haar hormonenkast, die in de auto al zijn ontstaan, worden snel groter. Ze weet ook met zekerheid dat de problemen met de auto door hem worden opgelost. Het wachten is op de openingszet tot een conversatie, die ze tot nu toe alleen in gedachten kan voeren, want stoeien met woorden is een vorm van humor en dat is absoluut verboden door haar vader. Nu kan ze ongestoord haar gang gaan en gaat dat doen ook.
De man ziet de uitdrukking op haar gezicht veranderen en vraagt met een, gespeelde, onnozele uitdrukking op zijn gezicht: ”Hebben jullie pech?”
De brunette denkt, nou gaan we het krijgen.
“Kijk eens aan, midden in de fucking nowhere in Frankrijk, gaat een Nederlands mannetje bijdehand staan doen.”
“Bijdehand oké, tegen dat mannetjé heb ik bezwaar.”
“Dat slaat op je verstandelijke vermogens, dat je dat niet snapt is daar een bewijs van.”
“Wat mijn verstand te klein is, is jouw mond te groot.”
“Ik moet wel in deze wereld.”
“Zo is dat, hebben jullie nou pech of wát?”
“Wij hebben dubbele pech.”
“Hoezo?”
“Dat de auto stuk is en dat jij gestopt bent.”
Zoë en Bruno staan, ondanks de omstandigheden, met plezier naar het jennen van Nina en de reus te luisteren. Prettig verbaasd kijken ze naar de anders zo bange Nina. Bruno kijkt ook naar de knappe brunette en zo onopvallend mogelijk naar haar borsten, die tegen hun zin in een klein topje opgesloten zitten. Deze onopvallendheid mislukt volkomen, waardoor Zoë daar met verwondering naar kijkt. Waarom voel ik geen jaloezie, vraagt ze zich af. De brunette kijkt naar Bruno, die zich betrapt voelt. Hij ziet aan haar dat ze zijn kijken niet erg vindt. Ze zijn mooi en daar mag je best naar kijken, lijkt ze te zeggen. De brunette maakt een einde aan het spel: “Als jullie uit gezeurd zijn Max, wil je dan even naar de auto kijken?”
“Natúúrlijk Bella.”
Zoë en Bruno voelen de rust en zelfverzekerdheid die Bella en Max uitstralen. Het vertrouwen in de naaste toekomst komt weer een beetje terug. Max vraagt aan Bruno om de auto te starten.
“Stop maar, de distributiesnaar is stuk en daardoor ligt de hele motor in puin.”
“Hoe kan dat verdomme nou, hij is vlak voor de vakantie vernieuwd.”
“Dan hebben ze het niet goed gedaan.”
“Wat moet ik in godsnaam doen?”
“We gaan picknicken bij onze villa en een oplossing zoeken voor het probleem.”
“Ik kan de auto hier toch niet achterlaten.”
“Die nemen we mee.”
“Briljant plan, we duwen de auto de laatste vijf kilometer naar de bewoonde wereld toe, het is er lekker weer voor.”
“Niet overdrijven. Het is nog geen honderd meter.”
Bella mengt zich in het gesprek: “Zien jullie daar dat dak boven de bosjes uitsteken?”
Drie hoofden draaien in de richting van haar wijzende vinger en knikken ja.
“Dat is ons vakantiehuis. Daar gaan we heen en we brengen jullie auto daar ook naar toe. Bella neemt onze auto mee, die kleine stuurt jullie auto en wij duwen.”
De ‘kleine’ slikt de opmerking die in haar gedachten komt in.
Voor ze vertrekken stellen ze zich aan elkaar voor.
De positieve energie die om Bella en Max hangt, begint aan te voelen als een heerlijke koele schaduw. Ze bereiken het parkeerterreintje, dat afgesloten is door een hoog hek die Bella met een code opent.
De kapotte auto wordt op het parkeerterreintje van de villa geparkeerd. De drie vakantiegangers kijken nieuwsgierig om zich heen. Na het passeren van de vijf meter lange, met druivenranken omwonden pergola zien ze de enorme omvang van het geheel. Er is een ligweide vlak bij de ingang van de, uit twee vleugels, bestaande villa. Daarnaast ligt een zwembad van twintig bij acht meter. Hierachter bevindt zich nog een grasveld met een oppervlakte van een half voetbalveld. De hoge muur om het geheel geeft het, ondanks het formaat, iets intiems. Aan het einde van het grasveld is een vervallen boomgaard waar wel pruimen en kersen aan hangen.
Prettig verbaasd kijken de drie jonge mensen om zich heen.
“Wanneer jullie eerst willen afkoelen, dan kun je gebruik maken van het zwembad,” stelt Bella voor.
“De zwemspullen zitten ergens diep in de auto.”
“Dan ga je toch in je slip en bh zwemmen of vinden jullie dat niet kunnen?” stelt Max voor.
“Wij zitten nergens mee,” vindt Nina.
Weer verbaast Nina haar vriendin Zoë
“Goed idee, Max,” vindt Zoë.
“Het is zo’n handige man, mijn Max,” schept Bella op.
“Heeft er iemand een kots bakje voor me?”
“Nina! Wat zeg je nu.”
“Welja Zoë, ga jij ook nog even slijmen bij die gladjanus.”
“Jij moet nodig afkoelen!” roept de gladjanus terwijl hij Nina oppakt als een pop en haar in het zwembad gooit.
Bella en Max gaan de villa in om hun zwemkleding aan te trekken. Max vraagt aan Bella: “Zal ik mijn korte broek over mijn zwembroek aandoen?”
“Doe maar, ze zit nergens mee zegt die kleine, maar daar heb ik mijn bedenkingen bij.”
“Wat een schatje, vind je niet.”
“Het is een engeltje dat heel snel in een duiveltje kan veranderen, denk ik.”
“Moeilijke jeugd zag ik wel, jij ook?”
“Yep, en nu zwemmen.”
Zoë kleed zich buiten snel uit. Nina worstelt zich uit haar natte bovenkleding. Bruno heeft dezelfde bedenkingen als Bella en Max en houd daarom zijn korte broek aan. Ze springen in het zwembad.
Bella en Max komen naar buiten. Max springt te water met een bom, waardoor er een allesvernietigende tsunami in het zwembad ontstaat. De bikini van Bella is voor Nina een ideale gelegenheid om bijdehand te doen, voor Bruno is het een probleem voor zijn opstandig paal.
“Leuke bikini heb je aan, je had net zo goed een fopspeen ik je doos kunnen doen en twee eksteroogpleisters op je tepels.”
“Je ziet toch niets Nina.”
“Nee, dat is waar. Het staat je trouwens geweldig.”
“Dank je voor het compliment.”
“Ik zie helemaal geen strepen. Jullie zwemmen dus altijd in je blootje,” constateert Nina.
“Normaal gesproken wel, maar nu jullie er zijn natuurlijk niet.”
“Wedstrijdje Max?” daagt Nina hem uit.
“Leuk.”
De eerste vijf meter geven Nina en Zoë hem een voorsprong. Daarna heeft Max het idee dat hij een anker achter zich aan sleept.
“Zijn jullie beroeps of zo?”
“Nee, het is onze hobby.”
“Zullen we iets gaan drinken?” stelt Max voor.
“Geef Nina maar een glaasje praatwater, want zij is zo obstinaat dat ze dan misschien haar grote mond een tijdje houdt.”
“Goed idee Zoë, dat heb ik wel.”
Het wordt een kruikje koele, lokale, witte wijn.
Tijdens het drinken wordt er in drie hoofden de voor en nadelen van het naakt zwemmen en zonnen tegen elkaar afgewogen. Gevoelens van schaamte en jaloezie uit hun oude wereld, tegenover het gevoel van vrijheid en openheid, van deze nieuwe wereld. Ieder voor zich wil de ander niet dwingen iets te doen waar diegene nog niet aan toe is. Bruno heeft nog een zorg en dat is zijn nogal opstandige paal, die af en toe een eigen leven leidt. Hij weet dat Bella en Max daar geen probleem van maken, Nina is een heel ander geval, zij kan hier wel een probleem mee hebben, denken zowel Zoë en Bruno. Zoë wil het wel. Het lijkt haar heerlijk om zonder bandjes en touwtjes te zwemmen en te zonnen.
De barstjes in Nina’s hormonenkast groeien in een paar seconden tot volwassen scheuren. Het lijkt me heerlijk om in mijn blootje te zonnen en twee van die knappe naakte mannen en vrouwen lijkt mij ook wel wat, denkt Nina opgewonden. Met een overdonderend lawaai wordt de hormonenkast, met stoeptegels gestenigd.
“Ik weet niet hoe jullie erover denken, ik ga die natte spullen uitrekken en lekker in mijn blote kont in de zon liggen.”
“Wat!” reageert Zoë verbaast.
“Heb je er wat op tegen of zo.”
“Godbewaarme, nee.”
“Nou dan.”
Bruno probeert aan de kapotte auto te denken maar de prachtige, dansende kokosnoten van Bella zijn sterker. De bewonderende manier waarop Bella naar hem kijkt helpt ook niet. Zij ziet aan de manier waarop hij voorover gaat staan, waar hij mee worstelt.
“Doe je ogen dicht Bruno en haal een paar keer geconcentreerd diep adem.”
“Dank je wel, dat is handig.”
“Ik vind het zonde.”
Bruno haalt weer een paar keer adem. Bella lacht naar hem.
Nu durft hij zich wel uit te kleden. Nina ziet voor de eerste keer in haar leven een naakte man. Ze vergelijkt hem met de mannen op de schilderijen in haar geschiedenisboek. Alles klopt, op één ding na, en dat bungelt tussen de benen van Bruno. Halló zeg, wat een groot ding is dat, denkt Nina. Max draait zich om waardoor Nina nu ook zicht heeft op zijn paal. Ze hapt van verbazing een keer naar adem voor ze iets kan zeggen.
“Max zou eerst geen lul nemen en toen heeft hij maar een kleintje genomen,” zie ik. En hij heeft er helemaal geen haar op en jij ook niet Bella. Hoe kan dat?”
“Dat hebben we er bij Loes afgeschoren, maar dat is een heel verhaal.”
“Ik ben gek op verhalen.”
Bella vertelt wat ze gedaan hebben bij Loes zonder het speeksel verhaal.
Nina en Zoë krijgen de slappe lach tijdens het verhaal van Bella.
“Je denkt toch niet dat ik dit geloof,” weet Nina uit te brengen.
Het kost Bella veel moeite om de twee te overtuigen dat het verhaal echt is.
Na de acceptatie probeert Nina zich voor te stellen hoe het zou zijn als Max haar zou ontharen. Het lijkt haar zéér aantrekkelijk.
“Lijkt hij daarom zo groot?”
“Een beetje wel. Hij kan daar niets aan doen Nina, zijn broers hebben dat ook, het is een familieafwijking.”
“Wat sneu voor hem. Huh, hoe weet jij dat zijn broers dat ook hebben,” dringt het tot Nina door.
“We zwemmen regelmatig samen.”
“Wát een familie,” zegt Nina.
Ze denkt, daar zou ik wel een keer bij willen zijn.
“Ja, maar ik houd daarom niet minder van hem Nina.”
“Je bent een goed mens Bella.”
“Dank je.”
“Wie wil er wijn?” vraagt de man met de afwijking.
“Ik, en geef de kleine ook wat.”
“Lurch drinkt geen wijn, Nina”
“Leuke naam voor het ventje. Hoe kom je daar aan Bella?”
“Dat is de naam van de butler uit de Adamsfamilie, altijd gedienstig.”
“O, vandaar, hij lijkt met ook reuze handig tegen de verveling.”
De verwachting van Zoë dat Nina uit haar opvoedingshok zou komen is tijdens de kennismaking bij de auto al uitgekomen, wat er nu gebeurt, overtreft elke verwachting.
“Daarom heb ik hem ook meegenomen op vakantie.”
“Shit! Ik dacht al, ik ben wat vergeten mee te nemen.”
“Sommigen vergeten hun paspoort, dat is erger.”
“Nou, dat weet ik zo net nog niet.”
Zoë komt weer bij, uit haar door de verbazing over Nina’s gedrag veroorzaakte coma.
“Zullen we uit de zon gaan, want ik begin al aardig te verbranden.”
“Dat doen we Zoë.”
Ze gaan onder een door rietmatten overdekt terras liggen, waar je langzaam, egaal bruin onder wordt.
“Dit is dus de hemel,” constateert Nina achteroverliggend op haar ligbed.
De rest is het volmaakt met haar eens.
Ondanks de heerlijkheden van de zon en de wijn, blijft het probleem van de kapotte auto in de gedachten van Bruno. Hij belt daarom, een beetje bezorgd, naar zijn vader in de hoop dat die niet kwaad zal worden.
“Hallo pap, met Bruno.”
“Hallo Bruno, wat leuk dat je belt. Hebben jullie al een mooi plekje gevonden?”
“We hebben een schitterend plekje gevonden, hoewel niet vrijwillig.”
“Je spreekt in raadselen, ontraadsel mij.”
“De auto is stuk.”
“Dan laat je hem repareren.”
“Dat wil ik wel, alleen ligt de hele motor in de soep door een kapotte distributiesnaar.”
“Dat kan niet, want hij is vlak voor de vakantie vernieuwd.”
“Dat dacht ik eerst ook, maar toch is het zo.”
“Waar zijn jullie nu?”
“Bij een villa van Nederlanders, zij hebben ons geholpen door de auto op hun terrein te zetten. Wat moet ik nu doen?”
“Ik bel naar de garage en eventueel de ANWB en dan bel ik je terug. Je moeder wil je ook nog even spreken.”
“Hallo Bruno, wat hoor ik nou, is de auto stuk.”
“Ja, pappa gaat het regelen.”
“Hoe zijn Zoë en Nina hieronder.”
“Dat wil je niet weten.”
“Dat wil ik nu juist wél weten grapjas.”
“We zitten bij héél lieve Nederlandse mensen die een schitterende villa met zwembad in zuid Frankrijk hebben. Zij hebben ons tot nu toe geholpen. Als pappa straks terug belt bespreken we met ze hoe het verder moet.”
“Doe de groeten aan Zoë en Nina en bedank die mensen alvast van ons.”
“Dat doe ik mam. Alvast bedankt namens mijn ouders,” roept Bruno naar Max en Bella,
“Graag gedaan, roept Bella.”
“Heb je dat gehoord mam?”
“Ja hoor. Tot later.”
Binnen een kwartier belt de vader van Bruno terug.
“Je mag de auto in Frankrijk op kosten van de garage laten repareren. Zodra je een grage gevonden hebt moet je de naam en het telefoonnummer doorgeven dan nemen zij contact met ze op.”
“Hebben we recht op vervangend vervoer?”
“Dat heb je wel, met een eigen bijdrage van 250 €. Dat betalen wij natuurlijk.”
Bruno brengt Max op de hoogte over het gesprek met zijn vader.
“Zullen we eerst op Internet een garage zoeken die het dichtstbij is. Dan begint dat alvast te draaien.”
“Internet is, net als Frankrijk, een duivelsoord.”
“Goh. Dat wist ik niet, Nina.”
“Dat snap ik, dat komt omdat jij niet zo’n vader hebt als ik.”
“Mis ik daar iets aan?” informeert Max voorzichtig.
“Nee, daar mag je ongelofelijk blij om zijn.”
Binnen een paar minuten hebben ze een dealer van het merk gevonden waar Max meteen naar belt.
“Een week, dat is wel erg lang.”
“Zal ik een andere garage zoeken?”
Ook daar moet de motor besteld worden. Max belt de eerste garage en geeft ze opdracht om de motor te bestellen. De garage komt de volgende dag de auto halen om alvast de kapotte motor te verwijderen spreken ze af. Bruno stuurt een e-mail naar zijn vader met de gegevens van de garage.
“Dan is dat allemaal geregeld, ik zal de meiden op de hoogte brengen.”
“Het gaat meer dan een week duren voor de auto klaar is. We hebben recht op vervangend vervoer, met een eigen risico van 250 €.”
“Hallo! Dat is bijna ons hele vakantiebudget.”
“Niet overdrijven Nina en mijn vader betaald het.”
“Sorry, je hebt gelijk.”
“Wanneer haal je die auto en moeten we dan een camping zoeken of zo.”
Door de toon van het gesprek en de gezichten die daarbij getrokken worden besluit Bella ze een alternatief aan te bieden.
“Er is nog een oplossing. Jullie kunnen ook hier blijven kamperen of als jullie dat leuker lijkt in de villa logeren tot de auto klaar is, ondertussen kunnen jullie af en toe gebruikmaken van onze auto en dat kost niets.”
Nina vindt de oplossing van Bella zéér aantrekkelijk. De zon, de rust, en de aanwezigheid van Max, zijn voor haar héél aantrekkelijke ingrediënten. Hoewel Zoë een strandliefhebster is, trekt haar een paar dagen hier logeren ook sterk aan. Ze denkt, we kunnen altijd nog bij zee gaan kamperen.
Buiten het aangenaam vertoeven in de villa met zwembad, vindt Bruno ook het financiële voordeel erg prettig. Zijn vader kan het wel betalen, maar rijk zijn ze niet.
“Jullie overleggen met elkaar wat je wilt en als jullie iets besloten hebben dan horen we het wel,” biedt Bella aan.
Bella en Max gaan in de villa de voorbereidingen treffen voor de barbecue die ze voor de avond gepland hebben.
Bruno bedenkt een manier om helemaal vrijblijvend te kunnen kiezen.
“Laten we het volgende doen. We doen onze handen op onze rug. In een van de handen doen we een steentje. Wie wil blijven laat zijn hand met een steentje zien. Wie weg wil, niet. Meeste stemmen tellen.”
“Briljant plan,” vinden de meiden het.
Nina rent na de stemming de villa binnen om het voor haar goede nieuws te vertellen. Bella ziet haar aankomen.
“Die blijven.”
“Niets tegen in te brengen.”
“Max, we blijven.”
“Gezellig.”
“Gezellig! Dan moet jij wel eerst weg gaan.”
“Zou je die gleuf niet.”
“Slapen jullie in de tent of in de villa?”
“Wat denk je zelf?”
“Zullen we dan de kamers gaan inrichten.”
Ze bekijken de inrichting van de villa. Er zijn vier slaapkamers met twee twijfelaar bedden en een ruime douche en toilet erin.
“Wat een aparte indeling,” Bella.
“Het is ontworpen door deskundigen in de gehandicaptenzorg Nina, zodat er ook gehandicapten kunnen verblijven.”
“Aha, daar is het hijskraantje bij het zwembad voor.”
“Daar heb je gelijk in Bruno. We leggen jullie een keer uit hoe het allemaal werkt.”
De vakantiespullen verhuizen van de auto naar de villa.
Hoofdstuk 9
Na het inrichten van de kamers vraagt Nina zich, na het bloot zwemmen, af of alle mannen een grote piemel hebben. Ze besluit het, zodra het ongestoord kan, aan Bella te vragen.
“Bella.”
“Ja.”
“Hebben alle mannen een grote piemel?”
Bella wacht om te controleren of Nina het serieus bedoelt, voor ze antwoordt met een tegenvraag.
“Hebben alle vrouwen grote tieten?”
“Nee dus. Op schilderijen hebben ze allemaal van die wurmpjes.”
“Heb jij voor je hier kwam nog nooit een naakte man gezien?”
“Nee, ik ben zo opgevoed dat alles wat met bloot of nog erger seks, te maken heeft volmaakt taboe is.”
“Wil je meer weten van die piemels?”
“Ik ben daar razend nieuwsgierig naar, tot mijn eigen verbazing.”
“Even een weetje. Een grote zwelt bij het stijf worden minder dan een kleine, waardoor het verschil in grote minder wordt.”
“Worden ze dan nóg groter?”
“Jazeker en harder, anders krijgen ze hem niet in je doos.”
“Aha, daar heeft Bruno dus last van.”
“Ik kan mij niet voorstellen dat Lurch in jou past, laat staan in mij.”
“Of hij in jou past weet ik uiteraard niet, bij mij in ieder geval wel.”
Nina is even stil om alle informatie te verwerken. Bella wacht rustig af of Nina meer wil weten of dat ze voorlopig genoeg heeft om te verwerken.
“Seks is best ingewikkeld denk ik.”
“Dat is het ook, ondanks dat, is het vooral erg leuk en als je het goed doet héél erg lekker.”
“Zullen we met de rest gaan zwemmen?”
“Wie het eerste er is.”
Af en toe zonnend en stoeiend in het zwembad valt de avond in. Max en Bruno steken de barbecue aan. Nina staat ernaar te kijken. Bella voelt een opruiende opmerking aankomen.
“Echt mannen, te beroerd om iets in de huishouding te doen, maar zodra er met vuur gepeeld kan worden zijn ze er als de kippen bij.”
“Ik ben benieuwd hoe lang die billen van haar op de barbecue moeten voor ze gaar zijn,” jent Max terug.
“Bluf.”
“Laat die galbak maar Max. Ze wil alleen aandacht.”
“Je hebt gelijk Bruno.”
“Wat moeten we trouwens betalen voor het overnachten?”
“Trakteer maar een keer ergens op Bruno, dat is ruim voldoende,” antwoordt Max.
De zon begint achter de bomen te verdwijnen. Voor het eerst ziet Nina de ongelofelijke schoonheid van het licht dat meer en meer oranje wordt.
Op school wordt hier, bij de lessen over geschiedenis, over gepraat. Schilders als Vincent van Gogh, worden hierdoor geïnspireerd verteld de leraar. Ze heeft het zich nooit kunnen voorstellen, nu voelt ze zelf de enorme kracht van dit wonderlijke schijnsel. De neiging om nu te willen gaan schilderen of tekenen verbaast haar. Ze denkt terug aan school, waar ze tijdens de tekenles zo vaak een compliment van de leraar heeft gehad. Ze neemt zich voor tekenspullen te gaan kopen.
Na het eten worden de fakkels en de tuinkachel door Max aangestoken en ze zitten, met badlakens om, in een halve cirkel om het vuur. Een gevoel van volkomen rust en welzijn maakt zich van hen meester. Ze vragen zich alle drie af hoe dat komt. Er gebeurt niets speciaals, ze zitten alleen maar om een vuurtje heen simpelweg gelukkig te zijn, denkt Zoë. Nina’s aangeboren nieuwsgierigheid laat zich niet langer onderdrukken. Hoe kunnen Bella en Max deze villa betalen, vraagt ze zich af.
“Wat voor werk doen jullie eigenlijk?”
“Wij, mijn twee broers en hun vrouwen hebben een bedrijf dat uit meerdere onderdelen bestaat. Onze bijdrage is een instituut met de kleurrijke naam: Menthal Physical Training Institute, ook wel de MEPTRI genoemd. Mijn oudste broer Jack en zijn vrouw Demi werken samen met mijn jongste broer Jim en zijn vrouw Amy. Zij hebben een reisbureau en maken producten die ze zelf verkopen of in opdracht maken.
“Wat voor producten?”
“Onder andere alles, wat met seks te maken heeft.”
Het motto van de broers en hun vrouwen is, de waarheid is altijd het beste.
Nina rolt slap van het lachen door het gras.
“Maakt hij dan dildo’s en zo?” wil Bruno weten.
“Nee, wel verkopen via winkels en Internet. Jim is ook producer voor films voor bedrijven en instellingen, reclamespotjes, videoclips, seksfilms en wat er verder wordt gevraagd.
“Ho, ho, wacht even, seksfilms, wat moet ik daaronder verstaan?”
“Films over seks, Nina.”
“Voorlichting films?”
“Zo zou je het kunnen noemen.”
Zoë weet wél wat Max bedoelt en besluit Nina dit te vertellen.
“Nina, weet je nog dat ik thuis geprobéérd heb je voor te lichten over seks.”
“Ja, toen interesseerde mij dat niets, sorry daarvoor.”
“Die films die daarover gaan worden meestal pornofilms genoemd.”
“Pornotje kijken, heb ik de jongens op school vaak horen zeggen. Dus dat bedoelen ze.”
“Precies.”
“Wanneer komen ze die films maken Bella?”
“Volgende week Nina.”
“Dat lijkt me héél erg vréselijk interessant.”
Zoë verandert van onderwerp en vraagt: “Dat physical gedeelte snap ik, jullie hebben alle twee een schitterend figuur. Hoe zit het met dat menthal gedeelte?”
“Wij geven mensen training in het oplossen van hun problemen. We begeleiden ook organisaties en bedrijven in het beter laten functioneren van hun personeel. Aan de hand van een metafoor zal ik het je uitleggen. In een volkomen donkere kamer liggen verspreid, een hamer, een spijker en een plank. Jouw opdracht is om de spijker met de hamer in die plank te slaan. Het enige wat wij doen, is je vertellen dat er naast de deur een lichtknop zit.”
“Dat klinkt wel heel erg simpel, heb je daar een opleiding voor nodig?”
“Nee Bruno, en het is ook simpel. Veel alternatieve therapieën hebben een ingewikkelde naam en zijn omgeven door allerlei zweverige geheimzinnigheid, die nuchtere mensen afschrikt. Ze gebruiken wel vaak deze techniek. Als zo’n training een naam heeft, dan ben je Master, Instructeur, Healer of god beter een Goeroe. Het is wel jammer, dat veel mensen gevoelig zijn voor een titel. Wij zijn niets bijzonders en hebben geen titel, wij helpen gewoon mensen.”
Veruit de meeste mensen hebben genoeg aan een oefening die ze leert te ontspannen en positief te denken.
Veel willen mensen wel iets doen aan hun leefsituatie of manier van denken, ze weten alleen niet hoe. Ze horen het soms van andere mensen of zien iets op de tv hierover. Ze kopen dan enthousiast een boek over een of andere methode. Daar staan zoveel, voor hen, onbelangrijke dingen in, dat ze het naast zich neerleggen. Wij geven de mensen alleen die voorlichting en techniek, die ze op dat moment nodig hebben.”
“Als ik dat zo hoor, kan iedereen het?”
“Dat is ook zo, geen mambo jambo, maar gewoon doen. De meeste mensen die wij behandelen, leren het ook andere mensen.”
“Dan zitten jullie over een tijdje zonder werk.”
“Dat is ons ideaal,” merkt Bella op.
“Met wat voor soort problemen krijgen jullie te maken?”
“Van alles Zoë, depressiviteit, burn-out, allerlei lichamelijk ziektes, seksuele problemen, dwangneuroses, fobieën, noem het maar op. De persoonlijkheid van een mens bestaat voor een groot deel uit wat hij in zijn leven heeft meegemaakt. Heeft hij veel ellende meegemaakt, zoals een slechte opvoeding, pesten op school enzovoort, dan bestaat zijn persoonlijkheid voor het grootste deel uit negatieve dingen en gedachten. In zijn gedachtewereld is dan onvoldoende plaats voor positieve dingen. Angsten, depressies en burn-outs zijn het gevolg.”
“Het is dus ook een soort alternatieve geneeskunde.”
“Als je er een etiketje op wil plakken Bruno, wat in onze maatschappij gebruikelijk is, dan is het antwoord, ja. Het probleem is dat de reguliere geneeskunde een industrie is geworden, waar geld aan verdiend moet worden. Alles wat daar niet aan meedoet, wordt op een afvalhoop gegooid of het werkt of niet. Zo worden dingen die wel werken, ook als kwakzalverij afgedaan en daar vaart de industrie wel bij. Andersom is het zo dat de alternatieve geneeskunst vaak hetzelfde doet. Degenen die hier veel geld aan verdienen zien de reguliere geneeskunst als een bedreiging. Wij zijn van mening dat je ze door elkaar en met elkaar kunt gebruiken.
Onze lichaam en geest hebben een zelf genezend vermogen. Een breuk geneest, al dan niet mooi, vanzelf, net als een griep of verkoudheid. Dit mechanisme is, mede door de moderne geneeskunde, verzwakt. Door de training wordt hij weer sterk. Je kunt die zelf genezende kracht ook op een bepaald punt of ziekte concentreren.”
Max ziet de geïnteresseerde gezichten voor zich. Het is nu wachten op de vragen over de problemen waar zij zelf mee zitten.
“Wat bedoel je met, laten we wat nemen, seksuele problemen? ”
Max heeft al gezien waar Bruno mee worstelt en daarom noemt hij het onderwerp, voortijdig klaarkomen en erectiebeheersing niet op.
“Geen erectie kunnen krijgen bijvoorbeeld.”
Ze laten alle drie hun gedachten gaan over wat Max heeft gezegd.
Max schenkt een glas wijn in en wacht rustig op de volgende vraag die er aan zit te komen. Zoë is net even eerder dan Nina.
”Kunnen wij die training óók krijgen?”
“Natuurlijk kan dat, we kunnen het meteen doen als jullie willen?”
Na de oefening gaan ze naar bed.
In bed denkt Nina wat ze allemaal met Lurch zou kunnen doen. Ze denkt ook aan wat de grote handen van Max bij haar zouden kunnen doen.
Ze fantaseerde thuis dat haar oom Klaas met zijn handen haar brand bluste, maar dit is van een ander level. Voor de eerste keer in haar leven begrijpt ze de uitdrukking ‘bloedgeil’ worden en denkt, aha, dat bedoelden ze dus op school. Ze begint de brand in haar doos te blussen met haar vingers. Ze stelt zich voor dat Max met zijn grote handen haar doos scheert en er daarna mee speelt. Hij gaat het bij mij in ieder geval doen, bedenkt ze.
Na haar orgasme, verdwijnt Max uit haar gedachten om plaats te maken voor iemand anders, haar oom Klaas. Deze oom is getrouwd met de zuster van haar vader. Hij is het enige familielid waar ze gek op is en die ook lief voor haar is, tot hij op een dag onverwacht verdwenen is.
Voor ze in een diepe slaap valt, is haar laatste gedachte, na de vakantie ga ik je zoeken. Dat ze hem eerder, onder bizarre omstandigheden, gaat ontmoeten, weet ze uiteraard niet.
Zoë en Bruno leggen met hun buiken tegen elkaar aan. Uiteraard legt zijn ‘probleem’ daartussenin. Zoë beweegt heel traag haar buik heen en weer. Bruno glimlacht tegen haar.
“Sorry, dat ik een slechte minnaar ben.”
“Het is ook mijn schuld. Tot nu toe heb ik niet veel interesse om iets van ons seksleven te maken, maar dat gaat nu veranderen.”
“Zeker met die training van Bella en Max,” beaamt Bruno.
Voor het eerst staat het probleem van Bruno niet tussen hun in, het is nu hun gezamenlijke probleem. Elkaar teder strelend vallen ze in slaap.
Hoofdstuk10
De ouders van Klaas hebben een manufacturenwinkel geopend in een dorp, vijf kilometer bij Zwolle vandaan. Klaas groeit op in de winkel en is op jonge leeftijd al de gewenste opvolger. In het dorp is veel nieuwbouw waar ook mensen, onder andere uit de stad Zwolle, komen wonen. Hierdoor verandert de samenstelling van de dorpsbewoners. Zijn ouders passen zich hier niet bij aan omdat ze onder controle van de dominee staan. Hierdoor komt hun winkel in gevaar. Klaas wil wel veranderen, hoewel hij heel goed weet dat de winkel zonder de toestemming van de dominee geen kans heeft om te overleven. Hij biedt zijn ouders aan om de zaak over te nemen. Dit mag op voorwaarde dat hij trouwt. Aan deze idiote eis moeten zijn ouders voldoen, omdat de dominee zijn zuster Fien aan Klaas wil uithuwelijken. Fien vindt het goed, niet dat het wat uitmaakt, want de beslissing is al voor haar genomen.
Klaas is niet zo van de kerk en past het assortiment van zijn winkel naar de eisen van de tijd aan, waardoor zijn zaak in gevaar is. Alleen Fien voorkomt het moeten sluiten van zijn winkel, hoewel zij ook niet erg fanatiek tot de kerk behoort. Fien kan, blijkt na onderzoek, geen kinderen krijgen en daarom besluiten ze om kinderen te adopteren. Via een agentschap komen ze in contact met een moeder die in de seksindustrie op de Filippijnen werkt. Daar is geen tijd en ruimte voor een baby, laat staan een tweeling. Voor veel mensen is een tweeling moeilijk om te accepteren, Klaas en Fien vinden het prima en zijn daarom snel aan de beurt. De tweeling groeien op tot, lange, beeldschone, halfbloed, vrouwen. Op school zijn ze beroemd en worden ze met eerbied behandeld, vanwege hun sterke karakter en hun rappe meedogenloze tong. Omdat er steeds meer mensen van buiten het dorp in de nieuwbouw komen wonen, begint Klaas een afdeling luxe ondergoed. Deze naam is listig uitgezocht, want lingerie zal zeker tot een boycot leiden. De spanning tussen Klaas en de dominee loopt hierdoor wel verder op. Het breekpunt tussen de twee wordt bereikt als de dominee hoort dat Nina, ondanks zijn verbod, af en toe bij Klaas op visite gaat.
Het kerkbestuur komt op visite en vertellen hem dat hij kan vertrekken. Heel even denkt Klaas eraan om de strijd aan te gaan. Dat hij meer dan de helft van zijn klanten kwijt zal raken geeft de doorslag. Ze hebben ook al een opvolger voor hem, een jongere broer van de dominee. Zes maanden later is die failliet. Klaas begint een winkel in Breda. Zijn Fien kan daar niet aarden. De ruzies hierover worden steeds heviger, tot ze gaan scheiden. Fien en de tweeling gaan terug naar haar dorp. Zij wordt weer helemaal van de kerk waardoor de tweeling, die de vrijheid van Breda gewend zijn, terugkeren naar hun vader. Door de scheiding en de strijd om de dochters raakt Klaas de weg kwijt. Hij verwaarloost zijn zaak waardoor er steeds vaker een deurwaarder aan de deur komt.
Met zijn meiden gaat het prima in Breda. Op school proberen veel jongens ze te versieren, weinigen slagen daarin. Opscheppen over het veroveren van een van de ijzeren tweeling, gebeurd niet. Een enkeling die hier niet van op de hoogte is merkt dit op een verwoestende manier. Tijdens de middagpauze in de kantine krijgt het slachtoffer een cadeau aangeboden.
“Alsjeblieft, dit is voor jou.”
Met een rood hoofd vanwege de onmiddellijke belangstelling van alle aanwezigen in de kantine, mompelt hij:” Een plastic vergrootglaasje, wat moet ik daarmee?”
“Dan kan je, wanneer je wilt wippen, dat véél te snel druppelende piemeltje van je vinden.”
Een van de jongens ontsnapte ternauwernood aan een afstraffing door tegen zijn vrienden te zeggen: “Ze heeft prachtige borsten het zijn net gootsteenontstoppers.”
De dames kregen dit te horen waardoor na enig onderling overleg en de afweging dat hij echt zijn best had gedaan, besloten wordt tot een waarschuwing.
Klaas ziet nog maar een oplossing om uit zijn problemen te komen, zelfmoord. Hiervoor heeft hij een krankzinnig plan bedacht. De plek waar hij dat wil doen is zijn geliefde Cote d’Azur. Zijn dochters zijn oud genoeg om zelfstandig verder te leven. Om dit financieel te kunnen heeft hij een levensverzekering afgesloten, met zijn dochters als begunstigden. Zelfmoord is uitgesloten in de polis, dus moet hij net doen of hij is verongelukt. Hij boekt een huisje voor twee weken dicht bij het strand. Onderweg naar Frankrijk overdenkt en verfijnt hij zijn plan. Zijn dochters zijn blij dat hun vader weer plannen heeft voor de toekomst en deze vakantie heeft geboekt. Dit past heel goed in het plan van Klaas. Hij besluit om de eerste paar dagen vrolijk te doen en net of hij geniet van de vakantie. Eerst aan het strand bruin worden, dan ga ik het doen, neemt hij zich voor. De dochters van Klaas trekken een spoor van vernieling in de mannelijke hormonenhuishouding op het strand. Weemoedig kijkt Klaas over het strand tot hij zijn naam hoort roepen. Hij herkent onmiddellijk de stem, die hij onmogelijk kán herkennen.
Hoofdstuk 11
De volgende morgen schijnt, door een klein gaatje in het luik van haar slaapkamer, een zonnestraaltje op het gezicht van Nina. De warmte ervan kriebelt als een vlieg op haar gezicht, ze probeert hem weg te slaan, waardoor ze wakker wordt en mompelt: “Waar ben ik.”
Ze hoort in de verte gelach en weet weer waar ze is. Op zondagmorgen in de hemel en niet in een bedompte kerk waar sombere mensen schijnheilig naar haar vader de dominee, zitten te luisteren. Max kijkt om de hoek van haar kamer en vraagt: “Hé, ‘mafkop’, heb je honger?”
Even is daar een moment van verlangen naar haar moeder. Met absolute zekerheid weet ze dat zij dit soort leven en vrijheid ook zou willen. Leven en liefhebben is iets wat thuis alleen stiekem mag gebeuren. Knuffelen is volgens haar vader maar sentimenteel gedoe. Max ziet de pijn in haar ogen en gaat bij haar op bed zitten.
”Je bent niet zomaar los van je verleden.”
Ze gaat zitten en slaat haar armen om hem heen. Hij voelt de tranen over zijn borst lopen. Met zijn grote hand wrijft hij over haar rug. Het snikken stopt geleidelijk. Ze laat hem los, draait haar hoofd en geeft hem een korte en stevige kus op de mond.
“Ik heb honger.”
“Dan gaan we eten, ik heb stokbrood en croissantjes gehaald.”
“Eerst die tranen wegzwemmen.”
“Zo is dat, niemand hoeft het te weten.”
Brullend van vreugde en energie, rent ze naar het zwembad. De anderen zitten bij de ontbijttafel, prettig verbaasd, naar haar te kijken. Ze eet bijna een heel stokbrood op.
Nadat alles is opgeruimd, zitten ze met een thermoskan koffie en een zak vol, plakkerige, met jam gevulde Beignets onder de rietmatten.
“Als je naar huis wil bellen Nina, kan je onze zaken telefoon gebruiken, dat is veel goedkoper dan je prepaid,” biedt Bella aan.
“Dat zal ik doen, hoewel ik daar voorlopig nog geen zin in heb.”
“Waarom niet?”
“Ik zal jullie vertellen hoe het bij mij thuis toegaat.”
“Kijk,” onderbreekt Bella haar en wijst naar een boom aan de andere kant van het terras.
“Daar heb je Knabbel en Babbel onze eekhoorns.”
Ze kijken hoe de twee, om en langs de boom achter elkaar aan rennen.
“Zo gaat het bij ons thuis nou ook.”
Bella spuit de slok koffie die ze net heeft genomen over het terras.
“Gaat het weer een beetje?”
“Waarschuw voortaan even, Nina.”
“Weet ik dat jij zo hysterisch reageert. Kan ik weer?”
“Je kunt.”
“Mijn vader is een Dominee én een tiran, een verfijnde combinatie dus. Bij ons thuis mag nooit iets van mijn vader en mijn moeder is veel te bang om tegen hem in opstand te komen, ik snap niet wat die man voor macht over haar heeft. Ik kon dus vrijwel nietsdoen en nergens heen, want hij houdt ons als de CIA in de gaten. Af en toe ging ik naar Zoë of mijn oom Klaas. Hij is de enige in de familie waar ik héél goed mee kan opschieten. Als ik naar hem of Zoë toe ga, moet ik dat doen als mijn vader er niet is. Dat komt omdat mijn oom en vooral Zoë niet zo erg van de kerk zijn. Gelukkig geeft mijn tante Fien het niet door aan haar broer. Omdat hij getrouwd is met de zuster mijn vader, wordt hij door hem en de kerk gedoogd. Ze hadden een ‘klerewinkel’ in het dorp en op een dag is zijn winkel dicht en zijn ze verdwenen.
“’Klerewinkel’, Nina, dat is toch geen taal voor een dame.”
“Dan weet je dat ik dat niet ben. Heb je nog meer te zeuren Max?”
“Ik durf niet meer.”
“Mooi, waar ben ik ook al weer. O ja, ik was helemaal kapot toen ik het zag. Ik heb die avond, tot ik niet meer kon, gehuild. Ik voelde me in de steek gelaten door mijn oom, de enige in mijn familie die ik kon vertrouwen. Ik weet dat mijn vader iets met zijn verdwijning te maken heeft. Om bij ons te kunnen overleven moet je niet laten blijken dat je ergens mee zit of verdriet hebt. Doe je dat wel dan heeft mijn vader de allerhoogste lol en dat gunnen wij hem niet. Na drie dagen kon ik het opbrengen om aan tafel, op een volkomen onverschillige manier, te vragen: ‘Waar is oom Klaas eigenlijk heen? Zijn winkel is dicht.’
Ik zag mijn moeder bevriezen, maar ik liet niets blijken. Hij keek naar me en ik keek totaal onverschillig terug. Daar had hij niet op gerekend, hij zei diep teleurgesteld: ‘Ik weet het niet. Ze waren zomaar weg, misschien liep de winkel niet zo goed.’
Mijn moeder, die oom Klaas ook érg graag mag, móést het weten, ze durfde alleen niets te zeggen. Ik begon een manier te bedenken om vrij te zijn, zodat ik mijn oom kan zoeken. Het enige wat ik kon bedenken was, dat ik daarvoor mijn rijbewijs moest halen. Dat zou mijn vader nooit goed vinden dus ik wachtte mijn kans af om het toch voor elkaar te krijgen.”
Nina heeft dorst.
“Max! Waar blijft dat drinken, ik leuter me suf en ik droog helemaal uit.”
“Sorry, ik ren al.”
“Zie je wel, altijd gedienstig.”
“O, ik dacht dat je daar Lurch mee bedoelde.”
“Die ook ja.”
Max komt terug met een kan limonade en ijs.
“Eindelijk! Dat jij het uithoudt met die vent Bella.”
“Dat begrijp ik zelf ook niet, maar vertel verder, het is net zo spannend.”
“Eh, waar was ik? O ja. Op een avond zit ik bij Zoë televisie te kijken. Dat vind ik leuk, want bij ons thuis mag dat niet. Ik zie een programma over mensen, die met hun auto, hulpbehoevenden naar de kerk rijden die daar anders niet kunnen komen. Dit is het, dacht ik. Héél zorgvuldig deed ik mijn verzoek en bad dat mijn moeder me zou helpen. Tijdens het eten zei ik: ‘paps, ik heb gehoord van mensen die met hun auto mensen naar de kerk brengen die anders niet kunnen. Dat wil ik ook met onze auto doen in onze gemeente.’ Het wonder geschied en mijn moeder zei: ‘dat is toch een geweldig idee van Nina om je naasten zo te helpen.’
Hij voelde de adder onder het gras, omdat hij hem niet kon vinden zegt hij: ‘doe dat maar.’
Ik haal mijn rijbewijs, mijn paspoort naar de vrijheid, dat weet ik zeker. Vraag niet hoe ik aan dat waanidee kom, het is nu eenmaal zo. Op een avond zit ik bij Zoë en daar komt onze lieve Bruno binnen. Enthousiast vertelt hij over de vakantie die hij bedacht heeft. Een paar weken met een tent naar zuid Frankrijk. Zoë is direct enthousiast en ik stik van jaloezie. Niet van afgunst hoor, ik gun het ze van harte, maar wat wil ik graag mee. Bij ons thuis probeert mijn moeder af en toe een gesprek te beginnen over een vakantie naar Frankrijk. Voor ze hier drie woorden over zegt, begint mijn vader meteen een preek over de frivoliteiten in het land van de duivel. Nu ben ik het zéér zelden eens met mijn vader, wat betreft de duivel heeft hij wel gelijk, want ik heb hem zelf ontmoet of sterker nog, hij zit nu vlak bij me.”
Met de opmerking: “Bella, zie jij hier een duivel?” speelt Max het spel mee.
“Ik zie er twee. Jij en Lurch.”
“Zo is dat Bella. Ik zeg tegen Zoë en Bruno dat ik graag wil meegaan.
Bruno is degene die mij toen liet nadenken over de toekomst en het leven dat ik leed. Misschien wil jij vertellen hoe dat is gegaan lieve Bruno?”
“Dat wil ik wel. Ik zeg die avond tegen Nina: ‘dan ga je toch mee.’
Ik had wel wat gehoord over haar situatie thuis, maar weet ik veel. Ze antwoord: ‘dat mag niet van mijn vader.’
Ze is twintig, dan heeft die lul daar toch niets over te zeggen, denk ik. In mijn naïviteit zeg ik dus: ‘je bent volwassen, daar heeft je vader niets meer over te zeggen.’
Nou, nou, dat heb ik geweten. Ze brulde iets als, ‘ongehoorzaam zijn aan je ouders, dat mag niet van de kerk.’
Ik schrok me rot en ik weet nu hoeveel macht hij over haar heeft.”
Zoë neemt het van Bruno over.
“Ik zie een knallende ruzie aankomen want Bruno heeft, net als ik, een hekel aan de kerk, niet aan het geloof hoor, daar wil ik wel onderscheid in maken. Net op tijd roep ik: ‘Stilte, daar praten we wel een andere keer over.’
Nina vervolgt zelf haar verhaal.
“Ik ga die avond naar huis, met de woorden van Bruno, in mijn hoofd: ‘Daar heeft hij niets meer over te zeggen.’
Ik begin manieren te bedenken om onder zijn tirannie uit te komen. Samen met mijn moeder tegen hem in opstand komen is uitgesloten, dat zal ze nooit durven. Als ik het alleen doe dan is er altijd ruzie en daar wil ik mijn moeder niet aan blootstellen. Het is door Bruno gekomen dat ik wil ontsnappen en hij geeft me ook de oplossing om dit te doen. Tijdens een avond bij Zoë, waar het onderwerp weer ter sprake komt, zegt hij: ‘waarom ga je niet op kamers wonen, dan ben je van je vader af en kan je toch je moeder zien.’
Ik kon hem wel zoenen, maar toen wist ik niet of Zoë dat goed vind, dus bij deze.”
Het vertellen van het verhaal kost Nina meer moeite dan ze zelf in de gaten heeft en Max besluit een pauze in te lassen.
“Sorry even tussendoor, wat we eten vanavond?”
“We kunnen in ons restaurantje gaan eten,” oppert Bella.
“Leuk, dan trakteren wij, we zijn al genoeg aan het parasiteren.”
Omdat ze na het ontbijt niets meer gegeten hebben, is de tijdspanne tot de volgende maaltijd wel erg lang. Max belt daarom naar hun tentje. Na een kort overleg zijn ze bereid om, na de siësta, met onder andere de lesjes van de lunch, iets in elkaar te breien zoals ze het bescheiden noemen.
“Nu eerst even zwemmen, ik ben heet geworden door de zon. Kom om op Max, ik wil op je nek zitten en daarvan af duiken.”
Max laat zich zakken en steekt zijn hoofd tussen de benen van Nina en tilt haar op. Uit zijn handen vandaan neemt ze een duik in het zwembad. Ze voelt zich opgelucht en verdrietig tegelijk. Aan de ene kant haar vader aan de andere haar moeder. Max gaat naast haar staan.
“Wie weet ontsnapt je moeder ook wel.”
“Ik hoop het wel.”
Nina wil niet langer wachten om haar verhaal af te maken. Dan ben ik er maar vanaf, is haar idee daarover.
“Hallo allemaal. Zal ik verder gaan met mijn spannende en intrigerende story?”
Zoë laat de paal van Bruno los en Bruno de borsten van Zoë. Ze waren hier ‘onopvallend’ mee aan het spelen, staande in een hoek van het zwembad. Uiteraard heeft Bella gezien wat ze doen. Zoë passeert haar en Bella zegt onhoorbaar voor de anderen: “Lekker gevoel is dat als hij in je hand stijf wordt, vind je ook niet?”
“Zalig. Ik denk dat we straks even een tukje gaan doen.”
“Je hebt gelijk.”
Bruno heeft zijn erectie weer onder controle en loopt achter de anderen aan het terras op. Nina sorteert haar gedachten en begint weer te vertellen.
“Nu ik heb besloten uit huis te gaan, moeten er een heleboel problemen opgelost worden. Het zoeken van een kamer en het inrichten is snel opgelost. Zoë heeft familie in Zwolle waar een kamer leegkomt. Vrienden en familie van Bruno en Zoë hebben wat spulletjes over, veel heb ik niet nodig, dat heb ik thuis ook niet. Eén probleem is niet zo makkelijk en dat is geld. Met Zoë en Bruno hebben we geïnformeerd naar een uitwonende beurs, maar dat is niet genoeg om alles te betalen. Een baantje zoeken is de oplossing en ik heb alles voor elkaar. Nu moet ik het nog aan mijn moeder vertellen. Op een avond is mijn vader naar de kerk en heb ik genoeg moed verzameld om haar mijn plan te vertellen. Ze kijkt me een tijdje aan zoals ze nog nooit gedaan heeft en begint te stralen. Dat heb ik nog nooit gezien, mijn moeder het bange grijze muisje, is enthousiast. Ze wil weten hoe ik het ga doen en of er problemen zijn.
Geld is het moeilijkste zeg ik. Ik neem een uitwonende beurs en ga een baantje zoeken. ‘Laat dat baantje maar zitten concentreer jij je maar op je studie,’ zegt mijn moeder. Ik snap niet wat ze daarmee bedoelt tot ze zegt: ‘ik leg er wel bij wat je tekortkomt.’
Dáár snapte ik niks van. Ze krijgt een bedrag voor de boodschappen en verder doet mijn vader alle geldzaken, dus ik vroeg haar hoe ze dat wil doen. ‘Dat is een geheim dat ik voor je vader heb. Ik heb van mijn ouders geld geërfd en daar weet je vader niets van, alles loopt via een notaris. Tot nu toe heb ik daar nog geen gebruik van hoeven maken, nu help ik jou.’
Daar stond ik even van te kijken, mijn moeder heeft geld en ik snapte toen helemáál niet meer waarom ze bij hem blijft.”
Zoë gaf haar vriendin een adempauze en vertelt verder: “Na een maand is de kamer vrij en in het diepste geheim richten we die in. Met het geld van Nina’s moeder kopen we de ontbrekende spullen. Voor dat ze het haar vader gaat vertellen hebben we, met de auto van Bruno’s vader, haar spullen al overgebracht naar haar kamer. Ze heeft namelijk geen idee hoe hij zal reageren.”
Nina voelt zich steeds sterker worden en het lucht haar op om het verhaal samen met haar vrienden te vertellen, ze vervolgd.
“Tijdens het eten ga ik de bom laten barsten. Eerlijk gezegd had ik daar ook veel zin in, eindelijk heb ik hém te pakken. Tijdens het eten zeg ik.
‘Paps ik moet je wat vertellen. Ik ga vanaf vandaag op kamers in Zwolle wonen.’ Hij stikte bijna in zijn eten en schreeuwde, jij gaat nergens heen, ik houd je spullen hier.’
‘Mijn spullen zijn al op mijn kamer, ik ga daar nu heen.’ Het dringt tot hem door dat mijn moeder in het complot zit en hij springt overeind in haar richting. Ze krimpt in elkaar. Ik ben ijzig kalm en ik zeg tegen hem: ‘als je mijn moeder met één vinger aanraakt dan stuur ik mijn vrienden op je af smerige lafbek.’ Hij weet dat hij verloren is en vliegt woest de kamer uit. Zo is het dus gekomen en na de vakantie ga ik op zoek naar mijn oom Klaas.”
Ze krijgt een bescheiden applaus en complimenten voor haar kracht en positieve houding, ondanks haar opvoeding.
Hoofdstuk 12
Na het verhaal van Nina willen Zoë en Bruno afmaken waar ze in het zwembad mee zijn begonnen.
“Wij gaan een tukje doen,” zegt Zoë.
Nina haalt adem om hier iets over te zeggen, dat gesmoord wordt door een razendsnel geplaatste, grote, hand op haar mond. Nadat Zoë en Bruno weg zijn verdwijnt ook de hand op haar mond.
“Phoe! Tukje doen, neuken zal je bedoelen.”
“Heb je daar wat op tegen?”
“Nee, voor mijn part doen ze het hier op het terras, dan krijgen ze van mij een staande ovatie. Geen smoesjes, lekker gaan doen waar je zin in hebt.”
“Niet iedereen denkt zo.”
“Dan zal ik ze dat leren.”
“Uitslover.”
“Gaan jullie ook maar lekker neuken, dan kan ik even ongestoord van de stilte genieten.”
“Een irritant typje ben je wel.”
“Echt wel en dat wordt alleen maar erger.”
“Engeltje, duiveltje,” neuriet Bella.
Bruno en Zoë komen hand in hand het terras oplopen.
“Was het lekker?”
“Gaat je niets aan Nina.”
“Dat is het juiste antwoord,” vindt Max.
“Sorry hoor.”
Bella neemt Zoë even apart om haar het gebruik van de vaginale douche uit te leggen. Op haar vraag waarom, antwoordt Bella: “Dat leg ik morgen wel uit.”
Onderweg naar het restaurant is geloot wie terug moet rijden, Bruno verliest. Bij aankomst, worden Bella en Max zéér hartelijk, begroet door de restauranthouder en zijn vrouw. De jongelui wachten dit op enige afstand af.
Nina kijkt er verwondert naar.
“Zie je dat Zoë? Ze zijn wel héél erg, eh, intiem bevriend. Zo te zien doen ze wel meer dan alleen vrienden zijn.”
“Daar kan je weleens gelijk in hebben.”
“Jullie zoeken overal wat achter. Het zijn gewoon heel leuke mensen,” sust Bruno de gemoederen.
“De knopjes in de topjes vertellen een ander verhaal, Bruno.”
“Nu je het zegt, Zoë. Wel een lekker gezicht.”
“Probeer je ons wijs te maken dat je dat nog niet gezien hebt.”
“Natuurlijk heb ik dat wel gezien Nina. Ik bedoel het…”
“Laat je niet opnaaien door die snol, Bruno.”
“Daar heb je gelijk in Zoë. En over knopjes gesproken.”
“Rotjoch.”
De Fransen komen na enig aandringen van de hele groep, tijdens het eten, bij ze aan tafel zitten. Het stroeve schoolfrans is na een aantal glazen wijn soepeler.
Manou zit tijdens het eten Bruno te bestuderen en andersom. Het is liefde op het eerste gezicht. Nina en Zoë zijn ook wel in beeld bij haar, maar Bruno is het helemaal. Na het eten vraagt Bella aan de groep of zij Manou een uurtje bezig willen houden want ze moeten wat bespreken. In rap Frans wordt Manou toegesproken, ze reageert zeer enthousiast.
“We gaan eerst naar de speeltuin,” beslist de vijfjarige Manou.
Hand in hand met Bruno gaat de groep richting de speeltuin. Na twintig meter lopen is Manou ‘moe’ ze steekt haar armen uit naar Bruno die haar optilt en op zijn nek zet. Tijden het lopen vertelt ze over de dingen die ze onderweg zien. Nina zegt, tijdens een pauze, in het gesprek tussen Manou en Bruno: “Wedden dat Lurch al in een warm, nat Frans holletje zit en Bella een Franse eikel, niet letterlijk bedoeld, in een van haar natte en Nederlands holletjes heeft zitten.”
“Daar hoeven we niet over te wedden, want er is niemand die het tegendeel gaat beweren.”
Manou is dicht bij de speeltuin en met een paar klappen op het hoofd van Bruno, is aangegeven dat de dame op de grond gezet wenst te worden. De kuipschommel is haar eerste keus. Dit heeft Bruno bij een nichtje van hem eerder gedaan. Hij legt haar plat op haar rug in de kuip, duwt de schommel van zich af, trekt hem daarna zo ver mogelijk naar hem toe en met alle kracht duwt hij de schommel weer van zich af. Met een mengsel van lachen en gillen vliegt ze door de lucht.
“Het kriebelt in mijn buik,” roept ze. Hij laat de kuip uit schommelen tot hij bijna stilstaat. Ze steekt vijf vingers in de lucht om te melden dat ze dit nog zoveel keer wil doen. Manou wil hierna naar de rivier. Af en toe komen de vrouwen in beeld. Die moeten haar tussen zich in nemen en rennen, waarna zij ze gebruikt als schommel. Dan is ze weer ‘moe’ en zit op de schouders van Bruno tot ze bij de rivier zijn. Pootjebaden, Bruno nat spatten, wegrennen wanneer hij het terugdoet, zijn haar favoriete spelletjes. Ze bekijken vlinders en bloemen tot het tijd wordt terug te gaan.
De nieuwe groep belle ‘ollandaise’ maakt indruk op de Fransen. Met de belofte dat ze snel een keer terugkomen, nemen ze omstandig en met veel kussen afscheid. Met een hoop uitbundigheid en luide muziek rijden ze terug naar de villa.
In het zwembad wordt het zweet en de hitte van de middag afgespoeld. Nina ligt op haar ligstoel onder de rietmatten, te fantaseren over vrijen. Ze probeert aan iets anders te denken, het lukt haar niet. Ze gaat op zoek naar het waarom. Stommeling, denkt ze, je hebt gewoon een enorme achterstand in je ontwikkeling. Ik ga die achterstand wegwerken en daarvoor kan ik op geen betere plek zijn dan hier. Nog een geluk dat Zoë mij over de pil heeft voorgelicht. Toen moest ik nog niets van seks weten, nu komt het goed uit. Nu nog een slachtoffer vinden om het te doen. Max lijkt me wel wat, als Bella dat goed vindt, wat mij niet eens zou verbazen.
Ze besluit een gesprek over het onderwerp te beginnen.
“Weet je wat ik zo gek vind Bella, op school krijg je voorlichting over hoe een zaadje bij een eitje komt, maar hoe je dat een beetje lekker moet doen, daar wordt niet over gepraat.”
“Daar heb je gelijk in Nina. Veel mensen vinden het moeilijk om dit met hun kinderen te bespreken. Ze denken, dat komt wel op school of ze horen het wel van vriendjes en vriendinnetjes. Het praten over de pil en condooms gaat nog wel, maar veel intiemer moet het niet worden. Bij meisjes wordt verondersteld dat ze het van hun vriendjes leren. Van jongens denkt men dat ze automatisch geweldige minnaars zijn.”
“Er zou een opleiding moeten komen,” meent Zoë.
“Een schriftelijke cursus, is dat wat?” oppert Max.
“Max, moet jij het gras niet maaien of zoiets.”
“Nee Nina, daar wacht ik mee tot jij dat gaat doen.”
“Dat ga ik heus wel doen en houd je nu even buiten dit gesprek op niveau.”
“Is dat niets voor jouw Bella? De hogeschool der seksuele kunsten,” stelt Bruno voor.
“Laat me raden Bruno, dan ben jij de eerste leerling.”
“Waarom niet, ik weet dat ik een slechte minnaar ben Nina.”
“Op het moment dat je dat durft te zeggen ben je al halverwege de oplossing van je probleem,” troost Bella.
“Dat heb ik weer, iedereen heeft een vriendje behalve ik.”
“Ik ben toch je vriend.”
“Daar heb ik wat aan Max, ik wil seks.”
“De zon en de wijn hebben een heel vreemde uitwerking op jou.”
“Sorry Max, je hebt gelijk. Morgen praten we hier verder over Bella, is dat goed?”
“Natúúrlijk, we zullen je zeer uitgebreid voorlichten.”
De maan is vol en ongewoon groot. Zijn licht zet alles in zwart en wit neer waarvoor hij complimenten krijgt van de groep.
“Ik wil niet alleen zijn vannacht, mag ik bij jou slapen Zoë.”
“Gezellig.”
Die nacht slaapt Bruno alleen.
Hoofdstuk 13
Doortje, de moeder van Nina, zit in de huiskamer na te denken over haar toekomst. Ze komt tot de trieste conclusie dat er geen toekomst is. Als vrouw en moeder heeft ze volkomen gefaald vindt ze zelf. Nina, haar enig kind, heeft ze niet kunnen beschermen tegen de tiran waar ze mee getrouwd is. Nina is daardoor zonder levensvreugde opgegroeid. Het geheim van Doortje, dat ze al die jaren met zich meedraagt, heeft haar geestelijk zo ondermijnd, dat ze niet in staat is om te ontsnappen aan haar kwelgeest. Vaak komt wat er allemaal gebeurd is, in haar gedachten. Ze vraagt zich af hoe ze zo naïef heeft kunnen zijn. Op een avond is ze ontsnapt aan het alziende oog van haar streng christelijke ouders en met een buurmeisje naar een feestje gegaan. Op dat feestje heeft ze gedaan, waar ze al een tijdje naar verlangt, met mannen naar bed gaan. Die mannen hebben haar wijsgemaakt dat ze voorzichtig zijn en dat er niets kan gebeuren. Doortje vond het zalig, ze werd wel zwanger van Nina. Zestien jaar en zwanger. De schande in de familie is, gigantisch. Wie is de vader, is de grote vraag van haar ouders. Beschaamd vertelt ze wat ze heeft gedaan.
“Je weet niet eens wie de vader is!”
De dominee is erbij gehaald en die heeft een oplossing, Doortje gaat met zijn zoon Gerrit trouwen en net doen of het kind van hem is. De twee zijn op ‘vakantie’ gestuurd naar een bevriende dominee in Friesland. Daar trouwen ze en is Nina geboren. Gerrit vindt het prima, want Doortje is een schitterende vrouw en hij ziet er niet uit. Ze gaan een leven van frustratie en verdriet tegemoet. Gerrit stort zich op zijn studie en wordt dominee in het plaatsje waar ze nu wonen. Diep in haar hart heeft Doortje óók medelijden met hem. Hij is een product van zijn opvoeding, hoewel hij op zijn minst een heel klein beetje lief tegen haar en Nina kan zijn, dat is volgens de Bijbel toch niet verboden. Gerrit waakt ervoor dat de geschiedenis van Doortje zich niet met Nina gaat herhalen. Met indoctrinatie en dreigen met geweld, heeft hij haar tot een volmaakt seksloos en vreugdeloos meisje gekneed. Het voorbeeld van het huwelijk van Nina’s ouders, heeft daar ook aan meegeholpen. Ze vrijen nooit, hij is veel te bang dat ze, net als in het verleden, uit de band zal springen.
Hierdoor hoeft ze de pil niet in te nemen, wat ook absoluut verboden is. Ze wil hem wel omdat ze heel veel problemen heeft met haar ongesteldheid. Voorzichtig heeft ze met Gerrit hierover gesproken. Uiteraard is hij woest en zegt dat haar ongesteldheid een straf van god is. Via haar notaris en zijn vrouw krijgt ze, stiekem, toch de pil.
Ze slapen gescheiden, dat vindt ze in het begin raar, later wel prettig.
Ze overdenkt de belemmeringen om bij Gerrit weg te gaan nog een keer.
Als ze wegloopt, dan zal hij haar verstoten uit de kerk en het dorp. Gerrit regelt alles voor haar, zonder hem kan ze niets en waar moet ze in godsnaam heen. Door haar geestestoestand is ze niet in staat om de voordelen te zien. Langzaam beginnen de tranen over haar wangen te lopen. Op dat moment begint de grote verandering, want Doortje krijgt een bondgenote, al weet ze dat nog niet. Deze bondgenote weet waar Gerrit op dat moment is en wat hij daar uitvoert. Het is de dochter van de vrouw waar Gerrit een verhouding mee heeft. Bij toeval heeft het meisje ontdekt, waar haar moeder na de vergaderingen van de kerk heengaat. Ze heeft ze gezien door een spleet in het gordijn. Ze heeft al een ongelofelijke hekel aan de dominee en nu ziet ze hem samen met haar moeder. Huilend is ze naar huis gerend. Haar vader vraagt wat er is, ze durft het niet tegen hem te zeggen. Op haar kamertje huilt ze zichzelf in slaap. Ze weet niet wat ze met haar ontdekking moet doen, ze besluit Doortje in te schakelen. Op de avond van de volgende vergadering belt ze naar Doortje.
“U moet nu meteen gaan kijken in het dorpshuis, het is heel belangrijk, uw man is in gevaar.”
De verbinding is meteen verbroken. Doortje denkt er over de politie te bellen. Het dringt al snel tot haar door dat iedereen al lang dood en begraven is, voordat die er zijn.
Doortje pakt een pook bij de open haard en loopt de deur uit. In een paar minuten is ze bij het dorpshuis. Voorzichtig probeert ze de deur open te doen, hij is op slot. Ze ziet een flauw lichtschijnsel in de gang, dus er moet wel iemand aanwezig zijn, is haar terechte conclusie. Ze loopt naar de achterkant. Daar is iets meer licht door een klein streepje tussen de gordijnen, het is groot genoeg om doorheen te kunnen kijken. Doortje ziet háár Gerrit en een vrouw in een positie waar ze zelf maar niet eens meer aan denkt. Hijgend van schrik en kwaadheid blijft ze staan. In haar hersenen begint het langzaam door te dringen wat ze nu eigenlijk gezien heeft en in één tel wordt alles helder. Dit is wat Doortje nodig heeft om uit haar psychische coma te raken. Haar eerste reactie is om een steen naar binnen te gooien, om te laten zien dat ze haar man betrapt heeft. Op dat moment komt Nina in haar gedachten, ze is volmaakt gelukkig, voelt ze. Ze begrijpt daar niets van. Door deze boodschap wordt ze griezelig kalm. Op voor haar onverklaarbare manier, zijn alle bezwaren tegen een scheiding verdwenen. Ze wil gillen van vreugde. Ze is vrij, ze is genezen.
Na haar avontuur bij het dorpshuis gaat Doortje direct naar haar kamer, bang dat Gerrit het aan haar kan zien. Ze kijkt naar zichzelf in de spiegel en ziet het eeuwige knotje in haar prachtige haren en de afschuwelijke jurk die ze altijd dragen moet. Ze kleedt zich volledig uit en gaat voor de spiegel staan. Ze pulkt de knot los en borstelt het glanzende blonde haar. Het valt tot op haar borsten. Ze inspecteert haar verdere lichaam. Ik heb nog hetzelfde figuur als Nina alleen wat ouder, denkt ze. Behaaglijk streelt ze zich en fluistert herhaaldelijk: “Ik ben nog mooi, ik ben nog mooi.”
Doortje gaat op bed liggen en begint uit te pluizen hoe ze, wat er die avond gebeurd is, in haar voordeel kan uitbuiten. Het is niet eenvoudig, want Gerrit heeft overal in het dorp zijn vrienden en spionnen. Ze zullen hém en niet haar geloven. Ik moet zorgen dat ik hem het huis uit kan werken, denkt ze. Dat wordt haar doel. Vanuit die positie kan ze verder werken aan haar toekomst. Komt ze nu op straat te staan, dan kan ze nergens heen en heeft ze niets meer. Ze begint haar mogelijkheden te overwegen en denkt, ik schakel een privédetective in. Wie kan ik vertrouwen? Niemand. Ik kan naar een advocaat gaan. Nee, ook niet. Gerrit zal het gewoon ontkennen. Er is dus niemand die haar kan helpen, ze moet het helemaal zelf doen. Doortje maakt haar hoofd leeg en begint te bidden om hulp. Met een schok zit ze rechtop en denkt, ik heb het. Ik ga er de volgende keer weer heen en maak een paar foto’s. Ik sta in het donker in de gang, ze kunnen nooit zien wie de foto’s maakt. Het idee is geboren, nu de uitwerking nog. Het eerste probleem is om binnen te komen. De deur zat op slot. Ze besluit een sleutel van het dorpshuis aan Willemijn van de koffie te vragen. Met een smoesje lukt dat wel, zonder argwaan te wekken. Doortje is mentaal steeds sterker. Bij iedere stap van het plan wordt ze scherper en meer vastberaden. Ze koopt een simpel en volautomatisch fototoestel met flitser, dan kan er niets verkeerd gaan. Haar plan is klaar.
Hoofdstuk 14
Op de avond van de vergadering verschuilt Doortje zich in een kast. Ze hoort Gerrit en de vrouw binnenkomen en wacht in spanning af tot ze gaan beginnen. De geluiden van kleding uit trekken gaan over in gehijg. Voorzichtig sluipt ze de gang in en begint foto’s te maken. Ze kan er, veilig, vijf maken voor de twee enigszins beseffen wat er gebeurt. Doortje opent de buitendeur en rent naar huis. In het dorpshuis is grote paniek uitgebroken. Gerrit en de vrouw beginnen zich aan te kleden.
“Wie kan dat nou zijn?” kreunt Gerrit.
“Hoe moet ik dat nou weten,” moppert de vrouw.
Doortje heeft het fototoestel zorgvuldig verborgen en is in bed gekropen. Gerrit loopt met een zak bevroren doperwten in zijn maag naar huis. Hij verdenkt Doortje, alleen zijn verstand zegt dat het niet kan. Alles is donker wanneer hij thuiskomt. De overtuiging dat het Doortje is, wordt zwakker. Gerrit gaat naar bed en valt af en toe in een hazenslaapje, voor de rest ligt hij in een cirkel te overdenken, wie en waarom. De volgende morgen hoort hij Doortje al vroeg in de keuken rommelen. Hij gaat naar beneden om zijn ontbijt te nuttigen. Hij merkt niets aan haar, alleen is ze wat vrolijker dan anders. De pijn in zijn maag heeft zijn keel bereikt en met slokjes water probeert hij het branden tegen te gaan.
“Is er wat Gerrit, je ziet zo bleek?”
“Nee hoor, niets aan de hand, ik heb alleen last van mijn maag.”
“Ik ga toch boodschappen doen, ik neem wel wat voor je mee.”
“Wel een bonnetje vragen, want het is aftrekbaar en geef niet te veel uit.”
Dat is de laatste keer dat je dat tegen mij zegt smerige krent, denkt ze.
Doortje gaat naar háár notaris om de foto’s te laten printen en meteen het toestel in bewaring te geven. De notaris, die heimelijk verliefd op haar is geeft haar een compliment: “Dat heb je slim gedaan. Wat ga je met die foto’s doen?”
“Dat moet ik nog bedenken.”
Ze neemt de tijd om op een terras, voor de eerste keer in haar huwelijk, te genieten van een kopje cappuccino, terwijl ze haar volgende stap overdenkt.
Met de foto’s in haar hand loopt ze zingend naar huis. Vanwege het zingen en de vrolijkheid, is ze door de dorpelingen argwanend bekeken en ze denkt, wacht maar stelletje achterbakse gluiperds, er staat wat te gebeuren. Op het moment dat hij Doortje zingend hoort binnenkomen, in plaats van allerlei excuses te maken, omdat ze zo lang is weggebleven, zegt de intuïtie van Gerrit, dat het toch Doortje is die de foto’s gemaakt heeft.
“Gerrit! Ik heb wat leuks voor je.”
Hij vindt het helemáál niet leuk. Hij begint te smeken en belooft beterschap. Hij dreigt met uitzetting uit de kerk.
“Mooi, kan dat vandaag nog? Je krijgt tot morgenmiddag de tijd om je persoonlijke spullen mee te nemen en dan moet je wegwezen.”
“Maar waar moet ik heen?”
“Dat interesseert me niets. Je kunt naar die hoer van je gaan of die lekkere zuster van je of voor mijn part naar het Leger des Heils.”
Gerrit trekt voorlopig bij zijn zuster in, die spreken er samen schande van. Die Klaas, waar zijn zuster mee getrouwd is geweest, deugt ook al niet.
Hoofdstuk 15
Bij de villa leert de groep elkaar steeds beter kennen. Gesprekken zijn afgewisseld met zwemmen zonnen en slapen.
Nina worstelt met haar gevoelens over Max. Ze besluit om met Bella hierover te praten.
“Mag ik je een serieuze vraag stellen?”
“Dat heb je net al gedaan, dus je hebt er nog meer. Kom maar op.”
Nina maakt een grimas met haar gezicht, maar gaat niet in de opmerking van Bella. Die heeft de opmerking gemaakt om even tijd te winnen en Nina gelegenheid te geven om te overwegen of ze de vraag echt wel wil stellen.
“Het gaat over mijn gevoelens voor Max.”
Dat Nina hier mee worstelt hebben Bella en Max al gemerkt.
“Wat voel je dan voor Max?”
“Op het ene moment zie ik in hem de vader die ik graag gehad zou willen hebben en het andere moment zie ik hem als een érg aantrekkelijke man.”
“Ben je op dat moment verliefd op hem?”
“Nee, nou ja, eh, ik bedoel,” klinkt het aarzelend.
“Zeg gewoon wat je bedoelt, daar hoef je, je nooit voor te schamen.”
Nina voelt zich rood worden. Ze hoopt dat Bella het niet zou zien omdat ze door de zon gebruind is.
“Kijk nou eens, onze Nina met de grote mond kan ook verlegen zijn.”
“Dat is gemeen Bella.”
“Niemand kan het zien en ik zal het niet verder vertellen.”
“Vooral niet tegen Max, anders zal hij mij daar zeker mee pesten.”
Bella vindt de mentale worsteling waarmee Nina bezig is amusant en heel leerzaam voor Nina.
“Je moet niet boos worden. Sorry, dat is een domme opmerking jij wordt niet zo snel boos. Ik heb gefantaseerd dat ik met hem zou vrijen.”
“Dat is toch leuk.”
“Jawel, maar niet zo leuk als het echt doen denk ik.”
“Nee, dat begrijp ik.”
Met een diepe zucht ontspant Nina zich. Ze voelt aan dat Bella haar niets aan zal bieden, dus kan ze niets anders doen dan het rechtsreeks vragen.
Bella ziet de worsteling aan en weet door een subtiele verandering in de houding van Nina dat ze het gaat vragen.
“Even puur theoretisch. Zou jij het goed vinden als ik met Max zou vrijen?”
“Even puur theoretisch. Daar zou ik niet mee zitten. De vraag is nu wat vindt Max daarvan.”
“Voor zover ik weet, willen mannen altijd wel.”
“Fysiek wel, psychisch niet altijd.”
“Hoezo?”
“Als hij bijvoorbeeld monogamie heeft gezworen aan zijn partner, dan niet.”
“Aha, op die manier.”
Dit is een hevige teleurstelling voor Nina. Bijna is het gelukt, denkt ze.
“Wat is nu je volgende vraag?”
Hier moet Nina even over nadenken. Ze voelt zich melig worden door het onderwerp en de spanning die ermee gepaard gaat, waardoor ze moeite heeft om niet de slappe lach te krijgen.
“Heeft hij dat?”
“Nee. We laten elkaar daar vrij in.”
“Ben je dan niet bang dat hij verliefd wordt op iemand anders.”
“Nee, en als dat wel zo is dan is onze liefde niet goed. Het heeft ook te maken met hoe iemand mentaal in elkaar zit. Is er jaloezie of ontevredenheid over hun seksleven, waardoor ze met een ander willen vrijen dan gaat het meestal fout.”
“Bij jullie zal dat niet gebeuren door het mediteren wat jullie doen.”
“Zo is dat Nina.”
“Ik blijf ook mediteren, want ik voel mij daardoor al veel beter in mijn hoofd.”
“Heel verstandig Nina.”
“Zou jij met Bruno willen vrijen.”
“Lijkt me heerlijk, want ik vind het een leuke en aantrekkelijke man.”
“Dus, jij hebt er geen bezwaar tegen dat ik met Max wil vrijen?”
“Nee, ga het hem maar vragen.”
“Dat durf ik niet, want ik heb het nog nooit gedaan.”
“Weet je wat we doen.”
“Nee.”
“Die vraag is retorisch bedoeld tut. We gaan je vanavond met praktijkvoorbeelden voorlichten en dan rand je hem morgen gewoon aan.”
“Dat lijkt me volkomen normaal.”
“In het echte leven gaat het niet zo, dan wordt je eerst verliefd en dan probeer je die jongen te verleiden en hij jou.”
“Waar hebben jullie zo veel lol om,” vraagt Max, die net aan komt lopen, tegen beter weten in.
“Dat voel je vanzelf wel.”
“Ik voel helemaal niks Nina.”
“Nu niet, later.”
“Zolang het geen pijn doet, vind ik alles prima.”
Max kijkt even naar de lachende twee en maakt dat hij wegkomt.
Nina, loopt naar Zoë toe om haar te vertellen over wat ze met Bella heeft besproken. Uiteraard moet dat op de Nina manier gebeuren.
“Hoe zou jij het vinden om met Max te vrijen en Bruno met Bella?”
“Hoe kom je dáár nu weer bij mafkees.”
“Dat is geen antwoord op mijn vraag.”
“Nu je het zegt, lijkt mij dat wel wat.”
“Ben je dan niet jaloers?”
“Nee, maar in de auto op weg hiernaar toe was ik jaloers op jou.”
“Huh! Op mij! Waarom?”
“Jij wreef Bruno in zijn nek, om hem te ontspannen neem ik nu aan. Ik dacht toen dat je andere bedoelingen had. Weet je wat ik gek vind, bij de eerste ontmoeting met Bella en Max voelde ik geen jaloezie toen Bruno naar Bella keek en vooral naar haar borsten.”
“Tja, tegen die kokosnoten kunnen wij niet op.”
“Bruno heeft mij verzekerd dat hij onze borsten ook heel mooi vindt.”
“Max heeft mij dat ook laten voelen.”
“O jee, heeft hij eraan gezeten.”
“Nee, jammer genoeg niet, alleen met zijn ogen.”
“Jammer genoeg niet! Nina, ik ben gechoqueerd door deze uitlating. Nu we daarover praten, krijg ik een fantasie over dat ik met Lurch zou spelen en dat lijkt me heerlijk.”
“Over choqueren gesproken. Vanavond krijg ik voorlichting met praktijkvoorbeelden.”
“Dat hebben wij ook nodig.”
“Waarom, jullie doen het toch al een hele tijd.”
“Dat is waar, maar het is wel vatbaar voor verbetering.”
Ze eten die avond de door Zoë uitgezochte ‘Merquesworstjes’ op de barbecue gegrild met vers stokbrood. Nina vraagt zich tijdens het eten af waarom ze die avond niet met Max kan vrijen. Bella zal er wel een goede reden voor hebben, overweegt ze. Bella vertelt, tijdens het eten, boeiend en luchtig over de vormen van seksuele geaardheid zoals, hetero, homo en biseksualiteit. Onder veel hilariteit wordt het voorspel, op orale seks na, besproken. Op de vraag van Nina: “Hoe zien de mannelijke zaadjes eruit,” krijgt ze het antwoord waar ze op hoopt: “Haal ze maar tevoorschijn. Ik zal voordoen hoe het moet.”
Ze bestudeert eerst zijn paal en ballen voor ze begint. Ze begint met één hand traag en gebiologeerd de pompbeweging die Bella heeft voorgedaan uit te voeren. Met haar andere hand speelt en streelt ze zijn ballen tot Max begint te spuiten.
Bella vertelt wat ze nu moet doen.
“Let op het ritme waarmee hij klaarkomt. Blijf in dit ritme zachtjes bewegen met je hand tot je merkt dat het genoeg is.”
Max laat haar door bewegingen en geluiden merken wanneer het goed gaat en het genoeg is. Haar handen zitten vol met sperma wat haar een Nina opmerking ontlokt.
“Wat een vieze plakbende Max.”
“Het is de beste nachtcrème ter wereld Nina,” merkt Bella op.
“Dan mag hij mij vanavond vol smeren.”
Max bedankt haar en zegt: “Ik zie aan je tepels dat je opgewonden bent zal ik daar wat aan doen?”
“Ik dacht dat je het nooit zou vragen.”
Voor de eerste keer in haar leven, voelt Nina mannenhanden over haar hele lichaam die beslist niet, zoals eerder, troostend zijn bedoeld. Na het likken en tedere kneden van haar borsten gaan zijn handen naar beneden. Zijn vinger in haar doos en over haar klitje voelt zalig aan en ze denkt hoe zal Lurch wel niet voelen. Haar orgasme is veel dieper dan de keer dat ze hierover in bed gefantaseerd heeft. Het verlangen naar haar ontmaagding blijft sterk aanwezig.
Zoë en Nina leren hoe ze hun vagina moeten uitspoelen na het vrijen, waardoor ze veel frisser blijven ruiken.
De angst van Zoë dat haar vagina niet fris ruikt is verdwenen en voor Bruno is het nu duidelijk waarom Zoë geen orale seks durft. Die nacht kan Bruno zijn kunsten vertonen. Hij heeft in een boekje met de intrigerende titel: “Hoe word ik een hartstochtelijke man,” gelezen hoe je met een glas op je mond, je tong kan trainen om dieper in een vagina te komen. Zijn beloning is het orgasme van Zoë dat, voor zijn gevoel, eindeloos lijkt te duren.
Hoofdstuk 16
In een van de grauwe buitenwijken van Parijs, wonen Ibimi en haar vriend Jean. Ze verblijven in een van de flats die op de nominatie staan om, op korte termijn, te worden gesloopt. De meeste bewoners zijn al vertrokken, zij kunnen niet weg vanwege hun te lage inkomen. De overige bewoners bestaan, net als zij, voor het grootste deel uit mensen die ooit Afrika hebben verlaten om hier, een beter leven op te bouwen. Dat betere leven bestaat uit armoede, geweld, werkeloosheid, drugs, en uitzichtloosheid.
De natuur is al bezig zijn plaats weer op te eisen. Op de nog in gebruik zijnde paden en wegen groeien gras en planten die nog iets van kleur in de wijk brengen. Een omgevallen boom over een vijver is het enige speelgoed voor de kinderen in de buurt. In de afgelopen jaren zijn daarbij twee kinderen verdronken. Niemand die er wat aan doet.
Omdat Jean geen werk kan vinden als bouwvakker, is hij een eigen bedrijfje begonnen als klusser. Af en toe heeft hij een opdracht, wat hij daarmee verdient is lang niet genoeg om de veel hogere huur van hun nieuwe flat, te betalen. Ibimi maakt in de namiddag en avonduren kantoren schoon. Ze praten vaak over verhuizen buiten Parijs en ook over het terugkeren naar Kameroen, het geboorteland van hun ouders. Ook dit is financieel niet haalbaar en erg onzeker wat werk betreft. Hopend op een oplossing blijven ze wonen tot de sloop zal gaan beginnen. Uit haar werk neemt ze altijd de metro naar huis. De aansluitende buslijn door hun wijk, is opgeheven vanwege de sloopplannen. Het laatste stuk loopt ze altijd. Jean heeft er vaak op aangedrongen dat hij haar wil ophalen met de auto, wanneer hij ’s avonds niet hoeft te werken. Dit weigert ze pertinent.
“Zonde van de benzine en ik loop dat stukje graag, goed voor mijn conditie,” is haar zeer vastbesloten argumentatie.
Jean heeft zijn verzet uiteindelijk opgegeven.
Ibimi voelt zich die avond onder weg naar huis onbehagelijk, zonder te weten waarom. Regelmatig kijkt ze om zich heen om te controleren of ze achtervolgd wordt, ze ziet niets omdat het gevaar dat ze voelt niet achter haar zit, maar voor haar uit is.
Een man die in een flatgebouw tegenover hun woont ziet Ibimi, door zijn verrekijker, altijd om ongeveer dezelfde tijd thuiskomen. In zijn door mishandeling en misbruik verziekte brein, vindt hij dat hij er recht op heeft om haar te straffen voor haar uitdagende gedrag. Dat dit volkomen normale gedrag bestaat uit het naar huis lopen van haar werk telt voor hem niet. Hij fantaseert hoe hij haar zal straffen. Een flinke beurt zal haar leren zich te gedragen, bedenkt hij. De volgende dag gaat hij zijn plan uitvoeren. Hij koopt een bivakmuts en een rol tape om haar handen vast te binden. In de hal naast die van Ibimi en Jean woont niemand, daar wil hij haar pakken. Een half uur voor ze thuis komt is hij, in de duisternis, naast dat portiek gaan staan. Geduldig wacht hij op het juiste moment.
Ibimi heeft geen schijn van kans door het volkomen onverwachte van de aanval. De klap die ze in haar gezicht krijgt verdooft haar lang genoeg om haar belager de kans te geven, haar handen op haar rug vast te tapen. Hij sleept haar daarna de portiek in. Door de enorme agressie van de aanval, weet Ibimi in welk immens gevaar ze verkeert. Ik moet in leven blijven, is alles wat ze kan denken.
“Zo smerige hoer, roepen hoef je niet te doen want niemand kan je horen. Mij en andere mannen provoceren met je uitdagende loopje. Ik zal je een lesje leren.”
“O god, laat me gaan, ik zal het nooit meer doen,” fluistert Ibimi.
“Te laat, vuile slet.”
Ze denkt eraan om hem in zijn neus te bijten, maar dan is er de kans dan dat ze hier zal sterven. Haar hele lichaam en geest is met maar een ding bezig, overleven. Gillend als een varken begint hij klaar te komen. Zonder wat te zeggen doet de man zijn broek dicht en loopt de deur uit. Met alle wilskracht die ze nog heeft strompelt ze naar buiten. Waggelend bereikt ze haar portiek. Met haar voorhoofd drukt ze op de bel van hun flat.
“Wie is daar?” vraagt Jean.
“Ik, help.”
Binnen een paar seconden is Jean de trappen afgevlogen. Hij haalt de tape van haar handen en draagt haar naar boven. Daar belt hij een ambulance en de politie.
De levensvreugde is hierdoor uit Ibimi verdwenen. Jean probeert haar te helpen waar hij kan, helaas zijn de wonden te diep. Na een aantal jaren doorworstelen stelt Jean voor om een paar weken op vakantie te gaan in de hoop dat het in een andere omgeving beter zal gaan. Ibimi stemt daar mee in.
“Wanneer we terug komen moeten we een oplossing bedenken voor ons huis, want de sloop is dan wel uitgesteld, hij komt nu toch erg dichtbij. Tijdens de vakantie kunnen we daar rustig over nadenken.”
Ibimi beaamt zijn betoog. Ze lenen een tent van een vriend en vertrekken naar zuid Frankrijk, waar ze een leuk stel Hollandse mensen ontmoeten met vér strekkende gevolgen.
Hoofdstuk 17
De mannen zijn in het dorp brood aan het halen. Nina en Zoë dekken de tafel. Bella kookt in de keuken eieren. Zoë wil haar dankbaarheid voor de voorlichting aan Bella vertellen, want dankzij dat kon Bruno zijn kunsten vertonen. Bella komt met het ontbijttoebehoren naar buiten. Zoë begint hierover enthousiast te vertellen tot het bij haar doordringt dat Nina hier nog niets over weet.
“Bella, gisteravond heeft Bruno mij zo lekker ge… Eh… Ik bedoel. Grapje Nina.”
“Vreselijk leuk grapje ja. Kom op, vertel wat je wilt vertellen, ik kan het hebben tegenwoordig.”
Bella grijpt snel in om misverstanden te voorkomen.
“Er is nog een aspect van seksualiteit waar we nog niet over hebben gepraat. Het is orale seks.”
“Aha, oraal is met de mond. Dat weet ik door mijn excellente vwo-opleiding. Praten over seks lijkt mij wel lekker, hoewel het echt doen mij toch beter lijkt.”
“Fout, het is seksuele handelingen verrichtten met de mond.”
“Dat hebben we gisteren toch gedaan. Ik vond het heerlijk dat Max mijn tietjes met zijn mond bewerkte. Phoe, ik raak bij de gedachte daaraan alweer opgewonden.”
“Stel nu dat hij dat met je doos zou doen.”
Nu daalt er een stilte over het gezelschap die alleen wordt verstoord, door de op volle toeren draaiende hersenen van Nina. Op haar gezicht zien Bella en Zoë de emoties die ze doormaakt. Eerst worden haar grote blauwe ogen nog iets groter in totale verbazing. Dan komt de uitdrukking op haar gezicht die veroorzaakt wordt door de gedachte, er wordt toch geen geintje met me uitgehaald. Nina ziet aan de anderen dat dit niet het geval is. Even gaat er een moment van weerzin over haar gezicht, gevolgd door het fantaseren over hoe het zou zijn. Dit duurt een tijdje, tot er een uitdrukking van opwinding op haar gezicht verschijnt, gevolgd door een van pure geilheid. Weer komt er een peinzende uitdrukking op haar gezicht waaruit een vraag ontspruit: “Bij mannen moet je dan…?”
“Héél goed Nina.”
“Tja, dat moet ik even verwerken.”
Op dat moment komen de mannen met brood en gebak het terras op lopen. Bella ziet hoe Nina met opgetrokken wenkbrauwen naar ze kijkt. Ze is aan het fantaseren hoe het zou zijn om ze met haar mond te bewerken, denkt Bella, waardoor ze een glimlach niet kan onderdrukken. Nina voelt aan waar Bella om moet glimlachen en zegt: “Mwa, zou zomaar lekker kunnen zijn.”
“Straks even proberen?”
“Dát, sowieso.”
“Wát,” informeert Max.
“Die man leert het nooit, Bella.”
En weer maakt Max dat hij wegkomt.
Na het ontbijt pakt Nina het tekenblok dat ze in de winkel in een dorp heeft gekocht.
“Max ga eens rap mooi staan, dan zal ik je tekenen.”
“Omdat je het zo vriendelijk vraagt zal ik het doen. Wat moet ik aantrekken?”
“Niks, je bent zo mooi genoeg.”
“Dan kan ik het niet aan anderen laten zien.”
“Daar heb je een punt. Weet je wat, ik maak er twee.”
Max heeft zijn paasbeste, zoals hij het noemt, short aangetrokken. Bella vindt het hem helemaal niet staan Nina ook niet.
“Wil je maken dat je wegkomt met dat afschuwelijke oude mannen broekje.”
“Jullie hebben helemaal geen smaak.”
“Nee, jij wel dacht je. Bruno heeft een oude Jeans korte broek, trek die maar aan.”
Na wat gesjor aan het, iets te kleine, short met de knoop los en de rits een klein stukje open is het helemaal naar de zin van Nina.
“Zo ziet hij er nog sexyer uit dan naakt,” merkt Zoë op.
“Zal ik als de denker poseren?”
“Jij als denker! Wat denk je zelf?”
Ze heeft talent, het gemak en de kwaliteit waarmee ze tekent verbaast haar en de anderen.
“Prachtig Nina, dat moet je vaker doen.”
“Ga maar staan of nee, ga maar op je zei liggen.”
Na enig gedoe ligt Bella zoals Nina het wil.
“Jullie mogen ze hebben als je dat wilt.”
“Graag, want van écht mooie dingen word ik hebberig,” bedankt Max haar.
“Dat heeft hij met vrouwen ook.”
“Dat heb ik gemerkt Bella.”
De zelfzekerheid die uit deze opmerking van Nina spreekt, geeft Bella een behaaglijk gevoel.
“Zoë en Bruno, jullie doe ik een andere keer.”
“Is je inspiratie op?”
“Nee, ik ben geil geworden door dat tekenen van Max. Tijd om eindelijk ontmaagd te gaan worden.”
“Vanavond gaan we je in stijl ontmaagden.”
“Hoe wil jij dat doen Bella, jij hebt niet eens zo’n ding.”
“Ik heb wel een kunst lul van een halve meter in mijn slaapkamer liggen, moet je opletten hoe lang je dan nog maagd bent.”
“Stelletje kinderachtige zeurpieten, kom op, ik heb trek in koffie.”
Stoeiend en lachend lopen ze naar het terras.
Hoeveel weken zijn we hier nu al?” merkt Zoë op.
De anderen beginnen te lachen en vallen haar bij, voor hun gevoel zijn ze er de hele zomer al.
De gebakjes smaken prima bij de koffie. De gekliederde stukjes worden door de mannen met hun tong en met veel liefde van de borsten verwijderd. Het is de aanleiding voor een gesprek over orale seks.
“Geef me je vinger eens Nina?”
“Wat ga je er mee doen?” wil de achterdochtige Nina weten.
“Eraf bijten, nou goed!”
“Kat.”
Bella steekt de vingen in haar mond en doet of ze aan het pijpen is. Met haar tong cirkelt ze eromheen. Nina kijkt verbijsterd toe en begrijpt nu wat mannen moeten voelen. Ze voelt haar tepels zwellen van opwinding en denkt, wat zullen we nou krijgen, komt er nog een eind aan alle nieuwe seksbelevenissen.
Zoë krijgt hetzelfde te voelen. Deze methode vindt Bella veel beter dan een lang verhaal over hoe het zou moeten.
“Wie van de dames wil het, op geheel vrijwillige basis, proberen.”
Zoë wil het wel, maar dan met Max, want zij heeft tot nu toe niets met hem gedaan. Haar onzekerheid over hoe ze het moet doen en wat het effect is, zorgt ervoor dat ze zich niet meldt. Nina houdt ook zorgvuldig haar mond en wacht de reactie van Zoë af en die bedenkt een truc.
“Die scheerbeurt bij Loes is volgens mij anders verlopen dan je hebt verteld.”
Bella lacht en verteld.
“Max heeft Loes geschoren en daarna met zijn speeksel haar doos verzacht. Dat ze daarbij een orgasme heeft gekregen kan hij ook niets aan doen. Zij heeft Max geschoren en hem, per ongeluk, een orgasme bezorgd.”
De beloning voor haar verhaal is een lachpartij van Nina Zoë en Bruno.
“Moet Max jullie scheren meiden en ik jou Bruno?”
De steeds beter wordende controle over zijn geslacht is nu volkomen verdwenen.
“Ik denk dat het antwoord op je vraag al voor Bruno gegeven wordt,” merkt Nina lachend op.
Ze bukt zich voorover en begint op een kinderachtig toontje te praten richting de paal van Bruno.
“Moet tante Bella jou scheren?”
“Ga maar op tafel liggen Bruno.”
Voor de eerste keer in zijn leven begrijpt Bruno de uitdrukking, met knikkende knieën lopen. Duizenden keren heeft hij hierover gefantaseerd en nu gaat het gebeuren. De beide dames nemen, ieder aan een kant, op de banken van de picknicktafel plaats.
“Zal ik kijkgeld vragen Bella.”
Zorgvuldig scheert Bella zijn billen ballen en buik zoals Loes het omschreef.
“Relax Bruno, alles, maar dan ook alles, wat er gaat gebeuren is oké.”
Ze begint haar speeksel behandeling bij zijn billen en anus tot ze bij zijn paal is.
Heel voorzichtig buigt ze hem richting zijn scrotum waardoor zijn stijfheid minder wordt. Kijk eens aan, denkt Zoë, dat is handig. Bruno ontspant zich zoveel mogelijk. Nu spelen de vaardige handen met zijn paal waardoor hij weer volledig stijf wordt. Bella buigt hem weer naar beneden. Dit spelletje houdt ze een tijdje vol. Bruno krijgt zijn erectie steeds meer onder controle. Op deze manier leert hij ook zijn orgasme uit te stellen. Max zet een stoel achter Bella waar ze op gaat zitten. Hij gaat achter Zoë staan en legt zijn handen op haar schouders. Teder kneedt hij haar schouder en nekspieren. Ondanks dat alles vrijwillig verloopt bouwt het toch een beetje spanning op bij Zoë. Dankbaar komt ze zijn handen tegemoet en denkt, hoe weet die man dat ik dit nu nodig heb. Tijdens zijn massage kijken Nina en Max elkaar begrijpend aan. Nina neemt zich voor om alles op het gebied van seks met deze man te doen.
Met kleine kusje en likjes begint Bella de stam te bewerken. Bruno kreunt van genot. In plaats van naar de eikel te gaan gaat ze naar zijn scrotum. Bruno probeert om zijn kreunen te beheersen, nu laat hij zich gaan.
Bella gaat weer omhoog en likt het topje van zijn eikel. Ze schuift zijn voorhuid terug en neemt zijn eikel in haar van speeksel druipende mond. Bruno voelt elektrische schokken door zijn lichaam gaan. Met haar hand houdt ze zijn scrotum vast waardoor ze kan voelen of zijn orgasme nadert. Ze voelt zijn ballen zich terugtrekken en laat de eikel uit haar mond gaan. Weer buigt ze zijn paal terug. Bruno ontspant zich weer zo veel mogelijk. Zijn van genot kloppende geslacht wordt nu niet slapper. Bella besluit hem te laten klaarkomen. Aan een deep throat behandeling is hij nog niet toe. Met haar tong cirkelend over zijn eikel laat ze hem met een paar halen in haar mond klaarkomen. Bruno wil haar waarschuwen dat hij gaat komen, maar hij heeft de kracht niet, bovendien heeft ze nadrukkelijk gezegd dat ‘alles’ goed is en nu begrijpt hij wat ze daar mee bedoelt. Zijn orgasme is zo intens, dat hij een paar keer denkt flauw te vallen. Nina en Zoë kijken gefascineerd toe. Zoë vraagt zich af waar Bella zijn sperma heeft gelaten. Het duurt een paar ogenblikken voor ze beseft dat hij in haar mond is klaargekomen. Bruno ligt doodstil op zijn rug uit te hijgen. Hij wil van alles zeggen, maar het lukt hem niet. Bella opent haar mond en een deel van zijn sperma valt samen met zijn eikel op zijn buik. Voorzichtig doet Bella zijn voorhuid terug.
“Je hebt heerlijk sperma Bruno.”
“Leef ik nog. Mijn god wat is dát zalig. Dank je wel,” weet Bruno uit te brengen.
Max geeft Bella een glas wijn, waar ze haar mond mee kan omspoelen. Nina en Zoë kijken elkaar aan en barsten, in schaterlachen uit.
“We lachen jullie niet uit, het zijn de zenuwen,” verontschuldigt Nina zich.
“Max wil jij de dames scheren, Zoë eerst.”
Nina kijkt toe hoe Zoë de hemel in gaat. Ze kan het moment waarop zij het gaat voelen niet afwachten.
Max gaat voor Nina zitten.
“Je hebt een prachtig gesloten mosseltje. Je haartjes zijn schattig en supersexy, bijna jammer om ze weg te halen.”
Nina wil uitschreeuwen doe het, lik mijn kutje. Ze doet het niet.
Eindelijk begint hij te scheren. Nina denkt ondertussen aan hoe het zal voelen als hij zijn sperma in haar doos zal spuiten tijdens haar ontmaagding. Max begint aan het speeksel gedeelte. Het in bed fantaseren hierover was lekker, maar dit overtreft elke verwachting met ongelofelijke hevigheid bedenkt ze later.
Nu ontstaat er een gezonde rivaliteit tussen Zoë en Nina over wie Max mag scheren, hoewel ze weten dat dit overbodig is.
“Dat scheren sla ik over, de rest is wel nodig zie ik nu aan Lurch en ik lust wel wat eitjes.”
“Bluffer,” jent Zoë
Het zijn geen eitjes Nina, maar zaadjes,” pest Bella.
“Moet jij opletten Zoë. Max, lekker geil ding, ga eens mooi liggen voor Nina.”
Om nu met het anale te beginnen is het te vroeg vindt Max.
“Je gaat maar op je knieën.”
Dát heeft Nina wel vaker gehoord op school: “Op je knieën bitch en zuigen.”
Dat bedoelden die vuile ratten dus, denkt ze. Voor hem ga ik wél op mijn knieën.
Aarzelend begint ze. Af en toe geeft Max een aanwijzing en een waarschuwing.
“Ik zeg het wel als ik klaar kom.”
Met een kneepje in zijn scrotum laat ze hem merken dat ze het gehoord heeft en denkt, kom maar op met dat zaad.
“Nina pas op.”
Nina past niet op en wil Max klaar laten komen in haar mond. Wanneer hij begint te spuiten deinst ze direct achteruit. Zoë staat achter hem en pompt hem met haar handen leeg.
Zoë likt voorzichtig aan haar hand die vol met sperma zit.
“Gadverdamme Max, wil je er de volgende keer een beetje suiker indoen. Het spijt me om het te moeten zeggen, maar lekker is anders.”
Nina beaamt wat Zoë zegt.
“Nu is het jouw beurt Bella. Bruno vertoon je kunsten.”
Bella neemt dezelfde positie in als Bruno heeft gedaan. Hij begint niet door tussen haar benen te gaan staan. Hij pakt haar voet en tilt hem omhoog. Met zijn handen kneedt hij haar voet. Met zijn mond bewerkt hij haar tenen. Hij pijpt haar grote teen. Bella geniet en denkt, die weet wat hij doet. Ze beloont hem door genietend te kreunen. Dan gaat hij richting haar doos. Onderweg kust en likt hij haar kuiten en bovenbenen. Hij voelt dat Bella haar benen wil spreiden om hem de ruimte geven. Hij pakt haar voeten en plaatst ze op de tafel. Bella kan nu zelf bepalen hoe en wanneer ze haar benen spreid. Met zijn handen streelt hij haar buik en met zijn mond haar knieën. Bella begint haar benen te spreiden waardoor Bruno de ruimte krijgt om de binnenkant van haar dijen te likken. Langzaam gaat hij naar de plek waar ze hem graag hebben wil. Met zijn handen kneedt hij haar billen. Steeds dichter komt hij bij haar doos. Met zijn duimen streelt hij haar lippen tot zijn mond het overneemt. Over de volledige lengte likt hij haar. Dan duwt hij rustig zijn tong tussen haar lippen. Genietend probeert Bella te kijken naar de man die haar zo intens laat genieten. Max plaatst zijn hand onder haar hoofd en duwt hem omhoog. Bruno kijkt haar aan en ze wisselen een blik van waardering en bewondering naar elkaar. Dan komt Bruno bij haar klitje. Met het puntje van zijn tong cirkelt hij hier zo snel mogelijk om rond. Bella schudt over haar hele lichaam en is dicht bij een orgasme. Max laat haar hoofd zakken en houdt zijn hand onder haar hoofd. Dan gaat Bruno weer naar de ingang van haar doos. Zijn hiervoor geoefende tong gaat al cirkelend naar binnen. Bella voelt zich zweven en denkt, hoever kan hij gaan. Hij gaat verder tot hij echt niet meer verder kan. Het orgasme van Bella laat zich niet meer stoppen en raast door haar hele lichaam. Op het ritme van haar schokken haalt hij zijn tong uit haar doos. Zijn mond blijft daar rusten tot haar orgasme is uitgeraasd. Nina en Zoë kijken elkaar en weten dat zij ook zo zullen genieten.
Nina en Zoë voelen om beurten het verschil tussen de twee mannen. Beiden krijgen een applaus van ze. Bella komt tijdens het zonnen aanlopen met een whiskyglas: “Max, hup oefenen, vraag maar aan Bruno hoe het moet.”
“Nee, dat doe ik niét, want dat is valse concurrentie tegenover Lurch.”
De vogels hebben moeite om het zingen boven het lachen uit te laten komen. Hoewel de drie nu weten hoe Bella en Max zijn, verbaast het ze toch nog dat Bella dit kan doen zonder dat Max boos of beledigd is. Het zijn de laatste stuiptrekkingen uit hun oude leven.
De varkenshaasjes die Bruno en Max gehaald hebben worden op een klein vuurtje langzaam gegaard. Bruno doet aardappelen in aluminiumfolie voor op het vuur. Nina en Zoë maken een salade. Dit alles met de nodige kwinkslagen en toespelingen op de komende ontmaagding van Nina. Bella ligt tijdens de werkzaamheden liefelijk te slapen op haar ligbed onder de rietschermen.
“Ik ga Bella wakker maken.”
“Doe je wel voorzichtig.”
“Natúúrlijk Max.”
“Wat moet je dan met die kan ijswater?”
“Dat is voor Bella.”
“Dat is lief van je.”
“Ik ben ook lief.”
Met een soepel gebaar keert Nina de kan ijswater over Bella heen die met een gil, die op vijf kilometer afstand te horen moet zijn geweest, wakker wordt.
“We kunnen eten Bella.”
“Gloeiende godver, als ik je te pakken krijg.”
“Dan moet je wel héél rap wezen.”
“Laat maar, ik pak je wel een keer terug.”
Enkele dagen later lukt dit wanneer ze in een kasteel verblijven.
“Het eten is net zo lekker als de tong van Bruno,” oreert Bella na afloop van de schranspartij.
De zon kleurt alles oranje en ze zitten na te tafelen met een cola-rum. De vogels en de krekels zijn stil. De temperatuur zakt naar een waarde waarbij het gezelschap zich prettig voelt. Ieder is met zijn eigen gedachten bezig. In de hersens van Nina komt een absurde gedachte op, was mijn moeder maar hier, dan kan ze zien hoe ik ontmaagd ga worden. Dit brengt een heel diepe blos op haar wangen. Ze denkt, ben jij nou helemaal gek geworden. Ze kan tegelijkertijd een glimlach om haar rare idee niet onderdrukken. Op dat moment is haar moeder Doortje bezig om haar grote plan uit te voeren.
Zoë opent het gesprek.
“Even een rare vraag. Hebben jullie vaak seks?”
Bella en Max beginnen te lachen en Max antwoordt: “Thuis niet zo vaak, daarom zijn we ook hier. De eerste week van onze vakantie leven we ons helemaal uit. Daarna wordt het niet meer dan drie keer per dag.”
“Overdrijven is ook een vak Max. Waarom thuis niet?” wil Zoë weten
“Vaak te druk en te moe.”
“Dat herken ik wel een beetje.”
“Ik heb thuis nooit seks en mijn moeder ook niet denk ik, want ze slapen apart.”
Bruno is tijdens het gesprek bezig de toortsen en de tuinkachel aan te steken.
“Het lijkt wel het decor voor een film,” merkte Zoë op.
“Een porno met Max en mij in de hoofdrol.”
“Dan gaan we dat nu doen.”
Nina voelt zich opgewonden en ook gespannen. Nu gaat het gebeuren, ik ga ontmaagd worden en nog wel door de duivel zelf, denkt ze.
“Ik zou het fijn vinden als jullie er allemaal bij zijn.”
Het verlangen naar dit, voor haar gevoel, deel van de erfenis uit haar verleden gaat, net als de rest verdwijnen, bedenkt ze. Ze weet dat het gevoel absurd is, voor haar is het echter de realiteit. Max zit op het gras tegen een muurtje aan. Nina kruipt naar hem toe.
Ze gaat tussen zijn benen met haar rug tegen zijn buik aanzitten, met haar hand tilt ze Lurch omhoog zodat die tussen haar rug en de buik van Max komt. Ze leunt met haar hoofd tegen zijn borst. Max pakt haar borsten en drukt haar tegen zich aan, terwijl hij de geur van haar haren opsnuift.
“Je ruikt heerlijk.”
Nina laat hem zijn gang gaan en geniet in stilte van zijn aanraking en de complimenten die ze krijgt. Dit is weer heel wat anders dan ze tot nu toe gedaan hebben, voelt ze. Hij kust haar schouders en de bovenkant van haar rug. Ze hangt in zijn handen. Tussen zijn vingers kneedt hij teder haar tepels terwijl hij haar borsten in cirkels beweegt. Ze kreunt zachtjes van genot.
“Je hebt heerlijke borsten, ze staan je perfect.”
Met één hand zakt hij naar haar buik en begint daar te strelen. Haar hele lichaam wordt een gloeiende massa. Het verlangen naar bevrediging is bijna ondragelijk. Max voelt het aan haar. Hij legt zijn hand op haar drijfnatte doos. Ze begint te schokken en krijgt een orgasme. Bruno en Zoë vragen zich af of dit niet te snel is. Bella weet dat het nog moet beginnen. Tijdens haar orgasme houdt hij zijn vlakke hand op haar vagina.
“Nu is de ergste spanning eraf, neem je tijd dan gaan we verder,” fluistert hij in haar oor.
Hijgend hangt ze in zijn armen. De hand op haar vagina voelt heerlijk aan omdat hij haar tot niets toe dwingt of iets van haar vraagt. Haar orgasme is uitgeraasd. Heel voorzichtig begint Max zijn hand te bewegen. Ze voelt het gloeien terugkomen en haar twijfel over het doorgaan verdwijnt. De hand gaat iets sneller en een vinger glijdt soepel tussen haar lippen. Haar borsten worden weer bewerkt met zijn andere hand. Haar kreunen wordt luider, tot ze zich plotseling losmaakt. Max geeft haar onmiddellijk de ruimte. Ze wil hem bijten, krabben, likken, alles wil ze met hem doen, vooral Lurch pakken en likken. Ze gaat op haar buik liggen en neemt zijn eikel in haar mond. Max pakt haar billen vast en kneed ze stevig.
“Nu,” kreunt Nina.
Max gaat op zijn rug liggen en Nina gaat op zijn mond zitten. Ze wrijft een paar keer over zijn tong en gaat dan naar beneden op weg naar het grote monster dat ze in haar wil voelen. Bella helpt om Lurch op de goede plek te houden. Nina zit er nu recht boven. Ze laat zich op de woordeloze aanwijzingen van Bella zakken tot ze hem voelt. Bella wrijft hem een paar keer tussen haar lippen en over haar klitje. Nina, kreunt ongeduldig. Dan vindt ze de juiste plek en laadt zich langzaam op Lurch zakken. Haar sappen maken het makkelijker dan ze dacht om hem naar binnen te krijgen.
Ze ziet alles wazig om haar heen, alleen het gezicht van Max, wat kalmte en bewondering uitstraalt is haarscherp. Ze kijkt in de ogen van de man onder haar en hij kijkt terug. Ze voelt zich één worden met zijn geest. Een geest die lijkt te zeggen: “Ik heb de woorden in Bruno zijn mond gelegd. Ik heb je hierheen gehaald. De mensheid heeft je nodig. Ze voelt hoe haar vagina, door een overvloed van haar sappen, makkelijker dan ze dacht, Lurch naar binnen laat gaan.
Haar lichaam reageert op zijn binnendringen, haar geest blijft samen met die van de man onder haar. Ze leest beloften voor de toekomst. Ze weet dat al de problemen waar ze mee worstelt opgelost gaan worden. Het is hetzelfde gevoel als bij hun eerste ontmoeting, maar oneindig veel sterker. Door de jarenlange intensieve training voelt Bella wat er gebeurt. Ze sluit zich bij de twee geesten aan. Nina merkt dat ze erbij komt en is daar blij om. Met zijn drieën kijken ze naar de toekomst die niet helder omlijnd is, het is een totaalbeeld van overwegend geluk.
Haar moeder is ook een ogenblik in haar gedachten, ze ziet haar uit het dorpshuis komen. Nina sluit haar ogen en wordt weer één met haar lichaam. Lurch komt bij haar maagdenvlies, deze zorgt voor nieuwe smering. Hierdoor wordt het binnengaan nog makkelijker, ze laat zich weer verder zakken en voelt hoe hij steeds dieper naar binnen gaat. Het lijkt eindeloos, tot ze zijn schaambeen op de hare voelt drukken en weet dat hij helemaal in haar zit. Deze wetenschap verbaast haar. Heel voorzichtig begint ze te bewegen. Elke vezel van haar vagina omhelst en omklemt de zo welkome Lurch. Haar klitje wrijft over zijn schaambeen. Voorzichtig komt ze omhoog om zich te overtuigen of hij echt wel zo diep in haar zit. Haar vagina protesteert en omklemt hem nog steviger. Met een diepe kreun laat ze zich weer zakken. Ze voelt haar orgasme naderen, maar ze wil dit gevoel nog langer vasthouden. De man onder haar ziet haar genieten en voelt de heerlijk aanvoelende vagina zich aan zijn paal vastklemmen. Hij weet dat haar orgasme nadert en hij bereidt zich voor om met haar mee te doen. Ze kan het niet langer tegenhouden, haar lichaam is sterker dan haar wil. Haar orgasme begint in haar vagina en verspreid zich over haar hele lichaam. Ze weet dat ze dit nooit meer zo intens zal ervaren, daarom brandt ze de herinneringen in haar hersenen. Ze opent haar ogen en ziet de man onder haar net zo intens genieten. Ze ziet en voelt hun gezamenlijke orgasme. Volkomen uitgeput en bevredigd valt ze op zijn borst. Zoë en Bruno hebben, intens meegenoten van het ongelofelijk mooie schouwspel. Zoë voelt de tranen van ontroering stromen. Teder likt Bruno ze van haar wangen. De stilte wordt door allemaal geëerbiedigd en ze wachten tot Nina weer aanspreekbaar is. Zachtjes kneden de handen de rug van Nina. Met een huivering beloonde ze die. Ze probeert haar ogen te openen. Door haar wimpers ziet ze Bella en de anderen doodstil zitten. Ze voelt Lurch nog steeds in haar. Hij is niet meer zo groot en hard maar nog wel erg prettig voelbaar. Met tegenzin begint ze hem uit haar vagina te halen door op zijn buik omhoog te bewegen. Met trage bewegingen gaat ze naast Max zitten en pakt een glas wijn van Bella aan. Ze toasten op de toekomst in het algemeen. Bella laat haar zien waar ze haar vagina kan uitspoelen. Die avond doen ze de oefening nog een keer.
Hoofdstuk 18
De volgende morgen haalt Max brood, Bruno dekt de tafel en zet thee. Wanneer alles klaar is maakt Max Bella wakker en Bruno de meisjes. Hij loopt de slaapkamer in om ze te roepen. Daar ziet hij één bergje mens bestaande uit Nina en Zoë liggen met daaromheen een kring goudglanzend en donkerbruin haar. De schoonheid van het tafereel ontroert hem en hij gaat, trots op zijn meiden, Bella en Max roepen om te kijken. Hun aanwezigheid maakt ze wakker. Het ontbijt, dat met zoveel liefde door de mannen is gemaakt, smaakt voortreffelijk en dat wordt ook stérk overdreven en zéér luidkeels gezegd.
“Houd nou jullie kop maar dicht, anders doe ik het nooit meer,” moppert Max.
“Geven we die stakkers een compliment is het wéér niet goed.”
“Neem je zootje in de maling,” valt Bruno hem bij.
De toon voor de dag is gezet en even later zitten ze onder de rietmaten.
“Max ga even koffiezetten, ik lust wel wat.”
“Moet ik hier álles doen, Nina.”
“Hup, wegwezen.”
De rest strekt zich uit op hun ligbedden.
“Hij doet het graag hoor die schat van mij.”
De schat van Bella staat ondertussen, ongelofelijk vals, in de keuken te zingen tot de koffie klaar is.
“Dit is met afstand de lekkerste koffie die ik óóit geproefd heb.”
“Beginnen we weer? Wie heeft zin om na de koffie naar het strand te gaan?”
Met een koeltas gevuld met eten en drinken, een parasol en veel zin in het tripje, stappen ze in de auto. Het zweet breekt de airco uit na het starten, omdat de buitentemperatuur bijna 40 gaden is. Max neemt een alternatieve route via een paar mooie dorpjes. Een ervan lijkt vastgeplakt tegen een rotswand. Hier pauzeren ze om van de schoonheid te genieten en op een terrasje iets koels te drinken. Langs de mooiste weggetjes bereiken ze de kust. Op een klif stopt Max de auto. In de diepte zien ze, een veelkleurige school van autodaken op een lelijke kale plek met daartussen wanhopig zoekende daken die zich in de massa willen voegen.
“Wát een gekkenhuis. Ik hoop dat je een privé plekje hebt Max.”
“Nee Nina, dat heb ik niet, wel mijn plekje.”
“Wat is dat?”
“Er is altijd een plekje vrij voor mij of er gaat net iemand weg die mijn plekje heeft vrijgehouden.”
“Opschepper.”
“Let maar op.”
Gespannen zoeken de inzittende naar een parkeerplekje. Daar, daar, links nee rechts, schreeuwen ze door elkaar, behalve Bella, want zij weet hoe het werkt.
“Effe zoeken naar Max zijn plekje,” mompelt Max, “aha, daar is het. Hoppa erin.”
“Dat is gewoon mazzel,” moppert Nina.
De hoeveelheid en de uitdossing van de Europese mensheid in badkleding, zorgt zoals altijd voor een verbijsterend en amusant uitzicht. De liefde van Zoë voor het strand bekoelt hierdoor wel enigszins. Ze lopen over het strand tot ze een geschikt plekje vinden. De Aziatische halfbloed tweeling Jane en Femke zien ze niet.
“Femke, zie je dat meisje zitten.”
“Welke?
“Die blonde.”
“Verrek, ze lijkt sprekend op Nina.”
“De gelijkenis is niet te geloven, misschien is ze haar zusje waar we het bestaan niet van afweten.”
“Grappig Jane.”
Geen deel van een seconde denken ze dat het hún Nina is.
Klaas, de oom van Nina, heeft, denkend aan zijn plannen, lang genoeg over het strand gelopen vindt hij. Hij gaat op zoek naar zijn dochters. Ze hebben afgesproken dat ze bij de noordelijke afgang gaan zitten. Rustig kuierend loopt hij die richting op. Nina kijkt naar de zee waar een stelletje aan het stoeien is. Ze denkt, blijf lief voor elkaar en wordt gelukkig. Ze voelt dat ze zelf nog niet toe is aan een relatie. De seks vind ik geweldig, iets vasts nog niet, bedenkt ze. Ze draait haar hoofd richting Bella om iets te vragen. Op dat moment ziet ze Jane en Femke zitten. Zij weet dat het zéér onwaarschijnlijk is dat ze hier zijn, maar niet onmogelijk. Ze wil Zoë attent maken op haar ontdekking als er een man tussen de tweeling en haar komt aanlopen. Ze kijkt naar niets anders meer dan die man en denkt, een en een is nog steeds twee, het moet de tweeling zijn, want dat is oom Klaas of ik word gek. Ze roept ter controle: “Oom klaas.”
De man blijft direct staan en draait zijn hoofd in de richting waar deze stem, die hij onmogelijk gehoord kan hebben, vandaan komt.
Zoë kijkt Nina eerst verbaasd aan en dan kijkt ze in de richting waar Nina ook kijkt. De anderen kijken nu ook. De man is weer voldoende bij zijn positieven en roept: “Nina!”
Nina vliegt overeind en rent naar haar oom. Totale verbijstering bij de overige leden van de groep en bij een tweeling even verderop.
Bella en Max kijken naar het wonderlijke toneelstuk dat zich vlak voor hun ogen afspeelt. De tweeling komt aanrennen, Zoë en Bruno gaan rustig lopend naar ze toe. Nina en Klaas omhelzen en zoenen elkaar. De conversatie die volgt loopt volgens een geijkt stramien.
“Hoe kom jij hier? Jij kunt hier helemaal niet zijn.”
“Nee, maar ik ben er wel.”
“Dat bestaat niet. Hoe kan dat?”
“Dat is een lang verhaal dat ik jullie later zal vertellen.”
“Kijk nou, daar heb je Zoë en Bruno, het wordt steeds gekker.”
“Waar zijn je vader en moeder?”
“Thuis.”
De tweeling knuffelt, na Nina, met Zoë en Bruno.
“Boy, oh, boy jullie gaan wat meemaken of gaan jullie al weer naar huis?” belooft Zoë de tweeling
“Nee, we blijven nog anderhalve week.”
De rust is weer terug, alleen de adrenaline moet zich nog oplossen. Bella en Max zijn ook opgestaan en lopen naar de groep toe. Nina stelt ze aan elkaar voor. De mensen om hen heen kijken nieuwsgierig naar ze.
Max kijkt naar Bella en zonder woorden zijn ze het eens.
“Nina zullen we met zijn allen naar de villa gaan, dan kunnen jullie in alle rust met elkaar praten, want dat is wel nodig denk ik.”
“Prima idee Max, wat een gekkenhuis niet.”
“Heb je nog meer van dit soort verrassingen Nina?”
“Niet dat ik weet,” ze vergist zich.
In optocht gaat het naar de auto. Nina en Klaas lopen hand in hand, wat Bella vertederend vindt, ze denkt, goed zo oom Klaas, geef het kind in haar nog even de ruimte.
Met de nodige kreten van bewondering en verwondering worden de villa en het zwembad bekeken.
Jane zegt tegen Nina: “Hier kan je ongestoord genieten.”
“Dat doen we dan ook.”
Bella wacht op een moment om Max wat, ongestoord, te kunnen vragen.
“Max is het jou opgevallen dat de vrolijkheid van Klaas niet echt is.”
“Dat is mij inderdaad opgevallen.”
“Wil jij weten waarom?”
“Nee, maar omdat het de oom van Nina is wel.”
“Ik zal aan Nina vragen of zij de club jongeren wil meenemen naar het zwembad, dan kunnen we vrijuit met Klaas praten.”
“Wie heeft er zin om te zwemmen?”
“Mag je hier skinny dippen Nina?”
“Wij doen niet anders.”
Zoë ziet dat de tweeling erg gecharmeerd is van Bruno. Het naakt willen zwemmen zal daar wel mee te maken hebben, gokt ze goed.
Aarzelend eerst wordt er gestoeid en wedstrijdjes gezwommen. Jane en Femke worden steeds brutaler en proberen Bruno onder water te duwen. Ze verwachten dat hij, per ongeluk, zijn handen op ‘verkeerde’ plekken legt. Dit gebeurt niet tot hun opluchting en ook wel verbazing. De tweeling raakt hierdoor steeds meer gecharmeerd van Bruno. Ze krijgen de nijging om zelf, per ongeluk, hun handen op verkeerde plekken te leggen. Zoë en Nina storten zich ook in het geweld.
Bella veronderstelt dat wat er in het zwembad gebeurd snel veranderd van onschuldig spel in harde actie. Ze zegt tegen Klaas: “Zullen we naar binnen gaan dan kunnen we ongestoord praten.”
Nu krijgen ze, met veel hilariteit, Bruno wél onder water. Het spel is wel erotisch maar nog onschuldig tot Femke per ‘ongeluk’ de paal van Bruno pakt. Femke raakt met Zoë aan de praat.
“Ik pakte per ongeluk zijn piemel vast.”
“Dat vindt hij best lekker hoor.”
“Huh! Vind jij dat niet erg dan?”
“Natuurlijk niet. Als hij het niet wil merk je dat wel. Je mag van mij met hem spelen, maar hebben niet.”
“Hij is toch jouw vriend.”
“Nou en of, maar ik bezit hem niet.”
“Hij is wel een heer omdat hij tijdens het stoeien niet met zijn handen op mijn borsten of doos komt.”
“Dat zijn jullie niet gewend zeker.”
“Nee, voor je het weet zit er een duim in je doos of een hand op je tieten.”
Zoë vertelt aan Femke en Jane hoe het bij Bella en Max toegaat.
“Hebben ze nog een kamer over?”
“Niets daarvan. Wegwezen jullie,” roept Nina naar ze.
“Nina is jaloers.”
“Nee, hebberig, de mannen zijn voor mij.”
“Laat je vader het maar niet horen.”
Tijdens het verdere spel worden de handen op alle aantrekkelijk plekken gelegd tot Zoë opmerkt: “Bruno kan een lekker spelletje met zijn tong.”
Na hun orgasme merkt Femke op: “Een lekker spelletje, de man is een ‘befgod’.”
Klaas hoort ze binnen lachen en zegt: “Die hebben lol.”
Bella en Max weten waarom.
Klaas overdenkt wat deze gebeurtenis met zijn plan doet. Hij komt tot de conclusie, dat het positief is. Zij kunnen getuigen dat hij niet depressief is en Bella en Max vangen zijn meiden wel op. Met deze geruststellende gedachte gaat hij zitten. Max schenkt een glas wijn in. Klaas kijkt van Bella naar Max en weer terug. Ze wachten tot hij het gesprek begint.
“Jullie hebben een mooi plekje hier.”
“We vermaken ons hier prima.”
“Hoe is Nina hier in godsnaam terecht gekomen?”
Max legt in steno uit hoe en vraagt: “Wat kom jij hier doen?”
De vraag overvalt Klaas.
“Eh… Vakantie vieren.”
“Daar geloof ik helemaal niets van.”
Het gevoel dat Nina, Bruno en Zoë hadden op het moment dat ze in contact kwamen met Bella en Max overvalt nu Klaas. Zijn plan begint er onzinnig uit te zien in zijn gedachten. Nog even probeert hij tijd te winnen door te zeggen: “Wat moet ik hier anders doen?”
“Dat weet ik niet en daarom vraag ik het je. Het gaat ons niets aan, het interesseert ons omdat je de oom van Nina bent, dus je hoeft het niet te vertellen.”
Klaas ziet zijn zorgvuldig opgebouwde plan definitief verkruimelen.
“Je zult het niet geloven,” begint Klaas.
“Wij zijn van nature zeer gelovig, niet te verwarren met goedgelovig of godsdienstig.”
Met deze babbeltruc geeft Max, Klaas een kans zich te bedenken.
“Ik kom hier omdat het slecht met mij gaat en ik een plan heb gemaakt om zelfmoord te plegen, waardoor mijn dochters goed verzorgd achterblijven.”
“Wat denk je dat je dochters het waardevolste van de hele wereld vinden?”
“Eh… Mij.”
“Precies. Conclusie?”
“Slecht plan.”
“Zo is dat.”
“Hoe kom ik dan uit de ellende?”
“Dát is een heel ander verhaal.”
“Heb je, je winkel nog?’
“Hij is dicht. Ik sta op het punt failliet te gaan.”
“Weet je al wat je gaat doen?”
“Nee, ik heb ergens gelezen dat je vooruit moet kijken en wat er goed gegaan is in het verleden moet je meenemen naar de toekomst en wat fout is achterlaten.”
“Dat soort geleuter is leuk als je weet hoe je dat moet doen, anders heb je er niets aan.”
“Ik heb geprobeerd, zonder succes, die raad op te volgen. Weet jij hoe je dat doet?”
“Dat weet ik en dat kunnen wij je leren als je dat wil. Door wat ik van Nina over je gehoord heb, weet ik dat je een slimme vent bent. Er moet een wonder gebeuren als wij geen plaats voor je hebben in onze organisatie. Jim, mijn jongste broer, gaat daarover. Laten we het volgende afspreken. Je gaat lekker met je meiden vakantie houden en zodra Jim er is gaan we samen praten.”
“Wat een opluchting. Dat krankzinnige plan is totaal van de baan.”
“Als jullie vannacht willen blijven slapen dan kan dat.”
“Als de meiden dat willen wil ik dat ook.”
“De meiden denken aan de tovertong van Bruno en willen dat wel. Enkele praktische zaken als vagina reiniger en schoon ondergoed worden geregeld. Na een avond met lekkere hapjes en wijn wordt het tijd om naar bed te gaan. Hiervoor zijn onderlinge afspraken gemaakt. Zoë wil bij Bella en Max slapen om haar lesbische kant te onderzoeken, Bruno gaat bij de tweeling slapen en Nina bij Klaas. De geluiden die bij het vrijen worden gemaakt zijn goed hoorbaar voor de anderen wat hun plezier nog meer vergroot. Zoë geeft Bella een kus, die beantwoord wordt. Max begint de doos van Zoë met zijn vingers teder te strelen. Zoë gaat via de borsten van Bella naar haar doos. Tot haar verbazing verlangt ze ernaar om die te likken. Op het moment dat ze daarmee begint wordt haar doos gevuld door de paal van Max die traag beweegt. Zo werken ze toe naar hun eerste orgasme van de nacht. Bruno ligt op zijn rug op bed. Boven zijn hoofd verschijnt een van het sap glinsterende doos. Gulzig drinkt hij daarvan. Zijn eikel wordt omsloten door een warme mond. Zo werken zij ook naar hun eerste orgasme van die nacht. Klaas en Nina liggen tegenover elkaar op het bed en kijken elkaar aan.
“Er wordt flink gevreeën, merkt Klaas op. Moet de deur niet dicht? ”
“Vindt je het vervelend om te horen?”
“Nee, het klinkt wel lekker.”
“Het zijn wel je meiden die je hoort.”
“Het is toch geweldig dat ze zo genieten.”
“Top Klaas. Daarom blijven de deuren open en kunnen we allemaal van elkaar genieten. Je meiden worden door Bruno verwent en Zoë doet het met Bella en Max.”
“Zo hoort het ook, weg met die frustraties en zogenaamde fatsoensnormen lekker van en met elkaar genieten.”
Klaas heeft nog geen idee wat hem te wachten staat en wil gaan slapen tot Nina zegt: “Ik wil met je vrijen.”
“Dat mag niet, want ik ben je oom.”
“Je bent helemaal geen oom van mij, ik noem je altijd zo omdat het zo hoort.”
Nina gaat op Klaas liggen. Hij denkt, wat is dit, ze was altijd zo preuts en gefrustreerd en nu ligt ze bloot op mijn buik. Klaas voelt haar stevige borsten en haar harde tepels op zijn borst. Ik probeer mijn erectie te verbergen en zij zoekt hem juist op, denkt hij. Ze fluistert in zijn oor: “Ik ga die lekkere paal van je leegzuigen daarna wil ik je baard op mijn kutje voelen en ga je me klaar likken en dat is geen fantasie.”
Nog nooit heeft een mond hem daar aangeraakt en nu doet dit verrukkelijke wezen dit met veel plezier, ziet hij aan haar. Nu neemt ze zijn eikel in haar mond met het voornemen om zijn zaad door te slikken. Kwestie van wil power bedenkt ze. Lang kan hij het niet volhouden. Voor de anderen duidelijk hoorbaar begint hij kreunend in haar mond te spuiten. Even blijft ze liggen met zijn eikel in haar mond. Dan opent ze haar mond en laat de rest van zijn zaad op zijn buik vallen.
Trots dringt het tot haar door dat ze zijn zaad heeft doorgeslikt en dat nog niet lekker, maar wel prettig vindt. Ooit heb ik spruitjes moeten leren eten en dat was veel viezer dan dit vindt ze. Het orgasme van Klaas is van ongekende klasse door haar liefde en waardering voor deze man.
“Kom op Klaas we gaan ons douchen?”
Na het elkaar wassen gaan ze weer naar bed. Klaas, kust en likt elke centimeter van haar body.
“Wat heb je prachtige fijne blauwe adertjes op je borsten en lekkere tepels.”
“Je baard kriebelt lekker Klaas.”
Haar buik en navel worden bewonderd tot hij bij haar doos is. Teder eerst begint hij haar te likken en dan meer gepassioneerd tot ze een orgasme krijgt. Tijdens het uithijgen speelt Nina met de paal van Klaas tot hij weer opgewonden genoeg is om te doen wat ze graag wil, hem in haar doos voelen.
De meiden zeggen tegen elkaar: “Hoor die ouwe en Nina genieten, wat fijn voor ze.”
Voor hun volgende orgasme ligt Nina bovenop, met zijn paal in haar hongerige doos. Traag bewegen ze terwijl ze elkaar kusjes geven en naar elkaar lachen tot het tijd wordt voor hun tweede orgasme.
De volgende morgen is Klaas als eerste wakker. Hij heeft zin om te zwemmen. Zo stil mogelijk gaat hij uit bed en sluipt door de gang naar buiten. Bij de eerste kamer staat de deur wijd open en ziet hij zijn meiden en Bruno zonder dekens liggen slapen. In gedachten zegt hij, wat zijn jullie mooi, chapeau meiden. Bij het passeren van de kamer van Bella, Zoë en Max ziet hij die ook naakt op bed liggen. Hier denkt hij, het leven kan dus ook mooi zijn.
In het zwembad trekt hij baantjes om zijn conditie te verbeteren tot Bella aan komt lopen.
“Goedemorgen Klaas.”
“Haai Bella, kom je ook zwemmen? “
“Jazeker.”
Ze staan in ondiepe gedeelte van het zwembad waarbij Klaas probeert om, net als Bruno bij de auto, niet naar de borsten van Bella te kijken.
“Vind je ze mooi Klaas of heb je liever de tietjes van Nina,” vraagt Bella lachend.
Klaas begint ook te lachen en zegt: ”Bij ons in het dorp kijk je niet naar de borsten van een vrouw. Dat was onbeleefd en ordinair. Ik moet nog even wennen en ik vind ze prachtig. Als jij en Nina van borsten zouden ruilen dan zien jullie er alle twee niet uit, nu zijn jullie alle twee schitterend om te zien. Wat ik het mooiste vind zijn je tepels die hard zijn van het koude water.”
“Misschien komt het wel door jou,” geeft Bella hem een compliment.
“Dat is veel te veel eer.”
“Onzin, je bent een erg aantrekkelijke man en niet alleen door je uiterlijk. De manier waarop je met je dochters omgaat is geweldig terwijl je ze gisteren gehoord hebt met Bruno.”
“Jullie hebben ook genoten hoorde ik gisteravond?”
Klaas is na het borstenverhaal alle remmingen kwijt.
“Ik zat nog vast aan het oom verhaal, maar Nina had dat razendsnel weg. Daarna hebben we heerlijk gevreeën. Jullie ook hoorde ik.”
“Het was heerlijk. Hoe bevalt het nieuwe leven?”
“Geweldig.”
“Ik zie het.”
“Sorry, de gedachte alleen al.”
“Slap gelul is er al genoeg in de wereld. Dit is veel mooier. Ik ben nog nooit door een man een baard gelikt, wil jij mij dat laten voelen, maar eerst willen mijn borsten een kusje.”
“Natuurlijk.”
Bella gaat op de badrand zitten met Klaas tussen haar benen. Hij zuigt voorzichtig op haar nog meer zwellende tepels waarna hij ze met zijn tong omcirkelt.
“Wow, dat doe je lekker. Nu ga jij op de rand zitten.”
Ze speelt met zijn paal en ballen voor ze hem haar deepthroat techniek demonstreert. Ze voelt dat hij snel klaarkomt door wat hij ziet en voelt, ze stopt met haar techniek en zuigt hem op de gewone manier leeg. Ze wisselen weer van plaats en Klaas likt haar naar een orgasme.
“Dat was geweldig en die baard kriebelt lekker Klaas, bedankt.”
Ze zwemmen tot Nina zich meldt in het zwembad.
“Jullie hebben toch niet…”
“Die baard kriebelt heerlijk.”
“Ik weet het. Een lekker stukje verwennerij, waar ik nu trek in krijg.”
Klaas stilt de honger van Nina.
“Max en Bruno moeten ook hun baard laten staan,” vindt Bella.
“Beneden eraf boven erbij. Goed voor het natuurlijke evenwicht.”
Ze zien Klaas verbaasd kijken. In het kort verteld Bella het scheerfestijn.
“Dat moet ik ook,” vindt Klaas
“Over een uurtje kan je dat weer. Hij hangt er nu nog wat slapjes bij. Mooi klusje voor Zoë.”
“Geef me een kwartier Nina.”
“Opschepper.”
Na het scheerfeest vertrekken de tweeling naar een afspraak op een camping. Ze spreken af om die avond Klaas op te halen. Bella wil van Klaas weten welke grens hij trekt wat betreft zijn dochters.
“Theoretisch mogen jij en je dochters met elkaar vrijen, want jullie hebben geen bloedband.”
“Daar heb je gelijk in. De grens op het gebied van seksualiteit tussen ons is vandaag tot het uiterste getrokken. Het zijn mijn kinderen want ik heb ze opgevoed en met mijn kinderen heb ik, onder geen beding, seks.”
“Ook niet als zij dat echt graag willen?”
“Onder geen beding en daar blijf ik bij.”
“Je bent een wijs man die zijn grenzen kent.”
Lachend stoeiend en af en toe zwemmend blijven de achterblijvers bij de villa, tot Klaas wordt opgehaald.
Hoofdstuk 19
De volgende morgen wordt Max wakker en ziet Nina als een bevallig wezen met glanzend blond haar naast hem liggen. De avond tevoren waren ze naar bed gegaan. Na een kwartier komt Nina hun slaapkamer binnen en zegt: “Max schuif op, ik kom bij jullie slapen.”
Bella is al weg brood halen. Hij sluit zijn ogen en denkt na over wat er gebeurd is. Hij heeft het gevoel dat er iets bijzonders is met de jonge vrouw die naast hem ligt, hij weet alleen niet wat.
Zijn ogen weer openend begint hij haar te bekijken. Het fijne gezicht straalt liefde, tevredenheid, en eindelijk gevonden geluk uit. De grote lichtblauwe ogen zijn dicht en toch lijken ze verbaasd te kijken. Het schattige wipneusje accentueert haar kittige en vastberaden eigenwijsheid. Om haar mond, ligt de schaduw van een glimlach. De zachte ronde kin geeft haar iets kinderlijks voor haar leeftijd. Zijn blik dwaalt naar haar lange slanke hals. Haar schouders, gaan over in haar tengere, maar gespierde armen en fijne handen. Haar schouderblad is een eiland op haar rug, veroorzaakt door de ligging van haar arm, het oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem uit en met de toppen van zijn vingers glijdt hij langs de randen. Ze beweegt bijna onmerkbaar onder zijn vingers. De schaduw van haar glimlach wordt iets dieper.
Hij vervolgt de verkenning van dit mooie schepsel en een gedachte manifesteert zich in zijn hersenen, dit is het mooiste wat ik ooit gezien heb. Hij raakt geroerd door een emotie die hij niet herkent. Hij moet een paar keer met zijn ogen knipperen om door zijn tranen heen weer duidelijk te kunnen zien. Hij bekijkt haar rug en prachtige ronde billen. Ook hier kan hij niet laten om er even zijn vingers over te laten glijden. Hij beseft dat zijn wil om haar nu aan te raken niet ingegeven wordt door een seksueel motief, maar door een andere. Het verwondert hem, want hij heeft geen idee wat dat dan kan zijn. Hij buigt over haar heen en begint weer van boven af aan. Het kuiltje boven haar borstkas lijkt hem gemaakt om een baby vuistje in te leggen, opeens weet hij wat de vreemde emotie is. Zij belichaamt zijn grote gemis, een dochter. Hij wil haar op dit magische moment alleen maar bekijken, zoals een trotse vader zijn dochter. Hij had de spiegel willen zijn voor haar vrouwelijke verleidingskunst. Haar behandelen met het respect en de volkomen onbaatzuchtige liefde die ze verdient. Een huivering trekt door zijn lichaam. Hij denkt aan het wonder, dat uit dit prachtige schepsel, misschien ooit een kind geboren zou kunnen worden.
Voorzichtig klimt hij uit bed en loopt naar de keuken om een glas water te drinken. Met zijn handen veegt hij de tranen uit zijn ogen. Het gemis wordt minder erg, het blijft hem wel achtervolgen. Hij voelt zich moe en leeg.
In huis houdt hij het niet meer uit en hij gaat naar buiten naar de opkomende zon zitten kijken. De totale stilte voelt geweldig aan. Alleen de eekhoorns Knabbel en Babbel maken krassende geluidjes op hun boom. De vogels zitten verder in de bossen. Héél in de verte hoort hij ze. Nina is wakker geworden en mist Max. Ze denkt dat hij naar de wc is en wacht tot hij terugkomt. Het duurt veel te lang, daarom klimt ze uit bed en loopt naar buiten. De eerste ochtendstralen voelen aangenaam warm op haar naakte huid. Ze ziet Max in een eetstoel bij de tafel zitten, met zijn hoofd in zijn handen. Ze aarzelt en denkt, misschien wil hij wel alleen zijn. Onweerstaanbaar gedreven door haar instinct, gaat ze toch naar hem toe. Hij ziet haar aankomen en een moeizame glimlach komt op zijn gezicht. Ze gaat voor hem op de tafel zitten. Zonder wat te zeggen plaatste ze zijn hoofd tegen haar borsten. Ze streelt zijn hoofd en schouders en vraagt: “Wat is er?”
Er klinkt zo veel oprechte bezorgdheid en liefde in haar stem dat hij moeite moet doen om zich goed te houden.
“Niets, ik ben een sentimentele zot.”
Ze voelt aan dat het om haar gaat.
“Onzin, vertel op.”
“Ik heb altijd een dochter willen hebben, jij doet me daaraan denken.”
Ze dwingt hem haar aan te kijken.
“Als ik mijn hand zou moeten missen om jouw dochter te mogen zijn, zou ik geen moment aarzelen.”
“Je bent helemaal geweldig gek.”
Ze leggen hun armen om elkaar heen en wang tegen wang zitten ze, in de steeds sterker wordende zonnestralen, van elkaar te genieten. Na een eeuwigheid fluistert Nina: “Komen wij goed weg, anders hadden we incest gepleegd.”
Hun lach verdrijft de eekhoorns.
“Kom op Max, we gaan nog even slapen of heb je geen zin meer?”
“Wel zin, geen tijd. Ze komen straks de auto ophalen. Zonder op te staan pakt hij Nina om haar middel en zet haar naast zich op de grond.”
“Je hebt in een klap drie kinderen om voor te zorgen,” zegt ze lachend.
“En nog lastige ook.”
“Zal ik tafeldekken, dan doe jij de rest.”
Hoofdstuk 20
De volgende dagen worden doorgebracht met vrijen, slapen, zwemmen en het bezoeken van mooie plekjes en stadjes in de omgeving, tot de garage belt dat de auto al klaar is. De garage is uitgegaan van het slechtste scenario en dat valt achteraf mee. Omdat ze ook met zijn tweeën willen zijn besluiten Zoë en Bruno een camping te gaan zoeken. Dat Nina niet met ze mee ze mee wil gaan staat voor hen al vast, maar ze laten die mogelijkheid wel open.
“Bella, wij willen graag naar een camping gaan nu de auto weer heel is.”
“Gaan jullie maar lekker met zijn tweeën weg, wij houden Nina wel hier, anders zit ze zichzelf en jullie in de weg.”
“Dank je wel voor alles.”
“We noteren de telefoonnummers en we houden contact. We kunnen altijd een keer bij jullie langskomen.”
“Dat moeten jullie zeker doen.”
In het zwembad imiteert Max een springplank. Bella roept ze naar zich toe.
“Zoë en Bruno gaan naar een camping. Wat doe je liever Nina, hier blijven of met ze mee gaan?”
Heel even is Nina verrast, haar snelle brein weegt alle voor en nadelen in enkele seconden af.
“Ik blijf hier.”
Met veel geknuffel en gezoen nemen ze afscheid. Max heeft al een bevriende campinghouder gebeld om te informeren naar een mooi plekje en dat is er. Max geeft ze het adres.
“Als jullie het wat lijkt, kan je daar terecht. Anders zoeken jullie maar wat anders.”
“We zullen jullie missen en nogmaals bedankt voor alles,” zegt Zoë.
Ze stappen bij Max in de auto die ze, met hun vakantie-uitrusting, naar de auto brengt.
Bij de villa is de stemming een beetje bedrukt door het weggaan van Zoë en Bruno.
“Ik zal de tovertong van Bruno wel missen,” moppert Nina.
“Ik ook. Zullen wij koffiezetten, want Max komt ongetwijfeld met veel te veel gebak thuis straks.”
Bella en Nina liggen op hun rustbed wanneer Max bij de villa arriveert.
“Verrassing, kijk eens wat ik mee heb.”
“Die man is zó voorspelbaar Bella.”
“Het is niet verplicht hoor.”
“Nee, maar wel lekker, kom op met die kleffe hap.”
Bella vraagt zich af wat er tussen Nina en Max is voorgevallen die ochtend. Ze weet dat ze het op het juiste moment te horen zal krijgen. Max zit mijmerend naar de twee te kijken. Het verlangen naar een kind wordt steeds sterker. Hij denkt, idioot eigenlijk, dat ik nooit heb stilgestaan bij de mogelijkheid om met Bella kinderen te krijgen. Nu hij erover nadenkt, dringt het tot hem door dat ze af en toe door een gebaar of opmerking heeft laten merken dat ze dat wel wil. Met mijn 42 jaar ben ik wel oud, maar nog niet té oud. Na de koffie met de mierzoete gebakjes rent Nina naar het zwembad. Het blonde haar wappert als een gouden stroomversnelling achter haar aan.
“Wat een ongelofelijke meid is het,” zegt Bella bewonderend.
“Bella ik wil je wat vragen.”
“Bah! Wat ben jij opeens ernstig.”
“Zou jij met mij kinderen willen krijgen?”
“Hoe kom je daar nu zomaar bij! Natuurlijk wil ik kinderen met jou, ik wilde er zelf nooit over beginnen.”
Ze omhelzen elkaar.
Nina komt aanlopen en roept: “Hé, stelletje ‘kleffers’.”
“Nina moet je horen,” zegt Bella opgewonden, “We gaan proberen kinderen te krijgen.”
“Dát zal een keer tijd worden.”
“Wel na de vakantie, want ik wil deze zomer lekker vreemd kunnen gaan.”
“Bella wat zeg je nu, dat is toch schandalig. Max treedt eens op, het is verdomme de aanstaande moeder van je twaalf kinderen. Wat moet daarvan terechtkomen?”
Bella pakt een gebakje en probeert het in het gezicht van Nina te smeren
Ze rennen gillend achter elkaar aan en niemand hoort dat de poort is opengegaan en twee verbouwereerde mensen naar ze staan te kijken.
Hoofdstuk 21
Zoë en Bruno hebben de camping gevonden die Max ze heeft aangeraden. De camping is niet groot en op loopafstand van het strand. Ze krijgen een plekje dat een beetje apart ligt en waar één tent staat. Zij passen er nog bij en de plek is vol. De bomen zorgen voor schaduw en af en toe laten ze een dennenappel, met een luide plof, ergens neerkomen. De camping is klein, toch is er een winkeltje voor de dagelijkse behoeften. Brood, iets heiligs in Frankrijk, wordt elke morgen vers aangevoerd. De koelte van het zwembad bij Bella en Max, wordt vervangen door die van Middellandse zee. Ondanks de drukkende warmte in de nacht, zijn ze volkomen gelukkig met elkaar. Tijdens het vrijen trainen ze samen het uithoudingsvermogen van Bruno. Het lachen en plezier maken blijft niet onopgemerkt bij hun buren Ibimi en Jean, een jong stel uit Parijs die oorspronkelijk uit Kameroen komen. Bruno vraagt ze voorzichtig of het, zo weinig mogelijke, geluid wat ze maken bij het vrijen toch niet te veel is.
“Nee hoor, dan mogen wij dat ook.”
Bruno is macaroni aan het koken. De buurtjes ruiken het en geven hem een compliment voor de heerlijke geur die uit zijn pannen komt. Het is het begin van een vakantievriendschap. Het redelijke Frans van Zoë en Bruno, wordt verder aangevuld tijdens de gesprekken die ze samen hebben.
Op een avond zitten ze samen praten over waar ze vandaan komen. Het ontluisterende verhaal van Ibimi en Jean over het machtsmisbruik van corrupte bestuurders, ondersteund door multinationals die Kameroen leegroven, maakt diepe indruk op Zoë en Bruno. Hierna komt ook het onderwerp ‘amour’ ter sprake. Jean praat mee, Ibimi wordt steeds stiller. Zoë observeert haar onopvallend, maar wel intens. Ze ziet dat Ibimi over dit onderwerp iets verbergt wat vreselijk moet zijn.
De pijn in haar ogen is zo diep, dat Zoë besluit om te proberen uit te vinden wat het is. Elke morgen haalt Bruno brood bij de kampwinkel, Ibimi doet hetzelfde. Zoë heeft Bruno verteld wat ze gezien heeft in de ogen van Ibimi. Bruno heeft het ook gezien en is het eens met haar poging, om te achterhalen wat het is. Zoë wacht tot Ibimi brood gaat halen en zegt tegen haar: “Ik loop met je mee.”
Ibimi lacht en ze lopen in de richting van de kampwinkel. Zoë heeft Ibimi onopvallend gadegeslagen, maar Ibimi heeft de belangstelling, die niet sensatiegericht is voelt ze aan, toch gezien. Ze heeft al een hele tijd de behoefte om haar probleem met iemand te bespreken, maar heeft tot nu toe niemand gevonden bij wie ze dit durft. Dit meisje uit Holland heeft iets speciaals, voelt ze. Ze glimlacht naar Zoë en zonder een woord te wisselen, begrijpen ze elkaar. Ibimi steekt haar hand uit en Zoë pakt die. Zo lopen ze zwijgend verder, via hun handen wisselen ze emoties uit met elkaar. Ze kopen brood en gaan op een bankje zitten. Geluidloos lopen de tranen over de wangen Ibimi. Zoë wrijft met haar hand troostend over haar rug.
“Ik ben jaren geleden aangerand en ik kan er niet over heenkomen,” fluistert Ibimi.
“Weet Jean het?”
“Ja, hij is heel begrijpend en geduldig. Ik wil met hem vrijen, maar als het zover is dan komen de herinneringen weer terug. Ik doe dan net of ik het prettig vind. Altijd heb ik het gevoel dat hij dat merkt. Vaak zegt hij hoopvol: ’het gaat al weer wat beter, met geduld kom je er wel overheen.’ Hij wil mij zó graag helpen, maar dat kan hij niet. Hij is mijn vriend en niet mijn therapeut.”
Het vage plan dat al vanaf het eerste moment in Zoë ’s hersenen is gevormd, krijgt steeds duidelijker vorm.
“Ik weet een therapeute die je misschien kan helpen.”
Ibimi kijkt haar verbaasd aan en vraagt: “Waar?”
“Hier vlakbij.”
Vol vuur vertelt Zoë over wat haar en Bruno is overkomen bij Bella en Max. Verbaasd luistert Ibimi en vraagt: “Hoe kan dat zo snel werken?”
“Geen idee, dat interesseert mij ook niet, ik weet dat het werkt en dat is voor mij meer dan voldoende.”
“Daar heb je gelijk in. Zullen we het met Jean bespreken?”
Jean is in het begin heel terughoudend. Bruno en Zoë begrijpen dat volkomen. Wie weet hoe vaak hij al teleurgesteld is op de momenten dat hij denkt dat het beter gaat met Ibimi. Ook aan hem vertelt ze wat hun is overkomen en net als Ibimi is hij verbaasd over de snelheid van de verandering. Na een tijdje praten hierover vraagt Ibimi aan Zoë: “Wil je het vragen aan die mensen?”
“Natuurlijk.”
Nerveus belt Zoë naar Max. Nu het zo concreet is, vraagt ze zich af of ze haar hand niet overspeeld, Bella en Max zijn op vakantie. Max neemt op met: ”Ha die Zoë, alles goed op de camping?”
“Fantastisch, dat heb je goed uitgezocht voor ons.
“Daar ben ik blij om. Daar bel je niet voor, waarvoor wel?”
Zoë zegt zonder moeilijk te doen met inleidende praatjes: ”Kunnen en willen jullie iemand binnen twee weken genezen van een aanranding of ga ik nu te ver?”
“Je doet het prima, je gaat uit van wat eventueel wél kan en niet andersom. Wie is het?”
“Het meisje van het stel dat naast ons op de camping staat.”
“Helemaal genezen duurt minstens een half jaar. Binnen drie weken kunnen we haar wel de instrumenten geven om zichzelf te genezen.”
Kom maar hiernaartoe, dan kan ze ons eerst leren kennen voor, ze besluit zich door ons te laten helpen.”
“Ik zal het hier bespreken, dan bel ik straks wel, enne alvast bedankt. Groetjes aan de rest daar.”
“Doe ik. Jij bedankt voor de eventuele uitdaging, daar zijn we wel aan toe.”
En weg is hij. Zijn laatste zin klinkt nog na in haar hoofd en ze denkt, die man blijft je verbazen.
Hoofdstuk 22
Jim, de jongste broer van Max, is samen met zijn vrouw Amy eerder naar Frankrijk vertrokken dan ze gepland hebben. Uiteraard hebben ze de code van de poort bij Bella en Max en zijn nu bezig om naar het terras te lopen om ze te verassen. Daar zien ze Max aan tafel zitten lachen en Bella rent, naakt met een taartje in haar handen, achter een even blote jonge vrouw aan die ze nog nooit hebben gezien.
“Amy, ze zijn gek geworden of ik ben in een komedie van Mel Brooks terechtgekomen.”
“Gek waren ze al, dus je bent in een komedie van Mel Brooks terechtgekomen.”
Ze lopen richting Max. Halverwege ziet hij ze aankomen en springt blij verrast op en roept: “Bella, ze zijn er al!”
Bella en Nina stoppen met hun rennen en kijken verdwaasd naar de tafel waar Amy en Jim meewarig met hun hoofden staan te schudden.
“Dat is een jongere broer van Max, dat zie je zo.”
“Goed zo Nina.”
“Eh… Moet ik wat aantrekken?”
“Dat zal hij héél erg jammer vinden.”
“Hij is net zo erg als zijn broer, dus.”
“Soms erger.”
Bella stelt Nina aan de anderen voor.
“Sorry Nina, dat ik niet voor de gelegenheid gekleed ben,” verontschuldigd Jim zich lachend.
“Dat is ongetwijfeld een groot gemis. Geneer je niet zou ik zeggen.”
“Ik hoor het al, jij bent dus al verpest door dit volkomen bedorven koppel.”
“Nina is mijn naam en namens mij welkom,” ze geeft Jim en daarna Amy een kus.
Snel kleden die zich uit. Nina ziet dat Amy nog kleinere borsten heeft dan zij en daar kennelijk trots op is aan haar houding te zien.
“Het is het broederschap der goddelijke knotsen zie ik wel,” kan Nina niet laten op te merken.
Ze nemen een duik in het zwembad om af te koelen en het zweedt van de reis af te spoelen. Nina stelt zich voor hoe het zou zijn om in iedere hand een knots vast te houden, lijkt me zalig, denkt ze.
“Zal ik wat te drinken pakken voor jullie.”
“Bier!” roept Jim.
“Nou, nou, rustig aan.”
Wanneer Nina terugkomt, komen ze uit het zwembad.
“Leuk dat jullie er eerder zijn. Waarom eigenlijk?” informeert Bella.
“We moeten voorbereidingen treffen voor de filmploeg die ook eerder komt.
We dachten, laten we jullie verassen. Hebben, jullie nog wat warms te eten in huis?”
“Alleen stokbrood.”
“Er zijn nog worstjes van de barbecue over, met een stuk stokbrood en klaar komt Kees,” oppert Nina.
“Het is een handige meid onze Nina.”
“Ik weet het,” zegt de handige bescheiden, “Ik zal het wel maken, kunnen jullie afmaken waar je in het zwembad aan zijn begonnen.”
“Hoe weet jij dat nou?” vraagt Jim, gespeeld, verbaasd.
“Normale mensen, zwemmen in het zwembad en staan niet ‘parnergeruild’ elkaar op te geilen.”
“Nina je bent een topper, want ik ben de hele reis al zo geil als een beer. Je mag ook blijven kijken dan kan je wat leren.”
“Erg grappig Amy. Jullie krijgen een half uur.”
Nog voor Nina helemaal binnen is zit Amy bij Max op schoot vastgepind en Bella bij Jim. Het halfuur hebben ze niet nodig.
Bella en Max vertellen hoe Nina en haar vrienden bij hun terecht zijn gekomen. De achtergrond van Nina wordt ook even aangestipt.
“Een dapper ding,” is de conclusie van Amy “en nog mooi ook.”
Nina arriveert met de worstjes. Even is het stil.
“Jullie hebben echt honger hoor ik.”
“Pardon!”
“Nette mensen voeren intelligente conversaties tijdens het eten.”
“Andere keer. Het smaakt trouwens voortreffelijk.”
Nina schuift de trieste resten aan de kant.
“Max, ik heb een idee voor een film. Zoals je weet moeten we een clip maken op basis van een verhaal over een bos. Dit bracht mij op het idee om wat meer variatie in onze eigen films te brengen. Op Internet ben ik daarom naar verhalen gaan zoeken om inspiratie hiervoor te krijgen.”
“Goed idee, heb je wat gevonden?”
“Ik heb het bij me, lees maar. Er moet uiteraard veel geschrapt worden.”
“Mag ik het voorlezen Jim of komt er ‘blotigheid’ in voor.”
“Lees nou maar Nina.”
“Hallo Crissy, wil jij even op mijn engeltje passen, ik moet wat aan mijn vader vragen?”
“Natúúrlijk Nina.”
“Hé, dat is mijn naam. Dan moet het wel een goed verhaal zijn.”
Met een soepel gebaar zet Nina de Maxi Cosy, met de baby erin, op het bureau. Nina kijkt even naar de jonge vrouw en denkt, het zal mij benieuwen of zij ooit aan kinderen begint. Crissy is direct betoverd door de kleine schoonheid. Ze stoot volkomen idiote woordjes en geluiden uit, die door de baby met een lach en wilde bewegingen van de ledematen worden beloond.
“Daar kan ik mij iets bij voorstellen.”
Crissy hoort even later in de gang twee kibbelende mensen aankomen. De deur werd opengedaan door een sympathieke man, hij komt haastig het kantoor binnen, gevolgd door zijn dochter Nina.
“Stop maar met je gezeur pa. De volgende keer neem ik haar wel mee. Ik doe het voor jou. Weet ik veel dat je het niet druk hebt.”
“Sorry kindje, ik zal niet meer zeuren.”
“Jullie gaan toch geen ruzie maken in het bijzijn van dit schatje?”
“Maak je geen zorgen Cris, ik moést de kleine even zien en mijn dochter wil dat beletten.”
“Pa!”
“Een baby in een seksfilm, dat wordt niks.”
“Als je wartaal gaat uitslaan, stop dan maar met lezen.”
“Sorry hoor, het is maar een grapje.”
Weer wordt de baby met de meest vreemde geluiden bestookt, die het ook nu prachtig vindt. Vanuit de gang wordt de opa toegesproken door een man die niet het kantoor binnen wil gaan.
“Frans ga je mee, we moeten naar de presentatie.”
Met duidelijke tegenzin stapt Frans resoluut het kantoor uit.
“Als je mij nog één keer durft te storen terwijl ik bij mijn kleinkind en dochter ben dan…”
De rest horen de twee vrouwen in het kantoor niet meer.
Na een kopje koffie gaat Nina weer weg. Zodra moeder en baby weg zijn begint Crissy, tot haar eigen verbazing, te huilen.
Na de huilbui kijkt ze op de gang of er niemand aanwezig is. Schichtig loopt ze naar de wc om zich op te knappen. Een beetje boos op zichzelf, vanwege de huilbui, gaat ze naar huis, waar de tafel al gedekt staat. Haar partner, ziet dat er iets mis is met Crissy.
“Is er wat?”
“Ik wil een kind.”
“Vraag er een voor Sinterklaas.”
“Bah! Wat zijn we weer bijdehand.”
“Wat moet ik dán zeggen?”
“Wat normale mensen zeggen zoals, hoe kom je dáár nu weer bij of gewoon verbaasd huh zeggen.”
“Huh! Hoe kom je dáár nu weer bij?”
“Weet ik veel! Hormonen, biologische klok, ik wil een jonge oma worden.”
“Dus het is geen grapje?”
“Nee.”
Even is daar een stilte tussen mensen die elkaar meestal begrijpen, maar nu even niet.
“Hoe lang wil je het al?”
“Vanaf vanmiddag.”
“Hoe komt dat?”
“Nina was er met de baby.”
“Aha.”
Weer is het even stil.
“Nu je over kinderen begint. Ik zou het ook wel willen.”
“Wie het eerst zwanger is krijgt de jackpot.”
“Over bijdehand gesproken, Crissy.”
“Sorry, je hebt gelijk. Laten we serieus blijven.”
“Heb je al nagedacht over een vader?”
“Jazeker. Ik wil ook zo’n mooi kindje als Nina.”
“Ik weet niet of haar man daaraan mee wil werken.”
“Dat hoeft ook niet.”
“Nu snap ik je even niet.”
“Ik bedoel de vader van Nina.”
“IJzeren, opa Frans?”
“Die ja.”
“Hoe wil je dát aanpakken? Uit jouw verhalen over hem is er tot nu toe niemand, terwijl ze het wel proberen, gelukt hem te versieren.”
“Ik vraag het hem gewoon.”
“Hé, opa Frans. Zin in een potje rampetampen?”
“Een beetje serieus Amber.”
“Jij begon te lachen.”
“Om jou.”
“Dat is waar. Vanaf nu zal ik ernstig tegen je zijn.”
“Dat kán je niet eens.”
“Als het móet wel. Zullen we ook even gaan eten?”
“Graag. Je hebt je best gedaan, het ruikt heerlijk.”
“Wat zal zijn dochter daarvan vinden?”
“Shit! Daar heb ik niet aan gedacht.”
“Misschien kan zij je wel helpen. Als zij er geen problemen mee heeft kan ze bemiddelen.”
“Wow! Je bent niet alleen serieus, maar ook op dreef.”
“Alles heb ik voor mijn schatje over.”
“Hoe zit het met jou? Jij wilde toch ook een kind?”
“Dat wordt een triootje met opa Frans dus.”
“Hebben jullie een acteur die de opa kan spelen?”
“Nee, in de film doet de man van Nina het.”
“Lekker origineel.”
“Ze heeft wel een punt Jim.”
“Inderdaad, daar moet ik even naar kijken.”
“Neem mijn oom Klaas. Haar en baard grijs verven. Beetje make-up en je hebt je opa. Wat zit je nu dom te lachen Jim. Probeer ik me in te leven in het seks gebeuren krijg ik dit.”
“Sorry, maar het klonk zo leuk.”
“Ik ben ook leuk.”
“Dat is waar, maar om te kunnen spelen in een seksfilm is niet zo simpel.”
“Jij hebt daar verstand van en ik niet. Vind je het goed dat ik verder ga?”
“Ga je gang.”
Door het lachen over het trio verslikt Crissy zich in een stukje sperzieboon.
“Sorry, ik kon het niet laten.”
“We moeten een stappenplan maken.”
“Doe jij dat maar, want jij kent ze véél beter dan ik.”
“Jij moet er wel bij zijn.”
“Dat is goed, ik zal zéér ernstig zijn”
“Stap een, we gaan met Nina praten. Vindt zij het een slecht idee, dan gaat alles over. Vindt ze het een goed idee, dan moeten we een manier vinden om Frans zover te krijgen dat hij ons wil bevruchten.”
“Bah! Wat is dat nou voor een vréselijke uitdrukking.”
“Dat was niet serieus.”
“God zij dank.”
“Laten we afspreken dat we hier eerst een maand over gaan nadenken.”
“Dat doen we. Wat heb je voor toetje?”
“IJs, we hebben nog ijs, Wie wil?” vraagt Nina.
“Dat is nog eens inleven in een rol Jim.”
“Lees nou maar door.”
“Is dat echt een broer van jou, Max?”
“Hij is de serieuze van de familie.”
Geen avond gaat voorbij zonder dat het onderwerp kind ter sprake komt. De kinderwens verdwijnt niet, hij wordt steeds sterker. De maand wachten, halen ze niet. Na drie weken zit, op een zaterdagmiddag, Nina bij hen thuis. Haar man is met de kleine naar zijn ouders. Nina weet dat ze iets belangrijks te bespreken hebben, anders was haar man wél welkom geweest.
“Waarover willen jullie mij spreken?”
“Wij willen graag moeder worden.”
“Wie van jullie moet de kleine dragen?”
“Als het lukt, wij beiden.”
“Jullie pakken het groots aan.”
“Ieder een tweeling, dát zou leuk zijn.”
“Amber, wat zouden we doen?”
“Ernstig zijn.”
“Wat heb ik daar mee te maken?” wil Nina weten.
“Het betreft de vader.”
“Wat is daarmee?”
“We willen je vader vragen.”
“Mijn vader! Hoe krijgen jullie dát nou in je hoofd?”
“We willen net zo’n leuk kindje als jij en ik denk dat er geen betere opa, of in ons geval vader, op de wereld rondloopt.”
“Dat laatste heb je gelijk in, hij is stápelgek op die kleine. Hij gaat over een maand met pensioen, dan heeft hij in ieder geval wat te doen.”
“Wát. Gaat hij met pensioen, dat weet ik helemaal niet.”
“Het is nog een geheim. Omdat er een nieuwe directeur komt die hij helemaal niet ziet zitten, gaat hij eerder met pensioen. Jij bent de enige die het nu weet op kantoor.”
Nina voelt tijdens het gesprek jaloezie opkomen, een oude kwaal van haar. Ze kan niet zo snel overzien wat het betekent voor haar en haar kind als haar vader doet wat de vrouwen willen. Ze besluit, ook in verband met haar jaloezie, voorzichtig te zijn.
“Jullie overvallen mij wel met dit zwangerschapsidee.”
“Daar heb je gelijk in. We praten er niet meer over. Jij denkt er rustig over na. Volgende week komen we weer bij elkaar om verder te overleggen.”
“Prima voorstel. Zullen we nu in de stad een cappuccino met een saucijzenbroodje gaan halen?”
Het gesprek gaat over borstvoeding, slapeloze nachten, poepluiers, en niet meer over het vaderschap.
Door Crissy en Amber worden die week op Internet alle bevruchtingstechnieken manieren uitgezocht. Uiteindelijk blijft er één over om mee te beginnen: de natuurlijke.
Eindelijk is het vrijdag. Bloednerveus zitten Crissy en Amber op Nina te wachten.
“Na zorgvuldige overwegingen denk ik dat het een goed idee is. Mijn vader is geen man om stil te zitten of een oubollige hobby te hebben, het belangrijkste is, dat hij gek op kinderen is en ze veel liefde kan geven. Vertel mij hoe jullie het willen doen.”
“Op de natuurlijke weg.”
“En dat is?”
“Je weet wel, in bed en zo.”
“Jullie zijn toch lesbies?”
“We kunnen evengoed met een man vrijen.”
“Natúúrlijk, wat dom van mij.”
“Daar heb ik helemaal geen verstand van.”
“Heb je nooit iets met een meisje uitgeprobeerd?”
“Nee Amy, voor ik hier kwam was ik volmaakt onschuldig en kuis.”
“Phoe, dat zal dan een hele overgang voor je zijn geweest.”
“Je hebt geen idee van de verschrikkingen die ik hier heb doorstaan.”
“Dat heb ik wel. Ga verder met je verhaal.”
Crissy heeft af en toe wat verteld over het leven van Frans. Amber vindt dat veel te weinig. Nu heeft ze de kans om meer over Frans te weten te komen.
“Waarom is je vader nooit hertrouwd?”
“Een keer belazerd worden vindt hij genoeg. Ik vind het onzin, hij vindt dat nu eenmaal. Jullie maken wel een kans denk ik, want het gaat bij jullie niet om samenwonen of claimgedrag.”
“Wat is de beste manier om het te vragen?”
“Daar heb ik over nagedacht. Creëer de beste omstandigheden om het te vragen.”
“En die zijn?”
“Een weekend naar zijn favoriete plaats Brugge. Laat hem een hotel, restaurant en wijn uitzoeken, dan heb je de tijd van je leven.”
“Dat klinkt zéér aantrekkelijk.”
“Om jullie te helpen zal ik een verhaaltje ophangen waar hij geen nee tegen kan zeggen. Hij heeft wel een grote mond af en toe, maar gelukkig kan ik hem de baas. De rest moeten jullie zelf doen.”
“Wat geweldig van je. Daar moeten we even op knuffelen.”
“Hé, hé, afstand houden, ik vertrouw jullie voor geen cent.”
Tot verwondering van de rest blijft het commentaar hierop van Nina uit.
Met een rood hoofd van kwaadheid moppert Frans: “Met die twee potten naar Brugge, ben je gek geworden of zo.”
Hiermee start hij zijn verweer tegen het voorstel van Nina.
Met de woorden: “Nou ja, één troost, zij willen in ieder geval niets van me,” eindigt het.
“Oh, oh. Die arme man weet niet wat hem te wachten staat.”
Crissy zit achter het stuur met Amber naast zich. Frans ligt op de achterbank te snurken, zodra ze hun woonplaats uit zijn. Vlak voor Brugge maakten ze hem wakker.
“Oeps, ik ben zeker even ingedut.”
“Dat kan je wel zeggen ja. Langs de route naar Brugge staat geen boom meer overeind.”
Het eten en de wijn zijn voortreffelijk. Nina heeft niet overdreven over zijn kennis hiervan, denkt Crissy. In het hotel nodigen ze Frans uit om op hun nog even na te praten en iets te drinken. Over het doel van de trip is tijdens de hele avond enige achterdocht aanwezig bij Jim. Die smeulende achterdocht is nu door de wijn verdoofd. Zonder aarzelen gaat hij op hun uitnodiging in.
“Frans, we willen je om een gunst vragen?”
Over de smeulende achterdocht wordt een liter wasbenzine gegooid.
“Zeg het maar.”
“Zou je nog een keer vader willen worden?”
“Dat zou een wonder zijn, want ik heb mij twintig jaar geleden laten steriliseren.
“Het tijdstip waarop hij vertelt over zijn castratie zal wel als eerste aangepast worden.”
“Zo is dat.”
“Mag ik meedoen?”
“Als wat?”
“Als een van de twee natuurlijk.”
“Nee, dat mag je niet.”
“Bah, wat flauw.”
Uiteraard weet ze niet dat ze later toch veel invloed op het verhaal zal hebben.
Amy en Jim staan op het punt te vertrekken naar hun eigen villa om de auto leeg te halen en een tukje te doen.
“Wacht jij eens even Jim, je hebt me opgefokt met het showen van die goddelijke knots van je en nu zo weglopen of doet hij het nog niet, zo niet, dan hoop ik dat je tong het wel doet.
Ze doen het beiden, tot volle tevredenheid van Nina.
Die avond voelt ze zich rusteloos. Ze heeft het gevoel iets te moeten doen, maar ze heeft geen idee wat. Bella ziet het en vraagt haar: “Zit je ergens mee?”
“Ja, maar ik heb geen idee wáármee. Ik moet iets doen, maar ik weet niet wat.”
“Moet je soms ongesteld worden?”
“Lief hè, onze Max, hij probeert zich in te leven in het vrouw zijn,” sust Bella alvast.
“Praat jij het maar goed. Het is gewoon een bemoeial, die daar helemaal niets van afweet.”
“Dat is niet waar, hij heeft laatst een boek gelezen over…”
“Zo, zo, een heel boek gelezen, nou dat zal wel zeer gedaan hebben in zijn hoofd, al die kennis is niet niks.”
“Daar ben ik met twee aspirientjes weer vanaf, maar jij weet niet eens wat PMS is.”
De interesse van Nina is onmiddellijk gewekt.
“Nee, dat weet ik inderdaad niet, wat is dat?”
“Premenstrueel syndroom.”
“Eh…”
“Twee weken voor je ongesteld wordt, kan je daaraan gaan lijden.”
“Wat zijn de symptomen?”
“Stemmingswisseling, onzinnige kwaadheid, hoofdpijn, depressief zijn tot zelfmoordneigingen aan toe.”
Bella zit naar de twee te kijken en te luisteren en denkt, wat een geweldige vader had hij voor had kunnen zijn.
“Dan heb ik geen PMS.”
“Dan ben jij een gelukkig mens.”
“Dat ben ik ook. Alleen weet ik nog steeds niet wat ik moet.”
Nina denkt, door de opmerking van Max, over ongesteld zijn. Dat loopt synchroon met haar moeder. Mijn moeder, er is iets met mijn moeder aan de hand denkt ze.
“Het heeft met mijn moeder te maken. Ik ga in alfa aan haar denken.”
Nina, visualiseert dat haar moeder zich vrij maakt van haar kwelgeest. Dat dit op dat moment echt gebeurd kan ze uiteraard niet vermoeden.
Hoofdstuk 23
Ibimi heeft ondertussen haar twijfels. Om zo maar naar mensen toe te gaan die ze nooit heeft ontmoet en met hun datgene wat haar is overkomen te bespreken, vindt ze beangstigend. Zoë vertelt haar wat Max heeft voorgesteld. Opgelucht over het voorstel om eerst kennis met elkaar te maken, besluit Ibimi te gaan. Ze sluiten de tent, na het meenemen van alle waardevolle spullen, af. Af en toe onzeker en doorlopend bloednerveus loopt Ibimi hand in hand met Zoë achter de mannen aan. Haar vastberadenheid om een beter leven te willen hebben is sterker dan elke twijfel.
In de auto is geen behoefte aan een gesprek. De muziek komt daarvoor in de plaats. De schoonheid van het landschap maakt op dat moment geen indruk. Op het moment dat Bruno vaart mindert kijken Ibimi en Jean verbaast om zich heen.
“Is het hier, waarom is het hier, wat een rare plek Bruno.”
“Dat dacht ik ook, de eerste keer dat ik hier was Jean.”
“Wow, dat is prima beveiliging.”
Ze lopen naar binnen waar ze worden opgewacht door Bella, Nina en Max.
Nina voelt de spanning bij Ibimi en zegt tegen haar: “Zonnen is lekker, maar jullie overdrijven.”
Door het lachen om de dwaze opmerking van Nina verdwijnt de spanning, wat ook haar bedoeling is.
Bella en Max laten de villa zien. Jean is geïnteresseerd in de techniek van de watervoorziening en het zwembad. Bij de buitendouche ziet hij dat er een tegel los zit in de vloer.
“Daar moet je wat aan doen, want bij vorst komt er ijs tussen de tegels en drukt hij de andere los.”
“Dank je voor de tip, ik zal ernaar laten kijken.”
Jean klopt op de andere tegels en hoort dat er meer los zitten.
“Er zitten er meer los, ze hebben denk ik de verkeerde lijm gebruikt. Als je wilt kan ik alles repareren met goede lijm.”
“Dat is prima. Ik geef je een voorschot om de benodigde materialen te kopen. Het arbeidsloon komt later wel. Wanneer kan je.”
“Dat moet ik bekijken in verband met Ibimi. Dat van het arbeidsloon beschouw ik uiteraard als een grapje.”
De groep voert een geanimeerd gesprek over hun verleden en wat er nu gebeurd. Eén onderwerp is taboe, de verkrachting van Ibimi. Zij voelt zich steeds meer op haar gemak. Geen vreemdelingen, geen loerende ogen die ze, in haar verbeelding, overal thuis en op de camping ziet.
Op een teken van Bella laten ze haar met Ibimi alleen.
Zoë, Nina en Bruno vertellen elkaar over hun ervaringen. Dit samen kletsen en lachen hebben ze gemist, merken ze nu.
“Wanneer gaan jullie weer terug naar de camping?”
“Geen idee, ik zie wel wat er gebeurt met Ibimi,” antwoordt Zoë.
Ze wil nog wel een tijdje bij haar vriendin blijven, maar ze voelt ook een verplichting tegenover Ibimi.
Ibimi, is met Bella in gesprek over haar eventuele behandeling. Ze ondergaat de ontspannen en prettige atmosfeer om haar heen. Alle twijfel is weg nu blijkt dat Jean, samen met haar, de eerste behandeling krijgt van Bella en ze vraagt aan haar: “Wanneer kunnen we beginnen?”
“Nu.”
Ibimi lacht nerveus.
”Daar overval je mij een beetje mee.”
“Dat snap ik, het moet wel, want er is weinig tijd. Er is geen beter tijdstip om iets te beginnen dan direct. Alles daarna is te laat, vinden wij.”
Ibimi wuift naar Jean die direct komt aanlopen.
“Bella wil de behandeling nu starten omdat er weinig tijd is.”
“Ze heeft gelijk Ibimi.”
“Jij gaat ook mee Jean.”
“Dat is prima.”
Ibimi, Jean en Bella gaan de villa in naar een ruim vertrek waar een bank en een paar makkelijke stoelen staan. Bella gaat op de bank zitten en Ibimi en Jean in de stoelen. Bella doet de oefening die Nina, Zoë en Bruno ook hebben gekregen. Onder normale omstandigheden nemen ze na deze oefening een pauze van een paar weken om de persoon die de behandeling krijgt, de tijd te geven dit te oefenen en de effecten in te laten werken in zijn geest. Omdat ze nu maar twee weken de tijd hebben, doet Bella direct het tweede deel.
“We gaan nu een plek creëren waar je veilig bent voor alles en iedereen; het wordt jouw plek. Niemand kan erin doordringen als jij dat niet wilt. Deze plek kan zijn, deze kamer of een kamer in je huis. Het kan ook een dierbare plaats zijn uit je verleden. Een fantasieplaats is ook goed, zoals een tropisch eiland. Stel je voor, je loopt op je eigen plek rond of je zit ergens op. Als je wilt, kun je mensen of dingen uit het verleden op je plek toelaten. Je kunt ze ook te allen tijde weer laten verdwijnen. Als je nu zin hebt, mag je iets of iemand toelaten. Je mag ook wachten en rustig genieten. Je kunt met de persoon die je toelaat, praten als je wilt. Vragen stellen bijvoorbeeld over wat die persoon in het verleden gedaan heeft en waarom.”
Bella laat haar nog even oefenen met haar veilige plek en geeft geen instructies meer. Deze twee gecombineerde oefeningen, is absoluut het maximaal haalbare aan training in een keer.
Aan het einde van de oefening zegt Bella: “Open jullie ogen bij de tel vijf.”
Bella telt en met moeite openen Ibimi en Jean hun ogen. Ibimi is na al die tijd eindelijk de kwellende gedachten over wat ze heeft meegemaakt, kwijt. Totaal verbijsterd over de ervaring zitten ze stil naast elkaar te genieten.
Zoals zo vaak krijgt degene die voor een trauma behandeld wordt, een huilbui.
Bella geeft ze opdracht om deze oefening zo vaak mogelijk te herhalen, met een minimum van twee keer per dag.
“Moeten we oefenen met vrijen of is dat niet nodig?”
“Dat is niet nodig. Als jij de behoefte voelt dan mag je Jean aanraken. Jean, jij mag geen enkel initiatief nemen. Ibimi mag je hand pakken en daar plaatsen waar ze wil, dat is alles.”
Ibimi, Jean en Bella komen, na de behandeling, het terras op lopen. Zoë vraagt aan Ibimi hoe het gegaan is en ze antwoordt: “Je hebt niet overdreven. Het is geweldig, ik voel me nu al een stuk beter.”
Ze is sinds de aanranding volkomen ongelukkig met haar lichaam, ze verwaarloost het ook. Ze denkt, hoe beroerder ik eruitzie, hoe minder kans is er dat ze me weer willen aanranden. Ze eet veel te veel en is bijna zes kilo aangekomen. Ze knipt zelf haar anders zo mooie haar, dat er nu afschuwelijk uitziet. Bella weet waarom ze zichzelf verwaarloost.
“In een vorig leven ben ik kapster geweest, zal ik je haar knippen?”
“Heb je zin om te zwemmen?” vraagt Zoë na het haarknippen.
Even aarzelt Ibimi.
“Wil je niet in een bikini of badpak, dan heb ik in de kast vast wel een burka voor je liggen.”
Ibimi, lacht bevrijdt om het grapje van Bella. Ze voelt aan dat ze hier zichzelf kan zijn zonder enig schaamtegevoel over haar uiterlijk.
“Dan nog liever in mijn blootje.”
“Wat jij wilt.”
Het uitkleden voelt bevrijdend aan voor Ibimi. Jean aarzelt even tot hij ziet dat de anderen zich ook uitkleden. Nina ziet voor de eerste keer gekleurde mensen naakt. Jean is besneden. Nina ziet het en vraagt zich af wat dat betekend. Om dat nu te vragen, vindt ze een brug te ver gaan. Ibimi en Jean vertellen over hun woonsituatie. De oplossing daarvoor komt, op een verrassende manier, een paar dagen later. Ze eten samen aan de grote tafel. Wanneer het donker wordt wil Ibimi naar de camping. Ze vraagt aan Zoë of ze met haar mee wil gaan. Uiteraard doet Zoë dat en Nina is het volkomen met haar eens. Ze spreken het volgende af: “Over twee dagen komen we terug om de douche te repareren. Die dag maken we dan een afspraak voor de volgende behandeling.”
Nina voelt zich alleen na het weggaan van Zoë en vraagt of ze bij Bella en Max mag slapen.
“Dat mag wel, maar dan moet je niet het hele bed voor jezelf opeisen,” moppert Max.
“Zeikerd,” lispelt Nina en valt prompt in slaap.
In haar slaap duwt Nina een half uur tegen Max aan. Hij vertrekt naar de logeerkamer.
Hoofdstuk 24
De volgende dag gaan Bella, Nina en Max naar Marseille. Nina geniet en absorbeert enthousiast alle indrukken. Ze eten verse kreeft in een klein en intiem restaurantje. Terug in de villa vraagt Nina zich af waarom ze opgewonden wordt van naakte vrouwen en het zuigen op haar vinger door Bella. Ze vraagt raad aan Bella.
“Hoe kan het dat ik opgewonden wordt door vrouwen terwijl ik zo hetero ben als de hel?”
“Uit onderzoek blijkt dat vrouwen nooit honderd procent hetero zijn, heb ik gelezen. Dat schijnt te komen omdat vrouwen tijdens de jacht van de mannen zich met elkaar bezighielden, hoewel mij dat niet logisch voorkomt. Wat pleit voor die theorie is, dat ik geen vrouw ken, die niet min of meer lesbische gevoelens heeft. Jij dus ook niet hoor ik.”
“Lekker duidelijk. Wat bedoel je, heb ik ze nu wel of niet?”
“Wat zie je nou net.”
“Dat is waar. Hoe gaat dat dan, want vrouwen hebben geen pipi.”
“Denk eens goed na.”
“Shit, natuurlijk, oraal of een kunst lul van een halve meter, zoals jij het zo plastisch noemde.”
“Mag ik je borsten aanraken. Ik wil voelen hoe dat voelt.”
“Lijkt me lekker.”
Max is na een seintje van Bella in de logeerkamer gaan slapen. Aarzelend eerst en dan steeds enthousiaster, begint Nina die nacht aan haar ontdekkingsreis naar haar, eventuele, lesbische gevoelens.
De volgende ochtend wordt Nina wakker door lawaai dat veroorzaakt wordt door Jean. Hij gaat, samen met Bruno de tegels van de zwembaddouche vervangen. Zoë en Ibimi zijn aan het zwemmen. Max is bezig met het ontbijt. Nina loopt naar buiten en roept: “Wat moet dat hier, midden in de nacht?”
“Het is negen uur.”
“Dat bedoel ik.”
“Er zijn ook mensen die moeten werken.”
“Dat snap ik of dat op dit goddeloze uur moet, snap ik dan weer niet.”
“Joehoe! Nina, kom je zwemmen.”
“Shit! Slapen zit er niet meer in, denk ik.”
Ze zwemmen tot Max het ontbijt klaar heeft. Bella slaapt door het lawaai heen.
“Ik ga Bella even roepen voor het ontbijt,” biedt Zoë aan.
“Wat moet die dildo hier, jullie hebben toch niet…”
“Nina wilde het uitproberen.”
“Jij bent de verstandigste.”
“Niet altijd.”
“Hoe was het?”
“Zalig.”
Tijdens de werkzaamheden kijkt Nina naar Jean. Glimmend van het zweet is hij bezig. Ze vindt het een mooi gezicht. Ze pakt haar schetsboek en begint te tekenen. Ibimi ziet het en is overdonderd door de kwaliteit van de tekening en de ruige schoonheid van Jean. Ze denkt, dit alleen al is het waard om beter te worden. Ze schreeuwt zo hart ze kan: “Ik word beter, die viezerik krijgt mij er niet onder.”
Ze krijgt direct een applaus van de groep. De twijfels van Bella over de snelheid waarmee Ibimi wordt behandeld is weg. De lijm onder de tegels van de douche moet een paar uur drogen. In die tijd zwemmen, luieren en eten ze. De voegen worden ingewassen waarna de klus is geklaard. Ze spreken een datum af voor de volgende behandeling.
Hoofdstuk 25
De dag voor de tweede behandeling van Ibimi worden ze uitgenodigd om bij Amy en Jim te komen eten en logeren. Nina geeft aan Zoë door waar ze de volgende dag zijn en dat daar de tweede sessie voor Ibimi en Jean gehouden wordt. Die avond experimenteren Nina, Bella en Max aan combinaties van hetero en lesbo.
De volgende morgen liggen ze nog, tot verrassing van Bella en Nina, met zijn drieën in bed.
“Kijk Nina, hij heeft een ochtend stijve.”
“Ziet er lekker uit, heeft hij dat altijd?”
“Voor mannen is dat normaal.”
“Waarom is dat?”
“’s Morgens zijn ze uitgerust en tot de beste prestaties in staat.”
“Dát wil ik wel proberen.”
“Nee, Nina een andere keer, we gaan zo naar Amy en Jim. Ik weet wel een leuk spelletje.”
“Laat zien.”
Zachtjes wrijft Bella met haar vinger over Lurch waardoor hij opwipt. Nina heeft moeite om niet in lachen uit te barsten. Dit spel doen ze nog een paar keer tot Bella zegt: “Dit kan ook.”
Bella buigt Lurch voorzichtig naar beneden en laat hem los. Met een pets slaat hij terug op zijn buik waardoor Max wakker wordt. Bella en Nina krijgen de slappe lach.
“Wat vreten jullie nou weer uit.”
“Had je een natte droom?” wil Nina weten.
“Ja, en dat was lekkerder dan neuken met jou.”
Nina begint de tafel te dekken terwijl Bella brood gaat halen. Max valt weer in slaap.
“Roep jij Max.”
“Pap, kom je eten?”
“God bewaar me als ik ooit zo’n kind als jij krijg,” kreunt Max slaapdronken.
“Daar meen je niks van.”
Hoofdstuk 26
Zoë, Bruno, Ibimi en Jean arriveren vlak na Nina bij Amy en Jim. Hun villa ligt op een schitterende plek met uitzicht op de middellandse zee. Het is ooit de zomerresidentie geweest van een adellijke familie. De villa was verwaarloosd, maar bouwtechnisch in goede staat. De oude grandeur is door Jim weer helemaal hersteld. Om hem ‘my lordship’ te noemen is door zijn familie, tot zijn grote verdriet, pertinent geweigerd. Het oude en gescheurde zwembad is vervangen door een nieuwe. De plek is zo gekozen, dat wanneer je in het zwembad bent, het lijkt of deze doorloopt de zee in. De enige toegang naar een klein privé strand is, een in de stenen uitgehouwen trap die in de tuin van de villa begint. Op het strand staat een grote picknick tafel. Verder ligt er een sloep met buitenboordmotor.
Nina rent Zoë tegemoet en omhelst haar. De verbouwereerde Zoë omhelst haar terug.
“Ik heb je zo gemist, Zoë.”
“Ik merk het, ik jou ook.”
Ibimi en Jean maken kennis met Amy en Jim. Ze mogen elkaar direct wat Jim op een idee brengt. Bella vraagt aan Ibimi, nadat ze koffie hebben gedronken: “Hoe is het gegaan de afgelopen dagen?”
“Ik voel mij een stuk beter, alleen je weet wel, vind ik nog niets?”
“Je voelt je vies?”
“Ja! Dat is het! Ik kan maar niet uitvinden wat er mis is, nu is alles wonderlijk genoeg duidelijk.”
“Het is mijn vak, vandaar, zullen we gaan beginnen?”
Jean heeft zwijgend geluisterd naar het gesprek. Alle dingen die hij wil zeggen zijn volkomen overbodig en onzin, bedenkt hij. Het enige wat hij kan doen is meegaan in de stroom van gebeurtenissen om hem heen.
Bella laat Ibimi en Jean naar hun veilige plaats gaan.
”Probeer naar je lichaam te kijken. Wanneer dat lukt beweeg dan je middelvinger.”
Ze is minstens een kwartier aan het proberen en Bella is bang dat de snelheid van de behandeling toch te groot is. Op dat moment beweegt Ibimi haar vinger. Bella begint haar instructies te geven.
“We gaan je lichaam reinigen. Het enige wat de aanrander heeft gedaan is je body misbruiken, je geest is ongeschonden. We gaan je lichaam, dat nu een dood ding is, schoonmaken. Neem een schoonmaakmiddel, maakt niet uit wat, en begin met reinigen, ook je vagina inwendig. Wanneer je klaar bent geef dan weer een seintje.”
Bella ziet aan heel kleine bewegingen en veranderende gelaatsuitdrukkingen dat Ibimi bezig is. Jean is tijdens de sessie bezig met zijn werksituatie of juist het gebrek daaraan. Hij maakt een plan van aanpak om het na de vakantie heel anders te gaan doen. Dat Jim op dat moment ook aan hem denkt, in verband met het bungalowpark, is geen toeval. Ibimi beweegt haar vinger.
Bella vervolgt de sessie.
“Ga terug in je schone lichaam. Alle sporen van de aanranding zijn nu verdwenen. Je lichaam en je geest zijn weer één geheel en helemaal gezond. Bij de tel vijf mogen jullie weer je ogen openen.”
Dodelijk vermoeid en toch vol met nieuwe energie zit Ibimi even voor zich uit te staren. Bella zwijgt en wacht af tot ze wat gaat zeggen of doen. Jean voelt de energie door zijn lichaam razen en krijgt de neiging om de vakantie af te breken en zijn in alfa gemaakte plannen uit te voeren. Bella ziet het en met haar ogen maant ze hem tot rust. Ibimi laat een heel diepe zucht en fluistert: “Dat zoiets bestaat, kan ik nog steeds niet bevatten.”
“Als je wilt mag je dit nog een paar keer doen wanneer je toch twijfelt aan je schoon zijn.”
“Ik denk het niet, maar ik weet nu hoe het moet. Is de behandeling nu klaar?”
“Nee, er is nog één ding wat we moeten doen, dat doen we wanneer ik denk dat je daaraantoe bent. Dan heb je alle mogelijkheden om jezelf volkomen te genezen.”
“Wat is dat dan?”
“Niets belangrijks, dat zie je dan wel,” sluit Bella de conversatie over dit onderwerp.
Nadat Ibimi, Bella en Jean naar binnen zijn gegaan voor hun tweede sessie vraagt Jim aan Bruno: “Weet jij wat voor werk Jean doet.”
Bruno kijkt hem in eerste instantie verbaasd aan, dan realiseert hij zich dat deze vraag een achtergrond heeft.
“Timmerman, of eigenlijk een klusjesman. Hij heeft de douche bij het zwembad van Max opnieuw betegeld en dat is vakwerk.”
“Waar werkt hij nu, of hebben jullie daar niet over gepraat?”
“Hij is zonder werk op dit moment en ze zijn erg ongelukkig. Ibimi, durft nergens alleen heen te gaan, want ze is, god beter, in het trappenhuis naast die van haar verkracht.”
“We zoeken nog een nieuwe klusjesman voor ons bungalowpark misschien is het wat voor hem, dan moeten ze wel verhuizen van Parijs naar hier.”
“Hebben jullie ook een bungalowpark?” vraagt de verbaasde Nina.
“Jazeker, daar mogen mensen die geen geld hebben gratis een paar weken op vakantie; ook mensen met een handicap. In augustus verhuren we het aan mensen die het wel kunnen betalen. Op die manier houden we de kosten in de hand.”
“Hoe komen die mensen daar?” vraagt Bruno.
“Wij hebben een busje en vrijwilligers, die ook op het park staan, rijden ze heen en weer. Veel van die vrijwilligers zijn mensen die geholpen zijn door Bella en Max. Een aantal verpleegsters verzorgt de gehandicapten. Ik doe de planning en organisatie daarvan,” antwoordt Amy.
“Op die manier verhuren we ook onze villa’s en een kasteel waar onze oudste broer Jack zijn films maakt,” vult Jim aan.
Praten over helpen is één, het doen is twee, denkt Nina.
Ibimi, Bella en Jean komen het terras oplopen. Jim neemt Jean even apart. “Ik hoor dat jij nogal handig bent, klopt dat?”
“Timmeren, loodgieter werkzaamheden, metselen, redelijk handig met elektra, ik ben een timmerman, maar ik pak alles aan wat ik kan krijgen.”
“Zou je voor je werk willen verhuizen?”
“Buitengewoon graag, zeker na wat er met Ibimi is gebeurd.”
“Dan moeten we, wanneer de hele behandeling afgelopen is, praten met elkaar, want ik heb werk voor jullie denk ik.”
“Wat voor werk?”
“Onderhoud van ons bungalowpark en onze huizen. Daar hoort ook bij toezichthouder zijn bij de gastenwisseling, schoonmaken, tuinieren en alles wat er verder nodig is.”
“Klinkt geweldig, waar moeten we dan wonen?” vraagt Jean enthousiast.
“Dat regelen wij, je woont in ieder geval erg mooi. Dáár ga je geen spijt van krijgen.”
“Jullie kennende zal ik dat zeker niet krijgen.”
Jean besluit om, op de camping, dit nieuws aan Ibimi te vertellen. Zoë en Bruno blijven op uitnodiging van Amy en Jim in de villa slapen. Ibimi en Jean gaan naar de camping terug met een haast waar Ibimi op dat moment niets van begrijpt. Ze heeft amper de gelegenheid om een nieuwe ontmoeting af te spreken. Na het vertrek van Ibimi en Jean vertelt Jim wat hij aan Jean heeft voorgesteld. Nu begrijpen ze zijn haast, hij wil zijn grote nieuws zo snel mogelijk aan Ibimi vertellen.
Hoofdstuk 27
Nina en Zoë zitten op het terras bij de Villa van Amy en Jim. Dertienhonderd kilometer noordelijker denkt Doortje, de moeder van Nina, aan haar dochter. Ze heeft geen idee hoe ze de afgelopen gebeurtenissen aan haar moet vertellen. Moet ze wachten tot ze weer thuis is of moet ze Nina opbellen en een gedeelte of alles vertellen?
“Niet zo teuten Door, moppert ze tegen zichzelf, ga haar bellen.”
“Met Nina.”
“Hallo Nina, met mamma.”
“Mamma,” klinkt het blij verrast, ”Ik zit net aan je te denken.”
“Ik ook aan jou, maar dat heb je natuurlijk al in de gaten.”
Nina hoort dat haar moeder vrolijk is en zelfs grapjes maakt. Het verrast haar aangenaam.
“Hoe gaat het met mijn Nina?”
“Geweldig, ik heb een hele club leuke vrienden ontmoet.”
“Wat fijn voor je, hoe is de camping?”
“We logeren bij mensen in een villa, want de auto is stuk gegaan.”
“Toch niets ernstigs?”
“Nee hoor, het is al gemaakt.”
Tijdens het gesprek neemt Doortje een besluit. Ze gaat Nina alles vertellen, daar heeft ze recht op.
“Ik moet je wat vertellen Nina.”
Nina maakt zich, ondanks de vrolijkheid, op voor slecht nieuws. Het enige wat zij kan bedenken is dat haar vader haar moeder zou mishandelen en ze voelt zich misselijk worden van kwaadheid en angst.
“Ik heb je vader betrapt met een andere vrouw en ik heb daar foto’s van gemaakt.”
“Mam! Wat zeg je nu! Pappa met een andere vrouw, dat is toch een doodzonde. En nu?”
Zoë kijkt Nina aan en denkt, daar maak je geen grapje over.
“Ik heb hem op straat gezet.”
“Mam gefeliciteerd.”
“Vind je het niet erg?”
“Natuurlijk niet, dat had je al jaren geleden moeten doen.”
“Er is nog iets dat ik je moet vertellen.”
“Gooi het er maar uit mam, het begint leuk te worden.”
“Ik ben zwanger van jou geworden op een feestje.”
“Kwam mijn vader vroeger weleens op een party? Dat zal dan érg gezellig zijn geweest, denk ik.”
“Nee, je vader was niet op dat feest.”
Even is Nina stil.
“Je wilt dus zéggen, dat mijn vader mijn vader niét is, heb ik dat goed begrepen?”
“Dat is inderdaad wat ik wil zeggen,” klink het opgelucht vanwege de manier waarop Nina tot nu toe op al het nieuws reageert.
“Wie is dan mijn vader?”
“Dat weet ik niet, ik ben op dat feest met verschillende mannen naar bed geweest.”
“Nu snap ik eindelijk waarom je hem zo zijn gang hebt laten gaan.”
“Wil je me daarvoor vergeven Nina?”
“Mam, er valt niets te vergeven. Als je nog in bent voor een vakantie in Frankrijk, moet je hiernaartoe komen. Kan je ook de duivel in persoon ontmoeten.”
“Wie weet doe ik dat wel. Hoe gaat het met Zoë en Bruno?”
“Uitstekend. Je raadt nooit wie hier nog meer is.”
“Ik doe niet eens een poging.”
“Oom klaas.”
“Wat!”
“Ik meen het echt hij zit met zijn meiden in een huisje hier vlakbij.”
“Dat is een wonder, dit keer een echte.”
“Ik ben heel blij voor je mam en ook dat mijn vader, mijn vader niet is. Hij heeft zich trouwens nooit zo gedragen.”
“Dáár heb je gelijk in.”
“Mam, ik bel je later nog wel een keer. Doe lekker waar je zin in hebt, je bent eindelijk vrij.”
“We spreken elkaar nog wel.”
”Mijn vader is gelukkig mijn vader niet en mijn moeder is eindelijk vrij en misschien komt ze wel hiernaartoe.”
Ze pakken elkaar vast en beginnen aan een vreugdedans die eindigt in het zwembad.
“Alles wordt anders, ik kan weer thuis wonen en jullie kunnen zo vaak langs komen als jullie willen.”
“Je kunt eindelijk een feest geven.”
Nina danst en gild van vreugde. De rest wordt daardoor wakker uit hun siësta en wil weten wat er aan de hand is. Nina vertelt haar verhaal. Bella en Max besluiten die avond een feest te geven, waar ook klaas en zijn tweeling voor worden uitgenodigd.
Hoofdstuk 28
Doortje, zit in de kamer na het gesprek met Nina, waarin ze alles heeft verteld over de escapades van Gerrit de Dominee.
Ze heeft er goed aan gedaan, voelt ze wel. Nina heeft veel positiever gereageerd dan ze ooit heeft durven hopen. Wat heeft Nina ook weer gezegd: “Als je nog steeds in bent voor een vakantie in Frankrijk, moet je hiernaartoe komen.”
Ze denkt, ik ga naar Frankrijk, al die jaren heb ik daar heen gewild en dat mocht niet van die rat, nu ga ik. Het voornemen is simpel, het uitvoeren is niet zo eenvoudig, bedenkt ze. Nu Gerrit er niet meer is, moet ze zelf dingen gaan regelen. Met schaamte stelt ze vast dat ze dat nauwelijks kan. Even wordt het haar te veel en wil ze haar plan opgeven, dan scheldt ze tegen zichzelf: “Doortje, hoe zit het verdomme nou met jou, denk na.”
Ik kan met het vliegtuig gaan, hoe kom ik aan een ticket, denkt ze. Ze voelt dat haar zelfvertrouwen van vroeger terug begint te komen. Ze belt naar de inlichtingen van de KPN en vraagt: “Wilt u mij het nummer van de KLM geven?”
“Welke afdeling?”
“Ik wil naar Marseille vliegen.”
“Ik verbind u door.”
Met trillende handen van de opwinding en na enig gestuntel, reserveert ze een ticket voor over vijf dagen. Morgen ga ik een tv en een computer kopen, neemt ze zichzelf voor.
De volgende dag staat ze op en bedenkt, dat het tijd wordt voor een metamorfose. Ze gaat naar de kapper in het dorp. Ze weet dat de roddelmachine in het dorp op volle toeren draait en is van plan, om hier flink wat aan toe te voegen. Ze stapt vrolijk de kapperszaak in en kijkt naar de voorbeelden die aan de muur hangen. Ze ziet een kort en modern kapsel. Loerende blikken, op zoek naar een verlaten en daardoor zielig hoopje mens, veranderden in verbijsterde en een enkele goedkeurende blik. Dit klopt niet, dit is niet wat er verwacht wordt, gonst het door de zaak.
Doortje is aan de beurt en zet het aangeboden kopje koffie neer.
“Ik wil dat model.”
De zaak gonst hoorbaar van afkeuring. De vrouw van de dominee heeft niet zo’n kapsel, ook al woont ze niet meer bij hem. Het meisje, dat het stiekem leuk vindt, kijkt naar haar bazin voor goedkeuring. Een kort knikje volgt. De dominee kan het haar toch moeilijk kwalijk nemen, denkt ze, en doe ik het niet, dan gaat ze ergens anders heen. Zoals zo vaak tellen voor veel christenen de christelijke principes, zolang ze maar geen geld kosten.
Het op kamers gaan van Nina was indertijd al stof tot speculatie en achterklap geweest en nu komt dit erbij. Het kapstertje vindt het stééds leuker worden. Quasi ongeïnteresseerd vraagt ze: “Hoe gaat het met uw dochter?”
“Geweldig! Ze is op vakantie in zuid Frankrijk en ik vlieg over een paar dagen naar haar toe. Lekker in de zon, zwemmen en genieten.”
Het meisje vindt het prachtig. Ze denkt na over haar volgende vraag.
“Is het daar niet erg warm aan het strand?”
Doortje speelt het spel van het meisje mee.
“Ben je gek. Lekker topless zonnen en zwemmen, dan krijg je het niet warm.”
Ze duwt het meisje, ongezien, tien euro fooi in haar hand en verlaat de kapperszaak. Het roddelen en vooral het kwaadspreken, wordt tot ongekende hoogte opgevoerd. Met de bus gaat ze naar Zwolle. Eerst ondergoed en een bikini. Ze ziet een foto in de winkel van een model met een string en vraagt aan de verkoopster of dat haar zou staan. Ze past en ze ziet de oprechte bewondering van het winkelmeisje. Ze koopt twee setjes met string en sexy beha, nog wat losse slips en beha’s en een bikini. In een andere winkel koopt ze een paar linnen heupbroeken en topjes. Een colbertje erbij en een paar bloezen en ze is klaar voor Frankrijk. De volgende stap is een uitgebreide schoonheidsbehandeling. Ze ziet er meteen een stuk jonger uit dan de zesendertig die ze is. Uitdagend loopt ze door Zwolle. Ze trekt veel mannelijk bekijks en vindt het zalig.
Hoofdstuk 29
’s Nachts arriveert een bont gezelschap, in een paar auto’s, bij een kasteel in de buurt van de huizen van Max en Jim. In een van de wagens zitten Jack, de oudste broer van Max, zijn vrouw Demi en hun zonen Ken en Fons. In twee busjes daarachter zitten de acteurs en aanverwante personen. Snel wordt het hoognodige uitgeladen en iedereen gaat naar bed. Ze zijn allemaal moe van de reis en vallen direct in slaap, behalve Lisa, te veel dingen houden haar bezig. Het werk wat ze voor de broers doet begint haar tegen te staan. Verder heeft ze een dilemma. Ze heeft bijna onbedwingbare wens om een kind te krijgen, het kind alleen opvoeden trekt haar niet aan. Ze zegt tegen zichzelf: “Lisa, zeur niet zo. Je bent pas achtendertig, nog tijd zat voor kinderen. Denk aan je training, er komt gerust wel een oplossing, je merkt vanzelf wel wanneer.”
Ze ontspant zich en valt in slaap. De volgende morgen vroeg komt Jack langs bij de crew, met slecht nieuws en goed nieuws. Het slechte nieuws is, dat de opnamen zijn uitgesteld door materiaaltekort. Het goede nieuws is, dat ze tot die tijd een, door de broers betaalde, vakantie hebben.
Heerlijk een dagje vrij, denkt Lisa, dat heb ik net nodig, lekker naar het strand, ze vraagt aan Jack: “Mag ik een auto lenen, ik wil naar het strand?”
“Natuurlijk Lisa, neem de Franse auto maar.”
Met veel moeite en nog meer geluk kan Lisa de auto kwijt. Wat een gekkenhuis, dat zal het aan het strand ook wel zijn denkt ze, en inderdaad, bij de strandafslag lijkt het wel een mooie zondag op het strand van Zandvoort. Ze loopt een stukje en het wordt al rustiger. Wat een geluk dat zoveel mensen te beroerd zijn om even verder te gaan, denkt ze. Ze bereikt een mooi plekje en gaat in de zon liggen. Een meter of tien bij haar vandaan zit een man onder een parasol. Die man ziet Lisa aankomen en op haar badlaken vrijwel onmiddellijk in slaap vallen. De wind staat zijn kant op en af en toe hoort hij haar zachtjes snurken. Het geluid vertedert hem. Na enige tijd dringt het tot hem door dat ze spierwit is. De eerste dag, is zijn juiste gedachte, die gaat zich vréselijk verbranden. Hij overweegt haar wakker te maken, dat vindt hij sneu, want ze slaapt zo lekker. Even later krijgt hij een idee, ik plaats mijn parasol boven haar.
Uiteraard wordt ze wakker door het grote verschil in licht.
Slaapdronken kijkt ze om zich heen. De man met de parasol ziet haar verwarring.
“Oh sorry, ik wil je niet wakker maken, maar als je zo onbeschermd blijft slapen, dan verbrandt je. Ik dacht, ik zet mijn parasol neer en wanneer je wakker wordt, krijg ik hem wel terug.”
Lisa komt weer een beetje bij haar positieven. Het dringt tot haar door dat ze enórm geholpen is.
“Dank je wel, dat is erg attent.”
“Als je wil, kan je de parasol voorlopig gebruiken, ik ga toch zwemmen.”
Lisa begint de man te bekijken, goed figuur voor zijn leeftijd. Ze schat hem op ergens in de veertig. Daar zit ze redelijk goed mee, hij is vierenveertig. Een leuke vriendelijke kop met een baard. Gewoon een leuke vent dus. Ze voelt zich ondanks haar topless zijn op haar gemak.
“Als je weg wilt, laat de parasol dan maar staan, ik vind hem wel.”
Resoluut draait hij zich om en loopt naar de zee. Peinzend kijkt Lisa hem na. Een leuke man en wat zeldzaam is, een heer, denkt ze. Ze voelt zich verwend en gaat op haar buik in de zon liggen. Ze zorgt er wel voor dat ze niet in slaap valt. De man laat zich op de golfjes op en neer dobberen. Af en toe kijkt hij naar de parasol of hij er nog is. De felle Provençaalse zon voelt ze heel snel prikken op haar huid en ze denkt, dat gaat hard, ik heb erg veel geluk met die man. Ze besluit te gaan zwemmen om af te koelen en zich daarna met zonnebrand in te smeren. Wat ben ik toch een uil denkt ze. Aan twee kanten even kleuren en dan insmeren werkt wel, maar dan moet je niet in slaap vallen.
Ze loopt naar de zee. Onopvallend zoekt ze de man en vindt hem. Vlak bij hem, loopt ze de zee in. Hij ziet haar aankomen en zegt geruststellend: “De zee haalt de brand er wel uit.”
“Het valt, dankzij jou, wel mee. Nog bedankt voor de parasol.”
“Je eerste dag zeker?”
“Ja, ik ben gisteravond aangekomen.”
“Mag ik je iets te drinken aanbieden?”
“Graag, ik ben eigenlijk een beetje ondoordacht weggegaan, ik heb niets meegenomen.”
Ze gaan onder de parasol zitten. De man schenkt in de dop van de thermoskan, wat koud water.
“Alsjeblieft, water is het enige wat ik je kan aanbieden.”
Ze neemt het bekertje aan en drinkt het gulzig leeg.
“Wat kan water lekker zijn als je dorst hebt.”
Om de beurt drinken ze uit de fles. De man denkt bij zichzelf, wat kan het raar lopen! Een paar dagen geleden wilde ik nog zelfmoord plegen en nu zit ik met een mooie vrouw onder een parasol.
“Ik zal me even voorstellen, Klaas.”
“Lisa.”
“Als je zin hebt om wat anders te gaan drinken, dan kunnen we naar een terrasje gaan.”
“Goed idee.”
Ze vindt hem zéér snel leuker worden. Dat gevoel heeft hij ook. Ze trekt een T-shirt aan.
Wat raar, het valt me nu pas op dat ze erg mooie borsten heeft, denkt Klaas.
“Ben je hier alleen, Klaas?”
“Nee, maar mijn dochters zijn in het huisje gebleven.”
Natuurlijk, dat heb ik weer, zie ik een leuke vent, is hij getrouwd, denkt Lisa.
“En je vrouw?”
Goed zo Lisa, lekker subtiel, denkt ze boos op zichzelf.
“Ik ben gescheiden.”
“Dat is jammer.”
“Zo is het leven.”
“En jij, ben jij alleen?”
“Helemaal alleen, ik logeer bij vrienden.”
Zo, dat hebben we gehad, denken ze alle twee. Ze maken lol om de mensen die langslopen. Het blijkt dat ze hetzelfde gevoel voor humor hebben. Al pratend en lachend krijgen ze het gevoel elkaar al lang te kennen. Boeken zijn erover geschreven, lyrische gedichten in donkere kamertjes in elkaar gewrocht en al dan niet mooie liedjes worden erover gezongen. En nu gebeurt het weer, liefde op het eerste gezicht.
“Heb je honger, Lisa?”
“Nou je het zegt, ik verga van de honger.”
“Wil je hier eten, of zal ik in mijn huisje wat maken?”
“In je huisje kan niet, dat zullen je dochters raar vinden.”
“Maak je over mijn dochters geen zorgen, die zitten nergens mee.”
Ze rijden achter elkaar aan, naar zijn huisje. In de auto overpeinst Lisa nog eens wat ze aan het doen is. Ze komt tot de conclusie, dat het gekkenwerk is. En dan die dochters, je weet toch nooit hoe ze zullen reageren. Aan de andere kant gelooft ze, net zoals Max en de anderen, aan dit soort toevalligheden. Ze heeft er een heilig ontzag voor en ze denkt, ik zie wel wat ervan komt, tot nu toe heb ik al erg genoten van zijn gezelschap. Klaas heeft ongeveer dezelfde gedachten. Ook hij staat open voor de wondertjes, die bij de club horen. Hij heeft er al een zéér sterk staaltje van aan den lijve ondervonden.
Nogal nerveus, loopt ze met hem mee naar het huisje.
“De meiden zijn er niet.”
Ze kan een zucht van verlichting nauwelijks verbergen.
“Hier ligt een briefje,” ontdekt Klaas en hij leest hardop, ‘We zijn met Zoë en Bruno naar een feest op de camping en we blijven daar slapen. Veel kusjes.’”
“Leuk voor ze. Zijn dat hun vrienden?”
“Dát is een verhaal! Dat geloof je niet.”
“Je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt.”
“Wat wil je eten, Lisa?”
“Wat heb je?”
“Even kijken…. Pizza of pasta met saus.”
“Pasta, daar ben ik gek op.”
Onder het eten koken begint Klaas aan zijn verhaal over wat hij tot nu toe in Frankrijk heeft meegemaakt. Tijdens het vertellen, noemt hij namen die Lisa allemaal kent. Het is ook het soort gebeurtenissen die bij ze passen. Het dringt tot haar door dat hij praat over háár, Jim en Amy, Max en Bella, maar dat kan niet, want dan zou ze hem kennen. Om aan alle onzekerheid een einde te maken vraagt ze: “Waar ken jij die mensen van?”
Klaas vertelt wat hij weet en na een beetje doorvragen van Lisa komt ze erachter dat het inderdaad haar Max en Bella zijn. Klaas vertelt het verhaal van zijn redding, zoals hij het noemt.
Lisa weet het nu heel zeker, voor haar zijn dit soort toevallen en acties niets bijzonders.
Ze zegt tegen Klaas: “Ik werk voor ze.”
“Voor wie?”
“Voor de broers.”
“Je bent toch geen…?”
“Ja dus.”
“Géwéldig, Dan gaan we samen bij ze werken.”
Spontaan omhelzen ze elkaar.
“Hoe lang hebben we nu verkering Lisa?”
Ze schiet in de lach. Het is meer huilen van blijdschap, verborgen in een schaterlach. Ze heeft alleen geen idee waarom ze zo reageert. Ze veegt de tranen van haar gezicht en antwoordt: “Al héél lang Klaas.”
“Wordt het dan niet eens tijd om.”
“De allerhoogste tijd.”
De honger is voor dat moment verdwenen en het gas wordt uitgedraaid. Haar borsten zijn toch al een beetje verbrand en worden met de nodige voorzichtigheid behandeld. Verbaasd kijkt Lisa naar de geschoren Klaas. Ze besluit hier nog niets over te vragen.
“Ik zal mijn baas even bellen dat ik vannacht niet thuis kom.”
Ze praten en vrijen tot het licht wordt en vallen, ineengestrengeld als een door de kat mishandeld bolletje wol, in slaap.
Zo worden ze de volgende middag gevonden door twee verbaasde dochters.
“Wat gaan we nu krijgen, ja! Zijn we een avondje weg en meteen hoppa.”
Klaas kijkt naar zijn meiden en zegt: “Dit is Lisa, jullie nieuwe moeder. Ze is pornoactrice en werkt voor Max en Jim”
Femke en Jane kijken naar Lisa die langzaam onder het laken verdwijnt. “Kom maar tevoorschijn schaamteloze. Onze pappa verleiden, kan je wel?”
“Zijn jullie nu boos? ” vraagt Lisa met een pruillipje.
Femke en Jane mogen Lisa direct, vooral door de humor die ze heeft.
Ga je mee? Laat die ouwe maar liggen, wij gaan brood halen en zo.”
In de auto vertelt Lisa hoe ze elkaar hebben leren kennen. De tweeling verteld over hun avonturen bij Max en Bella en hun magische nacht met Bruno.
Over Klaas en Nina de nacht beginnen ze voorzichtig tot Lisa zegt: ”Lekker met je oom neuken, niks mis mee.”
“Hij is niet haar échte oom.”
“Maakt niet uit.”
“Zoë heeft het die avond met Max en Bella gedaan.”
“Wat kunnen die gasten neuken hé.”
“Nou. Bruno, kent een kunstje wat je zeker moet voelen.”
“Wat is dat?”
“Hij heeft een tong van een halve meter, althans zo voelt het.”
“Lijkt me zalig.”
“Je krijgt vast wel een keer de kans.”
“Waarom heb je een oude vent uitgekozen?” vraagt Jane.
“Niet overdrijven, hij is niet zo veel ouder dan ik.”
“O, nee. Hij is ruim in de veertig en jij amper twintig.”
“Dank je voor het compliment, maar ik ben, zoals jij dat zo mooi zegt, ruim in de dertig.”
“Wat jij wil.”
Lisa kijkt bij de afdeling wijn en zoekt een paar flessen cote du Rhone uit.
“Wat ga je spelen?” wil Jane weten.
“Voor zover ik het weet moet ik twee buurjongens verleiden.”
“Mm… Klinkt lekker.”
“Neem van mij aan dat het niet lekker is.”
“Nee, natuurlijk niet, stom van me, het is je werk. Sorry.”
Lisa voelt zich geweldig, voor het eerst in haar leven voelt ze zich ergens hélemaal thuis. Giechelend stropen ze de supermarkt af naar lekkere hapjes. Het supermarktpersoneel kijkt geamuseerd toe. Een aantal nogal deftige en dus vreselijk gefrustreerde Hollanders, vindt het maar ordinair om zo te lachen in een supermarkt.
“Hoe was het feest gisteren Jane?” informeert Lisa belangstellend.
“Mwa, wel leuk.”
“Niet dus.”
“Te veel gefrustreerde pubers.”
Lisa is naadloos overgegaan in de familie van Klaas. Thuisgekomen lopen Lisa en ‘haar’ dochters, de slaapkamer in, waar Klaas nog ligt te slapen. Femke fluistert: “Zie je nu waar je aan begint. Je kunt nu nog terug.”
“Tja, ik moet hem nog wel opvoeden, dat is wel duidelijk.”
“Let op hoe je dat doet,” zegt Jane en brult: “Waarom heb jij de tafel nog niet gedekt?”
Klaas schrikt wakker, vliegt uit bed en rent naar de keuken terwijl hij roept: “Komt eraan.”
“Zo, die weet het voorlopig weer,” stelt Jane tevreden vast.
Nina belt naar Klaas met de mededeling dat er die avond een gezellig samenzijn is gepland bij Bella en Max. Klaas ziet onmiddellijk de mogelijkheid om de nieuwsgierige Nina te pesten.
“Dat is leuk Nina, dan kunnen jullie meteen kennismaken met mijn vriendin.”
Het blijft stil aan de andere kant van de verbinding, dit wordt veroorzaakt door de totale verbijstering aan die kant van de lijn. Lang duurt het niet, voor de ergste spanning weg is bij Nina en ze formuleert een vraag.
“Eh… Hoor ik dat goed? Zei je vriendin?”
“Inderdaad, vriendin. Mag dat niet of zo?”
“Dát heb je snel geflikt.”
“Wat goed is komt snel, dat gezegde ken je wel.”
“Je heet wel Klaas, maar het is nog geen vijf december, dus dat dichten kan je wel laten.”
“Door de liefde, is in mij de dichter opgestaan.”
“Ik denk eerder dat je last hebt van de warmte.”
In het gezelschap van Nina hoort men de eenzijdige conversatie en er ontstaat grote verwarring.
“Dát had ook gekund.”
“Hoe zit het met die vriendin?”
“Dat ziet mijn Nina vanavond wel.”
Dat is helemáál niet wat Nina wil horen dus ze probeert, tegen beter weten in, Klaas uit te horen.
“Ik begin te branden van nieuwsgierigheid.”
“Spring maar gauw in het zwembad. Tot vanavond.”
“Maar…” probeert ze nog tevergeefs, want de verbinding is al verbroken.
“Wat hoor ik nou, heeft je oom een vriendin?” vraagt Bella verbaasd.
“Dat zegt hij net, hoe heeft hij dat nou in godsnaam zo snel voor elkaar gekregen?”
“Je zult geduld moeten hebben tot vanavond Nina,” zegt Max op een hatelijk toontje.
“Dát had je gedroomd.”
Strijdlustig belt Nina naar Femke. De telefoon van Femke gaat over.
“Dat is Nina, wedden?”
Femke neemt haar telefoon op en zegt op een slijmerig toontje: “Haai Nina, met mij.”
“Waar zit je?” vraagt Nina poeslief.
“Thuis, bij pappa.”
“Maakt hij grapjes over die vriendin?”
“Nee hoor.”
Een diepe frons verschijnt op Nina’s gezicht. Ze hoort aan de toon van Femke dat ze hier ook niet verder komt.
“Gaan we samenzweren?” probeert ze nog.
“Wij zweren samen ja, tegen jouw grenzeloze nieuwsgierigheid.”
Zo wordt het niks, denkt Nina.
“Ik heb een ideetje.”
“Daar zit jij vol mee, heb ik gehoord.”
“Neem je zootje in de maling.”
“Daar ben ik druk mee bezig, maar vertel, je hebt een idee.”
“Komen jullie nu alvast hiernaartoe, dan eten we samen.”
Bella en Max, die het gesprek volgen, geven elkaar seintjes.
“Slim is onze Nina wel,” fluistert Max in het oor van Bella.
“Zo, dus jij wilt dat we nu al komen.” herhaalt Femke voor de anderen.
“Gezellig toch, Femke.”
“Wat vinden Bella en Max daarvan?
Shit, niet aan gedacht, schrikt Nina.
“Ik zal het even vragen. Bella, Max.”
Met een allerliefste glimlach kijkt ze naar ze.
“Eerst op je knieën vragen,” eist Max.
Nina steekt haar middelvinger op tegen Max en zegt tegen Femke: “Het mag.”
Klaas en de rest horen het gesprek en hebben al besloten om te gaan.
“Ik zal het aan pappa vragen.”
Nina is ondertussen een vluchtweg aan het uitstippelen. Ze krijgt voor de middelvinger straks een pak op haar donder.
“Pappa is bezig.”
“Waarmee?”
“Drie keer raden.”
“Jammer,” klinkt het gelaten. Ze weet dat er nu geen mogelijkheden meer zijn om sneller achter het geheim van Klaas te komen.
“Zo gaan die dingen, Nina,” treitert Femke.
“Lekker sympathiek, ja.”
Femke laat de spanning even op lopen bij Nina en zegt even niets. Nina laat een diepe zucht, gekrenkt door zoveel tegenwerking.
Femke lacht.
“Natúúrlijk komen we eten. Dat hebben we al meteen beslist.”
“Blijf jij maar daar, want zo gauw als ik je zie wurg ik je,” dreigt Nina.
“Wie neem je daarvoor mee?”
“Mijn ‘allerallerallerliefste Maxje’,” probeert Nina onder haar straf uit te komen.
“Tot zo,” zegt Femke en drukt de telefoon uit.
Natuurlijk! De wc, die kan ik afsluiten, denkt Nina en begint daarnaartoe te rennen. Bijna heeft ze de veiligheid van het toilet gehaald.
“Niet slaan, niet slaan,” smeekt ze.
Het wordt kietelen.
“Stop, of ik pies hier in de gang.”
“O lekker, plasseks!” roept Bella.
Nina kan het niet meer houden en laat het lopen. Met zijn allen staan ze te lachen in de gang. Het loopt over haar benen op de plavuizen. Ondertussen stromen de tranen van het lachen over haar wangen.
“Het is wat, als je zo melig bent.”
“We gooien een emmer koud water over haar heen Bruno.”
Nina heeft de gang gedweild en zich in de douche gewassen. Nu zit ze op de komst van Klaas en zijn vriendin te wachten. Nerveus speelt ze met het borsthaar van Max die naast haar ligt. Het geluid van een auto klinkt door tot het terras. Nina springt overeind en staat van de zenuwen te springen op het gras en roept volkomen overbodig: “Dáár heb je oom Klaas met zijn vriendin.”
Lisa komt met een sprong in beeld en roept: “Tatarara! Daar is ze dan!”
“Lisa!” klinkt een verbaasde kreet uit de kelen van Bella en Max.
“Hoe hebben jullie dát voor elkaar gekregen?” vraagt Bella.
“Kennen jullie haar?” vraagt de, voor de tweede keer die dag volkomen overdonderde, Nina.
“Ja, ze is, eh… Ik bedoel, ze werkt voor Jack.”
Max verslikt zich bijna in zijn woorden. Uiteraard weet hij niet wat Lisa en Klaas van elkaar weten.
“Het geeft niet Max, ze weten wat ik doe,” stelt Lisa hem gerust.
De dochters van Klaas lopen naar Nina.
“Zo mevrouw, wil alles weten, onze stiefmoeder is een pornoactrice daar heb je niet van terug hé.”
“Is hij soms aan het oefenen om ook in een pornotje te spelen?”
“Wie is die blonde slet die lelijk doet over mijn Klaas.”
“Over slet gesproken, ik speel niet in pornofilms.”
Lisa kan door het lachen niets meer terugzeggen. Hierdoor is aan het jennen een einde gekomen, want Nina kan niet langer het hoe en wat afwachten. Lisa en Klaas vertellen hun verhaal, waar erg om wordt gelachen. Ze krijgen complimenten voor hun lef om dit zo te doen.
“Wat zullen de anderen opkijken,” zegt Bella, genietend van de voorpret.
Kort achter elkaar komen Amy en Jim en Jack en Demi aan.
“Waar zijn de jongens?” informeert Max.
“Die zijn thuis gebleven, ze hebben geen zin om mee te gaan.”
Lisa en Klaas vertellen wéér hun verhaal.
“Daar moet op gedronken worden!” brult Jim.
Nina kijkt naar Jack. Hij is nog zwaarder gebouwd dan Jim. Jack komt naast haar staan en zegt: “Ik hoor héél mooie dingen over jou.”
“Ze overdrijven vast.”
“Dat denk ik niet, daar ken ik ze te goed voor. Je komt ook een keer kijken bij de opnamen, heb ik gehoord?”
“Ja, dat lijkt me leuk.”
“Kan je meteen onze jongens leren kennen.”
“Dát lijkt me ook leuk.”
“Wat een ongelofelijk toeval met je oom en Lisa.”
“Nou.”
“Lisa is een fijne meid, daar heeft je oom het mee getroffen.”
“Ik denk dat ze het met elkaar getroffen hebben.”
“Daar heb je gelijk in, mijn fout.”
“Geeft niet, we zijn allemaal maar mensen.”
Jack kijkt haar glimlachend aan en denkt, ze hebben inderdaad niet overdreven. Demi komt bij ze staan.
“Je hebt een leuke oom.”
“Zeg dat wel.”
“Heb je zin om vanavond met ons mee te gaan?”
“Dat heb ik wel, ik wil straks eerst met Bella en Max overleggen wat zij gaan doen.”
Ze gaan het zwembad uit en de tuinkachel wordt aangestoken. Ze doen een spel, waarbij iedereen om de beurt een verhaaltje moet vertellen. Nina vertelt over de manier hoe haar vader haar moeder behandelt. Wanneer ze vertelt over het vreemd gaan van de dominee en de scheiding gaat er een gejuich op.
“Wát een klootzak!” zegt Lisa, héél gemeend.
Nina vraagt aan Bella: “Demi vroeg of ik vanavond met hen mee wil meegaan of zijn er andere plannen?”
“Volgens mij niet. Je kunt meteen kennis maken met mijn leuke neefjes.”
“Daar heb ik zin in, misschien kunnen we morgen naar het strand gaan of zo. Wanneer komen jullie naar Jack en Demi?”
“Dat weet ik nog niet.”
“Maakt ook niet uit, ik merk het wel.”
Hoofdstuk 30
In de auto, op weg naar het kasteel van Demi en Jack, vraagt Nina: “Zijn jullie zoons nog wakker denk je?”
“Als ze weten dat jij meekomt, dan zeker,” antwoordde Demi met een glimlach, die van alles kan betekenen. Ze rijden langs een eindeloze hoge muur en Demi vertelt dat dit de grens is van het enorme complex. Nina kijkt met verbazing naar de omheining en probeert te schatten hoe lang hij is. Ze geeft het op en op dat moment bereiken ze een grote poort. Demi richt de afstandsbediening, op het ijzeren gevaarte en spookachtig gaat hij open. Zodra ze op het terrein zijn herhaald Demi haar actie met de het knopje en achterom kijkend ziet Nina de twee statige, gietijzeren, giganten dichtgaan. Het bezorgt haar even een koude rilling en een gevoel van opgesloten zijn, zoals ze thuis, in het verre Holland gewend was. Ze rijden eerst door een stuk bos en komen dan bij een enorm grasveld voor het kasteel. Alles is groot aan het geheel, denkt Nina, de muur, het kasteel, de entree, zelfs het grasveld. Wat eraan ontbreekt, is een fontein voor de entree waar je omheen kan rijden. Ze vindt het kasteel, in al zijn eenvoud, helemaal bij de broers passen.
Ze verwacht dat ze voor het bordes uit moeten stappen en dan via de trappen door de, ook al grote, dubbele deur naar binnen zullen gaan. De auto rijdt door naar de achterkant van het kasteel en stopt daar. Ze gaan door de keukendeur naar binnen. Ze lopen door een idioot grote keuken met daarin een gigantisch fornuis met veel, zwart emaillen en koper. Na de keuken komt een gang en die komt uit in een kleine moderne keuken met daaraan verbonden een grote woonkamer met houten balken aan het plafond. Ondanks de hoogte en grote is het door de eenvoudige, geraffineerde aankleding, een gezellige kamer. In de kamer zitten twee jongens die duidelijk van Jack afstammen. Ze hebben dezelfde leuke kop als hun vader en ook zijn bouw. Demi stelt haar jongens voor aan Nina.
“Dit jochie heet Ken en deze Fons.”
“Érg leuk en origineel mam,” zegt de bijna twee meter lange Ken.
Ze drinken nog wat in de enorme woonzaal en vertellen de jongens alle nieuwtjes, zoals het avontuur van Klaas en Lisa. Verbaasd horen de jongens het aan. Nina raakt steeds meer onder de indruk van de zonen.
“Bedtijd! Jongens, Nina slaapt in jullie vleugel.”
“Zó, hebben de heren een eigen vleugel.”
“Moet ik meelopen Nina, of red je het wel met de jongens?”
“Wij redden het wel mam.”
De wandeling lijkt eindeloos.
“Wát een groot kasteel, je kunt hier zomaar verdwalen.”
“Niet overdrijven Nina. Kijk, dit is jouw kamer.”
“Kamer! Zaal zal je bedoelen.”
Nina kijkt verwondert om zich heen in de enorme ruimte.
“En waar slapen jullie? Hebben jullie ook een grote kamer?”
“Moet je even kijken?”
Dát wil Nina wel.
“Hebben jullie daar ook iets te drinken Ken?”
“Écht wel, wat wil je?”
“Een bahco als je hebt.”
“Uiteraard hebben we dat.”
“Ook al zo groot,” constateert Nina.
De kamer is twaalf bij twaalf meter. Een wasbak, waarvan het glazuur bijna volledig is weggepoetst, hangt een beetje scheef tegen de muur. Een donkerbruine kast en een gigantisch bed is het enige meubilair.
“Mag ik bij jullie slapen, ik vind het een beetje eng, alleen in die grote kamer?” vraagt Nina sluw. Ze heeft wel zin in de, volgens haar, twee maagden.
Een verlegen blik wordt tussen de jongens gewisseld.
“Kom nou, jullie zijn toch wel aan vrouwen gewend in de business waar je vader in zit.”
“Daar worden wij zorgvuldig buitengehouden.”
“Dat lijkt me lastig, want alles loopt, vaak in zijn blote kont, door elkaar. Hoe doen jullie dat?”
“Meestal gaan we niet mee, we blijven dan bij onze vrienden of opa en oma in Nederland. Voor ons is hier niets te doen.”
“Nu zijn jullie wel mee, hoe doen jullie dat nu dan?”
“De regels zijn in het voorste gedeelte en zwembad minimaal bikini. Er is een speciale plek aan het andere einde van het kasteel waar bloot gelopen en gezwommen mag worden.”
“Dat is hier prima geregeld. Bij Max en Jim loopt alles en iedereen in zijn blote kont.”
“Daar gaan we niet heen.”
“Waarom niet?”
“Onze ouders vinden het niet nodig.”
“Vinden jullie het niet vervelend om daarbuiten gehouden te worden.”
“Héél vervelend.”
“Daar heb je gelijk in Fons, wat je niet moet vergeten is dat we ook niet durven.”
“Aha! Jullie zijn gewoon te verlegen om in je blote kont rond te lopen bij die oversekste tantes van jullie. Ze randen jullie niet meteen aan hoor. Hoewel ik daar, nu ik het zeg, aan ga twijfelen.”
“Hoe oud zijn jullie.”
“Ik ben achttien,” antwoordt Fons.
“En ik negentien.”
“Tja, dan zijn jullie niet veilig voor ze.”
“Wij hebben de geilste tantes van de wereld, zeggen we af en toe tegen elkaar.”
“Hebben jullie weleens over ze gefantaseerd bij het rukken?”
Hun lachen galmt in de kale kamer.
“Heel vaak.”
“Ik met mijn oom Klaas. Wie weet krijgen jullie ooit de kans om het, net als ik, echt te doen.”
“Heb jij met je oom gevreeën?”
“Hij is niet echt mijn oom. Hoe dat zit vertel ik later.”
“Wij hebben ze een keer gezien dat ze met elkaar bezig zijn.”
“Wie.”
“De drie broers en hun vrouwen.”
“Partnerruil.”
“Iedereen doet het met iedereen, ook de vrouwen met elkaar.”
“Dat was even schrikken denk ik.”
“Nee hoor, we weten dat ze allemaal zo zijn en het leuk vinden. Heb jij al.…”
“Met Max, Jim, Bella, Bruno en mijn oom Klaas.”
“Zou je het met de anderen ook willen doen?”
“Lijkt me heerlijk.”
“Ook met de vrouwen?”
“Dat ook en jullie met mannen?”
“Nee, we zijn erg straight.”
Nina snijdt nog een ander onderwerp aan.
“Jullie mogen zeker ook niet bij de filmopnamen kijken.”
“Nee, daar zijn we te jong voor.”
“Wat een onzin.”
Met veel plezier bespreken ze nog een tijdje hun situatie. Hun verlegenheid, die in de buurt van zo’n mooi meisje duidelijk aanwezig is, verdwijnt snel. Nina ziet een heerlijke nacht voor zich met de jongens.
“Ik heb een plan.”
“Wat voor plan!” roepen de jongens in koor.
“Kijk eens aan, close harmonie, jullie lijken wel een tweeling. We gaan een ‘ontverlegenheidsoefening’ doen.”
“Huh!”
“Wat!”
“Kunnen jullie geen Nederlands verstaan?”
“Aha, ik snap het. Onze verlegenheid wegwerken. Dat is bij mij al een stuk minder en bij jou Ken?”
“Bij mij ook, hoewel een beetje oefenen geen kwaad kan. Hoe wil je dat doen”
“Naaktlopen.”
Het moet even tot de jongens doordringen dat Nina niet bedoelt, de volgende dag buiten naaktlopen, maar op dat moment. De verlegenheid is weer en beetje terug bij de jongens. Nina begrijpt niet waarom, tot ze een vraag stelt: “Hebben jullie de training van Bella gehad?”
“Nee,” klinkt het categorisch,
“Waarom niet?”
“Geen idee eigenlijk. Het is er nooit van gekomen.”
“Dan gaan we dat eerst doen.”
“Met jou wil ik dat wel.”
“Ken, jij ook?”
“Yep.”
Na een half uurtje is de oefening voorbij.
“Wouw, dat is te gek. Nu snap ik waarom ze zo met die training bezig zijn.”
“Gaan we nog oefenen?”
“Eh, ja.”
“Als jullie niet durven is dat prima. Oké jongens?”
“Oké,” klinkt het al iets enthousiaster.
“Ik begin.”
Uiterst verleidelijk trekt Nina haar topje uit, de bh die de jongens verwachten is er niet. Ze zitten in opperste concentratie naar de schoonheid die voor hun ogen verschijnt te kijken.
“Jezusmina wat ben jij mooi.”
“Mijn borsten of vindt je die van Bella mooier?”
“Dat zou geen potje zijn bij jou. Nee, dit is volmaakte schoonheid.”
Ken zit met zijn mond open te knikken als bevestiging van wat Fons zegt.
Dit wil Nina even horen, want ze is en blijft vrouw.
“Nu jullie.”
Snel trekken ze hun T-shirt uit.
“Jullie doen veel aan sport zeker?”
“Roeien.”
“Dat is te zien, wat een prachtig figuur hebben jullie. Mag ik even voelen.”
Met haar handen glijdt ze over hun borstspieren waarbij hun tepels niet worden overgeslagen.
“Geweldig, wát een spieren.”
“Dank je. Doen we nog een bahco?”
Nina begint door de kamer te lopen om alles te bekijken. Het antieke behang, de donkerbruine lambrisering en de afschuwelijke reproducties die kapot en verkleurd aan de wand geplakt zijn.
“Wat een prachtige schilderijen hebben jullie hangen.”
“Karel Peer en Ronald Dalia, hebben zich in dit kasteel helemaal uitgeleefd.”
“Ik zie het.”
Ze drinken hun bahco en praten over hun thuissituatie. Nina bereidt de jongens op die manier voor op de volgende stap. Ze beginnen een beetje gewend te raken aan de aanwezigheid van het goddelijke wezen in hun kamer, de bewonderende blikken blijven wel aanwezig.
“Klaar voor de volgende stap?”
“Jazeker,” klinkt het al iets meer zelfzeker.
Langzaam trekt Nina haar short uit. Haar tangaslip van rode kant staat schitterend op haar bruine body.
De jongens trekken hun korte broek uit. Nina ziet direct de familieafwijking. Ze vermijdt zorgvuldig, na de vluchtige blik, om ernaar te kijken. Weer bestelt ze een bahco.
“Waar is de badkamer?”
“Kom maar mee, dan laten we het zien.”
Ook deze ruimte brengt haar terug in de tijd. De enorme ruimte is voorzien van alles wat nodig is, net als de slaapkamer is alles oud en versleten, op de nieuwe boiler na. Nina loopt voor de jongens uit terug naar de slaapkamer.
“Klaar voor de laatste stap?”
De jongens weten nu dat ze Nina volledig kunnen vertrouwen. Op de sportschool hebben ze één keer met de groep gedoucht. Op dat moment zien ze dat ze een lichte afwijking hebben ten opzichte van de rest. Er is om ze gelachen en kwistig met jaloerse blikken gestrooid. Daarna hebben ze dat nooit meer gedaan. Nina trekt haar Slip uit. De jongens ook. Weer vermijdt Nina te kijken. Het ritueel wordt herhaald. Nu bekijken ze haar slaapkamer en de rest van de kamers in hun vleugel. Nina overdenkt haar volgende zet.
“Bij dit kasteel worden dus ook pornofilms gemaakt.”
“Inderdaad.”
“Hebben jullie hier een voorbeeld van, want ik wil er weleens een zien.”
“Dat kan.”
De andere deur van de kast gaat open en daar staat een tv en een dvd-speler.
Fons plaatste een dvd in de player.
Een luid gekreun klink uit de tv. Verwonderd kijkt ze naar de beelden.
“Aha, deep throat. Dat kan Bella erg goed, ik nog niet helemaal.”
De jongens zitten verbijsterd naar haar te luisteren.
“Hé, wat doen ze nu.”
“Dat is een dp.”
“Wat betekent dat?”
“Dubbel…”
“Laat maar, ik zie het al. Dát moet ik ook een keer proberen. Zet maar af, want ik vind het niks. Daar wordt je toch niet geil van. Hoewel, jullie wel zie ik.”
“Sorry.”
“Sorry, niks daarvan, dat vind ik nu weer wél opwindend om te zien. Iemand heeft tegen mij gezegd dat de beste nachtcrème ter wereld in die dingen zit.”
“Dat moét Bella zijn.”
“Exact. Mag ik dan wat van die nachtcrème?”
“Pak maar.”
“Onder de douche.”
Voor de eerste keer in hun leven voelen de jongens een meisjeshand die ze leegpompt op haar buik en borsten. Onder de douche wassen de jongens haar schoon. Fons pakt Nina op of het een pop is. Hij legt haar op bed. Twee monden en vier handen beginnen een verkenningstocht over haar lichaam. Geen millimeter wordt overgeslagen. Instructies hebben ze niet nodig.
Af en toe kreunt ze: “Kalm aan, je hele hoofd hoeft niet in mijn doos.”
Tussen haar stuitje en haar navel is de lievelingsplek voor de jongens. Hun wilde tong op en in haar anus geeft haar een idee hoe een dp moet voelen. Hoe vaak ze een orgasme heeft gekregen weet ze niet, het interesseert haar ook niet. De jongens merken aan haar dat het genoeg is geweest.
“Jongens jullie zijn geweldig. Hier ga ik over opscheppen tegen Zoë. Er is een ding wat mij bezighoudt. Alles draait om hetero en lesbische seks. Wordt er ook iets gedaan met homoseks?”
“Je bedoelt in de films of met elkaar onderling.”
“Onderling. Hebben jullie hier weleens mee geëxperimenteerd?”
Hun aarzeling is voor Nina genoeg aanwijzing van wel.
“We gaan nu toch niet geheimzinnig doen. Kom op vertel.”
“We hebben met een vriend van mij naar gay porno gekeken en elkaar afgetrokken.”
“Jullie elkaar ook en als dat zo is wil ik dat zien.”
“Nee niet met elkaar, wij wel hem en hij ons.”
“En hoe was dat?”
“Best wel lekker.”
“Dan moeten we iemand zoeken die dat met jullie wil doen of beter nog pijpen.”
De jongens beginnen te lachen.
“Jij bent echt helemaal te knettergek.”
“We gaan toch niet schelden. Wacht even hebben jullie ook gay porno?”
“Geen opnames, wel op onze laptop.”
“Laat zien.”
Twee mannen zijn elkaar aan het strelen. Geboeid kijkt Nina toe. De ene man maakt met spuug de anus van de ander nat waarna hij zijn paal naar binnen duwt.
“Als ik daarbij zou zijn dan zou ik die jongen die geneukt wordt willen pijpen.”
“Vind je het echt leuk of ben je stoer aan het doen?”
Meteen heeft Fons spijt van zijn opmerking. Voor Nina kan antwoorden zegt hij: ”Sorry, dat slaat ergens op.”
“Geeft niet, ik snap dat je het niet snapt, maar zo ben ik nu eenmaal. In mijn opvoeding bestond seks helemaal niet en nu ben ik bevrijd en wil alles meemaken en proberen. Willen jullie elkaar echt niet pijpen? Wat mij wel opvalt is dat jullie wel reageren op het filmpje.”
“Wij zijn mannen, we worden al geil van het kijken naar neukende schapen.”
Nina valt slap van het lachen met haar hoofd in het kruis van Ken. Wanneer ze uitgelachen is veranderd ze van houding en begint Ken te pijpen. Door de andere houding kan Fons haar op zijn hondjes neuken, wat ook de bedoeling van Nina is. Op de achtergrond horen ze de mannen op de laptop klaarkomen.
Na hun spelletje drinken ze, praten over hun leven, de school, de toekomst en draaien muziek, aan slapen wordt geen moment gedacht in deze magische nacht. Tijdens het praten ligt Nina op haar rug tussen de jongen in. De jongens liggen Nina te bekijken en strelen traag en teder haar hele body. De handen van Nina glijden over hun body naar beneden waar ze begint te spelen met hun paal en scrotum. Bij de jongens komt voorvocht tevoorschijn. Nina voelt het, ze begint met haar vinger over het topje van hun eikel te strelen. Ze vraagt zich af waarom dit is, tot ze voelt hoe glibberig het is. Dit glijdt beter dan het glijmiddel op de dildo van Bella, denkt ze. De natuur is toch altijd beter dan wat de mens ervan brouwt. Dit is geweldig voor de dp die ik wil doen, denkt ze. Om de beurt vingeren de jongens haar net als andere handelingen, traag en teder.
“Jongens ik wil een dp doen. Hoe moet dat?”
“Kom op mij liggen dan kan Fons je van achteren penetreren.”
Nina spietst zich op Ken en gaat op zijn borst liggen. Fons, gaat op zijn knieën achter haar zitten. Met zijn eikel smeert hij haar anus in met zijn voorvocht. Voorzichtig begint hij met zijn eikel op haar anus te drukken. Nina voelt wat ze moet doen om hem toegang te geven. De eerste centimeters gaan moeizaam. Even denkt Nina erover te stoppen. Dan voelt ze de hele eikel naar binnen gaan. Nu gaat het veel makkelijker en wordt er vanaf het moeizame begin overgeschakeld naar een overweldigend gevoel van genot. Traag beginnen de jongens te bewegen. Voor een groot deel is haar genot psychisch, door het idee dat ze beide mannen in zich heeft. Fons is de eerste die aan zijn orgasme begint. Nina gaat na een paar halen ook beginnen. Ken, die zijn orgasme zo lang mogelijk heeft uitgesteld, begint ook. Heel voorzichtig haalt Fons zijn paal uit Nina.
“Jongens het was geweldig. Zullen we naar de douche gaan, dan kunnen jullie je wassen, ik mijn doos uitspoelen en dan gaan we slapen. Morgen praten we verder over het gay gebeuren.”
“Goed idee en jij bent een ongelófelijke kanjer.”
De volgende morgen komt Demi, Nina en haar jongens roepen voor het ontbijt of eigenlijk de lunch, want het is al middag. Ze is volledig overtuigd van het feit dat Nina bij de jongens slaapt. Ze neemt niet eens de moeite om in haar kamer te kijken. Ze doet voorzichtig de deur van de jongensafdeling open en daar leggen haar reuzen met tussen hen in een verrukkelijk blond wezentje.
Ze loopt terug om Jack te halen.
“Jack moet je mee lopen, wel zachtjes doen.”
Ze kijken vanuit de gang de kamer in. Op de een of ander manier ontroert het tafereel hem.
“Wat doen we?” fluistert Jack.
“Jij gaat weg en ik maak ze wakker.”
Typische vrouwenlogica. Hij heeft er de grootste bewondering en ontzag voor.
Demi wrijft over de wang van Nina. Langzaam wordt ze wakker. Haar ogen hebben moeite om aan het daglicht te wennen.
“Goedemiddag slaapkop.”
Nina kan Demi nu zien en denkt, oeps foutje.
“Haai, heb je lekker geslapen bij mijn reuzen?” fluistert Demi.
“Heerlijk!”
De jongens beginnen wakker te worden. In paniek beginnen ze hun naaktheid toe te dekken.
“Laat maar zitten jongens, ik heb jullie vaker bloot gezien.”
“Maar toen waren we veel jonger.”
“Jullie blijven mijn jochies hoe groot jullie piemeltje ook … Eh… Ik bedoel hoe groot jullie ook zijn.”
Nina moet, samen met Demi, lachen om de onnozele gezichten van de jongens.
“Zo vader zo zonen,” merkt Nina gevat op.
Demi vindt dat ze genoeg geplaagd zijn en zegt: “Komen jullie eten?”
Kordaat stapt Demi de kamer uit, haar jongens in verwarring achterlatend.
“Nou, dat ging geweldig, vinden jullie niet?” informeert Nina voorzichtig.
“Ik dacht even dat er ruzie zou komen,” antwoordt Ken nog steeds beduusd.
“Ben je gek, jullie ouders zitten er helemaal niet mee.”
“Dat hebben ze hiervoor nooit laten blijken.”
“Hebben jullie eerder met een meisje in jullie huis seks gehad.”
“Nee, we waren nog maagd.”
“Nou dan! Hoezo hebben ze nooit laten blijken. Ze kunnen toch moeilijk zeggen zullen jullie niet een keer met een meisje gaan vrijen.”
“Verdomd je hebt gelijk.”
“Jullie hebben nu geneukt en dat is een belangrijke stap voor ouders denk ik. Nog een voordeel, jullie kunnen nu in hun bijzijn naakt zwemmen en zonnen. Blijf wel uit de buurt van Bella en Amy. ”
Lachend om de opmerking van Nina gaan de drie zich snel douchen en aankleden.
Nog een beetje ongemakkelijk, zitten de jongens en Nina aan tafel, met Demi en Jack. De jongens verwachten toch een reactie van hun vader op wat er gebeurd is, die nacht.
“Was het wat Nina?” vraagt Jack.
“Het zijn kanjers.”
“Mooi.”
Daarmee is de zaak afgedaan.
“Bella en Max komen zo hiernaartoe,” deelt Demi mee.
“Wie komen er nog meer mee?” wil Nina weten.
“Oom Klaas en Lisa.”
“Komen Zoë en Bruno ook mee?”
“Nee, die zijn naar de camping gegaan.”
Hoofdstuk 31
Met een dikke kus worden Bella en Max, verwelkomd door Nina. Het ontbijt is vervangen door de koffie. Twee enorme dozen met gebak worden uit de auto van Bella en Max gehaald.
“Kijk eens aan, Max heeft gebak mee, wat een verrassing,” merkt Nina uitdagend op.
“Dat is traditie, culturele onbenul.”
Nina eet, peinzend over de vraag waar de filmmensen zijn, haar gebakje op.
Tot nu toe heeft ze alleen Lisa, ontmoet.
“Bella, waar zijn de film mensen?”
“Ze hebben een eigen vleugel en een tuin met zwembad aan de andere kant.”
“Waarom is dat?”
“In het verleden liep alles door elkaar. Van de acteurs had niet iedereen de training van Max en Bella gekregen en dat leidde tot jaloezie en ruzie. Daarom is het gescheiden gehouden.”
“Zij kunnen toch ook onderling ruzie krijgen?”
“Dat gebeurt ook weleens. De regisseur is óók de baas, in dat deel van het huis en die lost dat soort dingen op en als het helemaal uit de hand loopt grijpen Jack en Demi in.
“Ik dacht heel even dat het een verschil in rang en stand was.”
“Dat ben jij gewend zeker?”
“Réken maar, je hebt arbeider, middenstand en alles daarboven. Mijn vader behoort héél erg tot daarboven.”
Op dat moment dringt het tot haar door. Haar vader is alleen met zichzelf en zijn kerk bezig, grotere egoïst kan je niet zijn en iemand in nood helpen doet hij alleen met praatjes. Achteraf roddelen over die mensen dat ze niet deugen en dat het hun eigen schuld is. Ze heeft het vaak genoeg gehoord. Deze mensen, die niets met een kerk te maken hebben, helpen haar oom en andere mensen écht. Eerst zijn leven redden, en hem dan een kans gegeven iets van dat leven te maken. En dat allemaal of het de gewoonste zaak van de wereld is. Dát zijn pas christenen.
“Ik wil naar de crew toe Bella.”
“Nu meteen?”
“Ja. Zullen we vragen wie er nog meer mee willen?”
“Oké.”
Bella vraagt aan de anderen: “Nina wil naar de crew en ik ga mee, zijn er nog meer liefhebbers?”
Amy meldt zich aan.
“Jongens komen jullie ook mee?” vraagt Nina.
Na een korte aarzeling om hun ouders de kans te geven om te reageren stemmen ze in. De komst van de zonen leidt tot positieve commotie, vooral onder de vrouwen. De regisseur leidt Nina en de jongens rondt en stelt iedereen voor. Ze krijgen een hele berg complimentjes en ze delen er minstens evenveel uit. Door haar open karakter past Nina direct in de groep. Nina geniet en vraagt: “Wanneer gaat het opnemen beginnen?”
“Zodra de spullen uit Nederland er zijn.”
“Dan wil ik graag kijken hoe dat gaat, mag dat?”
“Zo lang je niet in de weg loopt wel. We geven vanavond een feestje, kom je ook?”
“Graag, is de dresscode formeel of casueel naakt?”
Ze kan niet meer stuk in de groep.
“Het is het minimaal, T- shirt of topje en slipje want er komen ook mensen van buiten onze groep. Wat je nu aan hebt is prima.”
Ze moet natuurlijk uitleggen hoe ze in de clan van de broers is terecht gekomen.
“Waar blijft de wijn?” roept Nina.
Het feest is spontaan begonnen. De regisseur vraagt aan Nina: “Ik hoor iets over Lisa, en als ik het goed heb, jouw oom, klopt dat?”
“Dat klopt helemaal, ze zijn stapelgek op elkaar.”
Nina vertelt hem het hele verhaal.
“Ik ben heel erg blij voor haar, daar is ze aan toe.”
Hun eindconclusie is, dat haar oom eerst de hoofdprijs in de staatsloterij en daarna de jackpot gewonnen heeft.
“Ik zal ze straks bellen en vragen of ze vanavond ook op het feest komen.”
“Dat zal de rest leuk vinden.”
Het wordt etenstijd, Amy en Bella gaan naar de anderen.
“Nina, jongens, gaan jullie mee?” informeert Bella, tegen beter weten in.
Een luid boegeroep is het antwoord op haar vraag.
“Wij zien jullie straks wel Bella.”
“Oké Nina, tot zo.”
De muziek begint. Ze wordt uitgenodigd om te dansen door een van de gay acteurs. Dat hij, door Nina, gemanipuleerd is om dit te doen valt hem niet op. Na het dansen spreekt Nina met hem af om, samen met zijn medeacteur, iets leuks te gaan doen. De jongen snapt meteen wat dat is en denkt, weer iemand die het wel spannend vindt om mee te doen tot het serieus wordt. Ze gaan naar de kamer van de acteur. Op het moment dat het serieus wordt haakt Nina niet af, ze gaat helemaal op in de actie tot verwondering en bewondering van de jongens.
De drie broers en hun vrouwen zitten na de terugkeer van Bella en Amy, voor overleg bij elkaar. De achterstand op het productieschema wordt te groot, er moeten noodmaatregelen getroffen worden. De broers en hun vouwen worden door sommige mensen als een zweverig clubje aangeduid. Mediteren, je goed voelen, sociaal zijn en uitsluitend met de waarheid omgaan, is iets wat niet iedereen kan. Vasthouden aan hun negatieve denkwijze omdat ze dat hun hele leven al doen is hún motto. De club biedt deze mensen hun hulp aan onder het motto, niet hebben ook goed. Blijven ze negatief, dan wordt daar in ieder geval geen zaken mee gedaan of energie aan verspilt. Aan hun zakelijk instinct, doortastendheid en probleemoplossend vermogen zweeft niets.
Jack leidt de vergadering, hij begint met het behandelen van de agendapunten.
“Punt een. Er komen een aantal sporters overgevlogen voor een instructiefilm over de alfa training. Bella en Max, hoe staat het daarmee?”
“Wij en zij, zijn er nu drie maanden mee bezig en de resultaten zijn zeer goed. Na de zomer gaan we hier verder mee.”
“Oké, dit is er een voor onze eigen rekening, dus die heeft voorrang. Iemand nog vragen?”
“Punt twee. De muziekvideo. Voor zover ik weet nemen zij alles mee wat nodig is buiten het technische gedeelte. Het materiaal hiervoor zitten we op te wachten. Straks gaan we zoeken naar oplossingen. Nog vragen?”
“Ja.”
“Zeg het maar Bella.”
“Wij zorgen voor de huisvesting en de catering. Daar moet nog wel wat voor geregeld worden.”
“Wil jij dat doen?”
“Komt in orde.”
“Punt drie. De reclamespot. Dat is hetzelfde als bij punt twee. Ook de catering.”
“Punt vier. De decorbouwer. Zoals jullie weten ligt Frans in het ziekenhuis met een gebroken poot.
Bella heeft de notulen bijgehouden en nu worden er oplossingen gezocht. Op de eerste plaats is daar het probleem van het ontbrekende materiaal, waar Jack al verschillende keren naar heeft geïnformeerd. Jack pakt zijn telefoon en neemt contact op met Nederland. Na telefonisch overleg blijken de spullen, ergens op een verkeerd vliegveld te liggen. Wanneer het, vandaar uit, beschikbaar komt kan niemand, ook maar bij benadering zeggen. Hij belt naar Nederland om een oplossing voor dit probleem te zoeken en dat is er. Hoe krijgen we dat hiernaartoe is het volgende probleem. De oplossing hiervoor komt van Bella.
“Ik weet een niet zo dure, wel betrouwbare koerier, ik zal haar nu direct bellen.”
Ze belt naar Lola, de vrouw waarmee ze voor haar gevoel een eeuw geleden, tijdens het wachten op een ritje naar Groningen, aangeraden had om aan yoga te doen.
“Hallo Lola, heb je het druk?”
“Hallo Bella, nee, ik heb geen moer te doen.”
“Dat komt mooi uit, wil jij met spoed spullen ophalen en naar ons in Frankrijk brengen. Neem wat kleren mee, want ik heb hier meer werk voor je. Ik stuur je een sms met alle gegevens. Ga alvast naar de Duivendrechtsekade om daar filmmateriaal te laden. Hoe laat kan je hier zijn?”
“Morgenochtend, tussen zeven en negen uur.”
“Tot morgen.”
“Phoe! Dat is mooi geregeld Bella. Dan redden we het wel.”
“Nu nog de decorbouwer.”
“Voor hem kunnen we Jean vragen, hij gaat waarschijnlijk toch voor ons werken,” stelt Jim voor.
“Dat is dan ook geregeld.”
“Ik denk dat Nina, Zoë en Bruno ook wel willen helpen,” oppert Demi.
“Dat is waar, ze staan te trappelen om wat terug te doen, dat zeggen ze vaak genoeg,” bevestigt Max het idee van Demi.
“Dan hebben we alles voor op dit moment. Ik zal Bruno en Jean bellen en vragen of ze met zijn vieren vanavond naar het feest komen,” met deze woorden sluit Max de vergadering.
Bruno is in een melige bui op het moment op het moment dat zijn telefoon overgaat. Hij beantwoordt de oproep van Max met de woorden: “Vreest niet vreemdeling, uw redding is nabij.”
“Jezusnogaantoe, heb ik per ongeluk het nummer van de Jehova getuigen gedraaid.”
“Nee broeder, maar wel zoiets. Wij zijn de firma list en bedrog. Ons motto is, niet goed, geld weg. Onze directeur de heer O. P. Lichter is op dit moment niet aanwezig, misschien kan ik u van dienst zijn.”
“Nou en of grapjas. Breek jullie tenten af en kom met zijn vieren hiernaartoe. Er is feest vanavond en morgen kunnen jullie aan het werk.”
“Hé, hé, kunnen we eindelijk iets terugdoen. We komen eraan brave borst, uw zorgen zijn over. Enne, het bier staat koud neem ik aan?”
“Ik zou voor ik vertrek een glaasje water nemen, als ik jou was. Je hebt het nodig denk ik.”
“Dag Max, tot zo.”
Amy heeft ondertussen naar Lisa en Klaas gebeld en die komen met Femke en Jane ook naar het feest.
Zoë, Ibimi, Jean en Bruno arriveren. Nina rent naar Zoë en neemt haar apart. Ze vertelt enthousiast wat ze die nacht heeft meegemaakt met de zonen van Demi en Jack. Zoë vindt het geweldig en feliciteert haar. De zonen komen in de verte aanlopen, Zoë bekijkt ze.
“Jammie, lekker spul.”
“Je mag ze wel een keer lenen hoor.”
“Je bent veel te goed voor deze wereld.”
“Precies. Dit is Ken en dit is Fons. Jongens, je présente, Zoë.”
“Wauw, wat een schoonheid,” zegt Ken haar bewonderend bekijkend, “Nina heeft niet overdreven,” beaamt Fons
“Die hele familie is een grote poel van slijmerds, Nina.”
“Waar moeten we slapen?”
“In onze vleugel Zoë. De rest slaapt in het hoofdgebouw.”
“Gezellig, dan kunnen we voor het slapen gaan nog een kaartje leggen of iets anders leuks doen.”
Bruno en Jean melden zich bij Jack. Ze krijgen te horen wat ze de volgende dag kunnen doen. Ibimi wordt opgevangen door Bella. Ze spreken af om de volgende dag de laatste behandeling te doen. Iedereen verzamelt zich op het grote grasveld, waar de muziek al volop draait. De afwezigheid van Nina en twee acteurs valt niemand op. Na hun privéfeestje mengen ze zich weer in het feestgewoel.
Jack heeft de regisseur verteld over het arriveren van het materieel. Dit geeft hij door aan het personeel zodat iedereen weet wat er de volgende morgen wordt verwacht. Om twaalf uur geeft de regisseur een teken dat het feest is afgelopen. Niemand protesteert hiertegen of wordt boos. Bruno vraagt aan de jongen waar hij op dat moment mee staat te praten of dit een normale reactie is. De man vertelt dat door de positieve manier van leidinggeven van de broers iedereen altijd bereid is, iets extra’s te doen. Het personeel denkt en leeft mee met het bedrijf. Ideeën en oplossingen voor problemen aandragen, is de normaalste zaak van de wereld. Is er weinig werk dan kan er openlijk geluierd en een spelletje gespeeld worden. Een paar uur eerder naar huis is ook een extra beloning die de broers vaak gebruiken. Is er ziekte of andere ellende bij een van de werknemers, dan staan de broers altijd klaar om te helpen. Bruno luistert met verbazing. Hij is dat heel anders gewend. Waar hij heeft gewerkt als stageloper overheerst angst voor het management en negativisme. De drie bazen waar hij voor werkte noemde hij het trio: ‘Los Negativos’. Niets kon en als er al wat kon, was het altijd onvoldoende of verkeerd. Een gezegde bij het bedrijf is: ‘je vraagt om een vrachtauto en je krijgt een bakfiets.’
Iedereen deed uitsluitend wat er van hem gevraagd werd. Fouten maken was iets vreselijks, want daar werd altijd een drama van gemaakt. Maakte je toch een fout dan probeerde je die af te schuiven op een collega of te verbergen. Overal loerde gevaar, want er waren mensen die door roddelen over hun collega’s probeerden een betere baan te krijgen. Was er veel werk zag je niemand van de leidinggevenden. Was er weinig werk liepen ze de hele dag voor je voeten om te kijken of je niet stond te praten met je collega’s. Een keer had hij in deze situatie gezegd: “Als ik geen praatje mag maken, geef me dan werk.”
Het was een rel geworden.
Iedereen wenst elkaar welterusten en gaat slapen. Een uur later is overal het licht uit.
Hoofdstuk 32
De ochtend na het feest piept om halfacht de wekker van Nina. Ze is direct klaarwakker. Ken en Fons zijn verbaasd.
Fons vraagt aan Nina: “Wat ga je doen?”
“Helpen.”
“Waarmee?”
“Weet ik veel, ik zie wel.”
“Bof jij even.”
“Wat bedoel je dáár nou weer mee?”
“Wij mogen nooit helpen.”
“Dat is dan bij deze afgelopen, stelletje luie lapzwansen. Hup, jullie nest uit, we gaan douchen en aan het werk.”
“Wat kunnen we doen dan?”
“Je bent toch niet achterlijk? Kippen voeren, grasmaaien, struiken snoeien, het kasteel schilderen, er is altijd wel wat te doen.”
Langzaam dringt het tot Nina door wat Fons heeft gezegd. Ze denkt dat ze te lui zijn om te helpen, maar ze mógen niet helpen en dat is heel wat anders.
“Wacht eens even. Zei jij nou, we mógen niet helpen?”
“We zijn te jong of we moeten ons concentreren op onze studie of geniet nu nog maar van het vrije leven, want je kunt je hele leven nog werken, ze hebben altijd wel een smoesje.”
“Dan is dat, vanaf nu, afgelopen.”
Met zijn drieën staan ze onder de douche.
“Niks daarvan. Ik was mijn doos zelf wel.”
Ze pakt uit de koffer in haar kamer een roze, hoog opgesneden boxershort en een wit hemdje met dunne bandjes.
“Kan ik zo naar buiten jongens?”
“Dit is nog sexyer dan naakt. Laat me raden, dit heeft Bella voor je uitgezocht.”
“Helemaal goed geraden. Gaan jullie mee?’
De geur van verse koffie en brood komt ze bij het bereiken van het terras al tegemoet. Demi kijkt verbaasd naar haar zonen.
”Wat komen jullie doen?”
Nina antwoordt in de jongens hun plaats.
“Ze willen graag helpen, zeiden ze tegen mij.”
Iedereen aan tafel begint te lachen.
“Als jullie een keer uit gehinnikt zijn om je eigen stompzinnigheid,” begint Ken kwaad en op stoom komend vervolgt hij, “we willen graag helpen maar van jullie mag dat nooit. Er is altijd wel een kutsmoesje. We zijn goddomme geen kleine kinderen meer, behandel ons dan ook niet zo.”
Even is het doodstil, dit heeft niemand verwacht, zeker Jack en Demi niet.
Demi is de eerste die weer alles op een rijtje heeft.
“Verdomd, je hebt gelijk.”
“Laat ik nou denken, dat ik een belachelijke opmerking heb gemaakt,” merkt Nina droog op. Demi en Jack gaan staan en omhelzen hun reuzen en bieden tegelijkertijd hun excuses aan.
“Welkom bij de club, mannen.”
“Zo, dat hebben we ook weer gehad. Max, waar is Bella?”
“Die is met Lola naar de crew, Nina. Ze komt zo terug, zei ze.”
Nina verslindt in een razend tempo een teiltje koffie en een stokbrood met een punt Brie erop.
Het ontlokt Jim de volgende opmerking: “Zo ziet dus een feedingfrenzy bij haaien eruit.”
Nina gunt zich geen tijd voor een potje jennen, want ze wil naar Bella toe om te helpen. Ze huppelt zingend, bewonderend nagekeken door de rest, richting Bella. Ze krijgt de kans om de decorbouwer te helpen met een beschildering die op het laatste moment door de regisseur is bedacht voor de opnamen in het huis.
Ibimi ligt nog in bed. Jean is al een tijdje weg om de decorbouwer te gaan helpen. Ze is bang voor wat er nog komen gaat. Bella heeft wel gezegd dat het niets voor stelt, ze heeft toch het gevoel dat het ergste nog moet komen. Ze gaat in alfa om te zoeken naar wat het kan zijn. Het lukt haar na lange tijd en ze zit op haar veilige plaats. Ze begint alle stappen door te nemen en kan niets vinden. In de verte, boven de zee die haar plek omringt, begint een donkere wolk te ontstaan. Angstig kijkt ze ernaar. Nu ga ik te weten komen wat er nog ontbreekt aan mijn behandeling, denkt ze. De wolk wordt steeds groter en begint haar kant op te komen. Ze wordt steeds banger en ze opent haar ogen om het beeld van de invallende duisternis kwijt te raken. Hijgend van angst zit ze rechtop in bed. Ze heeft het gevoel weer helemaal op het punt te staan van, vóór haar behandeling. Het gevoel van angst ebt langzaam weg en ze gaat uit bed om zich te douchen. In de douche kijkt ze in de spiegel en tot haar opluchting is ze tevreden met wat ze ziet en denkt, niet alles is weg, voor de behandeling durfde ik niet in de spiegel te kijken. De opluchting is even sterk als de angst die ze eerder voelde, ze weet wel dat de wolk nog steeds ergens in haar hersenen zit. Na het douchen, gaat ze naar het terras waar Bella, Amy en Demi bij elkaar zitten te praten. Zij begroeten Ibimi hartelijk en Bella ziet aan haar gezicht dat ze iets ergs heeft meegemaakt. Er is nu genoeg hulp bij de set, dus besluit ze Ibimi zo snel mogelijk haar laatste behandeling te geven.
“Zullen we?”
“Graag,” antwoordt Ibimi met een zucht van opluchting. Bella ziet de opluchting en de angst die Ibimi heeft voor die behandeling. Bella pakt haar hand en samen lopen ze naar binnen.
Ze beginnen aan de laatste sessie. Op haar veilige plek, krijgt ze de opdracht om haar aanrander te laten verschijnen. Bella ziet Ibimi strijden met haar gevoelens. Het begint met woede. Aan kleine bewegingen van haar handen ziet ze dat ze met hem in gesprek is. Af en toe is ze kalm en Bella weet dat ze hem, tijdelijk, heeft weggestuurd. Dan begint de strijd weer. De woede is steeds minder en maakt plaats voor een rustig gesprek. Dit ziet Bella aan de minimale, rustige handgebaren van Ibimi. Na meer dan een uur durende sessie, opent Ibimi haar ogen en weet nu, dat alles gedaan is. Bella ziet haar opluchting en besluit haar later te waarschuwen en instructies te geven voor wat ze moet doen tijdens de terugval die ze ongetwijfeld gaat krijgen, want de tijd die de behandeling heeft geduurd, is véél te kort.
“Ik heb medelijden met hem. Hij zou ook door jullie behandeld moeten worden.”
“Dat zou inderdaad moeten. Wanneer ze hem pakken wordt hij veroordeeld en in de gevangenis gestopt. Daar leert hij hoe hij nog een betere crimineel kan worden. Na een paar jaar komt hij eruit en gaat gewoon verder de levens van andere mensen te beschadigen. Komt hij bij ons dan kunnen we hem helpen. De werkelijke oorzaak van de problemen zit in de opvoeding. In Nederland hebben we een gezegde: ‘Ze zijn te stom om kippen te houden, maar koters hebben ze allemaal’. Voor de stomste baantjes heb je een gigantische opleiding nodig, maar om kinderen op te voeden geld de regel: zoek het maar uit.”
Ibimi moet lachen om het boze gezicht van Bella. Zo heeft ze haar nog niet gezien.
“Dat zit je erg dwars denk ik.”
“Daar kan ik inderdaad héél kwaad om worden, maar eigenlijk nog het meest verdrietig om al het onnodige leed dat kinderen wordt aangedaan.”
Ze lopen samen naar de crew, Bella bedenkt ondertussen dat er voor Ibimi geen duidelijke taak is, hoewel ze graag wil helpen. Ze krijgt een idee. Bella en Ibimi gaan naar Lola, voor haar is er ook nog geen eigen bezigheid, behalve dat ze nu helpt waar dat nodig is. Bella heeft tijdens de rit naar Groningen van Lola gehoord dat ze bij een cateringbedrijf heeft gewerkt.
“Lola, wil jij samen met Ibimi de catering doen?”
“Dat wil ik graag doen, alleen mijn Frans is niet zo best.”
“Ibimi spreekt ook goed Engels.”
“Ik gelukkig ook, dan is dat geen probleem. Het lijkt me heel leuk om het eten te verzorgen.”
In het Engels vraagt Bella aan Ibimi of ze samen met Lola de catering wil verzorgen. Ibimi knikt gretig ja, blij dat ze kan helpen.
“We gaan samen kennismaken met onze vaste leveranciers. Ik zal Max even waarschuwen dat we weggaan.”
Bella begint om zich heen te kijken, maar ziet geen Max en ze moppert volkomen onterecht in het Engels: “Waar zit die eikel nu weer.”
Onmiddellijk wordt er geprotesteerd, want Max is een schatje en geen eikel vinden ze. Bella moet om ze lachen.
“Ik meen het niet hoor.”
“Dan is het goed.”
Via zijn mobiele telefoon wordt Max op de hoogte gebracht van het plan van Bella. Hij vindt het een prima idee.
De verschillende adressen, die nogal uit elkaar en soms zeer afgelegen liggen, worden door Lola in haar routeplanner gezet. Het valt Lola op, dat ze uitsluitend bij biologische bedrijven kopen. Tijdens het inkopen bemoeit Bella zich niet met wát ze kopen. Wel houdt ze in de gaten of ze het voldoende met elkaar eens zijn, wat het eten betreft. De Hollandse en Franse kookculturen passen uitstekend bij elkaar, ziet ze. Op het terras, dat in de schaduw ligt, worden de tafels in een grote kring neergezet. Om voor zoveel mensen te kunnen koken, gebruiken ze de grote keuken van het kasteel. Ondanks de loeiende zon buiten en de warmte van het gigantische fornuis en de gril voor de openhaard, is de temperatuur in de keuken dragelijk. De koelte van de enorme zaal met zijn dikke stenen wanden absorbeert de meeste warmte, tot verbazing van Lola. De dochters van Klaas helpen mee in de keuken.
Het menu is een voorgerecht van tomatensoep, gemaakt van rijpe tomaten en verse basilicum. Als hoofdgerecht, parelhoen van de gril, begeleid door een salade en gegratineerde aardappels met room en kaas uit de oven. Het toetje bestaat uit yoghurt met vers fruit. Uiteraard worden de gangen begeleid door uitgelezen wijnen. Ibimi en Lola krijgen er een staande ovatie voor.
Tijdens de nazit aan tafel worden de vorderingen van het werk besproken en tot verbazing van iedereen liggen ze voor op schema.
Die avond bedrijven Ibimi en Jean, sinds lange tijd, ongeremd de liefde.
Hoofdstuk 33
Amy wordt de volgende ochtend wakker en denkt, ik ben zo geil als een beer. Ze kijkt naar Jim, andere keer met jou. Wie dan wel, de neefjes natúúrlijk de neefjes ze zijn nu officieel deel van de club, dus moeten ze eraan geloven. Hoe pak ik dat aan. Ik haal een kutgeintje uit met Nina, want die heeft ons de ontmaagding van de jongens afgepakt. Wat voor geintje dan. Ik zeg tegen Bella dat ik een bak water over Nina ga gooien. Dan komen we natuurlijk bij de jongens terecht en daar zal die snol wel tussen liggen. Voorzichtig kruipt ze uit bed. Uiteraard wordt Jim wakker en vraagt slaperig: “Wat ga je doen?”
“Dat gaat je geen moer aan, ga maar weer slapen.”
Hij is te slim om verder te vragen. Ze trekt een slip en een T-shirt aan en loopt naar de slaapkamer van Bella. Ze doet de deur zachtjes open en schut Bella wakker aan haar arm.
“Wat moet je?” mompelt Bella slaapdronken.
“Ik heb zin om een kutgeintje uit te halen met Nina.”
Nog nooit is een zaadje in zulke goede aarde gevallen als nu. Ze is direct helemaal wakker en klaar voor de strijd. Max is ondertussen ook wakker geworden en vraagt aan Amy: “Wat moet jij hier nou weer?”
“Waarom zijn alle mannen van die ouwe wijven. Als ik jou nodig heb dan voel je het wel. Ga maar weer slapen.”
Ze lopen samen naar de keuken. Daar zit Demi van een kopje thee te genieten.
“Haai meiden, wat gaan jullie doen?”
“We gaan een geintje uithalen met Nina.”
“Wat voor geintje?”
“We gooien een bak water over haar heen terwijl ze slaapt.”
“Wat zijn jullie een stelletje gluipers.”
“Vind je het niet leuk dan?”
“Natuurlijk wel. Doen jullie voorzichtig met ze.”
“Natúúrlijk.”
Jim is, net als Max, wakker gebleven. Ze komen in de keuken bij elkaar waar ze door Demi begroet worden.
“Wat zijn die mutsen van plan,” vraagt Jim aan Demi.
“Ze gaan Nina pesten en jullie weten waar die slapen.”
“Die arme jongens, gaan het oplopen,” raad Max helemaal goed.
“Zullen we gaan zwemmen Jim dan kunnen we ook nog een paar dingen voor morgen doornemen.”
Demi schenkt voor zichzelf nog een beker thee in.
Amy en Bella nemen ieder een bakje met water uit de keuken en lopen de jeugdafdeling in. Amy kijkt, om haar werkelijke bedoeling te verbergen, in de kamer van Nina.
“Die snol ligt natuurlijk bij de jongens.”
“Wat ben jij een schijnheil Amy, ik heb je heus direct wel door hoor.”
“Ja, en dáárom wou je ook zo vréselijk graag mee.”
Dan dringt het tot Amy door, wat Demi tegen ze heeft gezegd.
“Demi zei dat we voorzichtig met ze moeten doen, die weet dus wat we gaan doen.”
Proestend staan ze met hun bakje water in de slaapkamer van Nina.
“Ssst, straks worden ze wakker,” sist Amy, “kom op naar de kamer van de jongens.”
Daar ligt Nina op haar rug tussen de jongens in, zeer vredig te slapen.
“Lief hé,” fluistert Bella vertedert.
“Héél erg schattig, weekdier. Bij drie, jij links ik rechts.”
“Een, twee, drie,” telt Amy gniffelend.
Het effect is fabelachtig. De jongens en Nina krijgen de volle laag en springen met een schreeuw uit bed. Amy en Bella staan gierend van het lachen elkaar te ondersteunen. De jongens beginnen dreigend naar ze toe te lopen.
“Wegwezen Amy.”
Ze beginnen weg te rennen.
“Vlug, de kamer van Nina in,” gilt Bella en ze geeft Amy een duw de kamer in. Ze klappen net op tijd de deur dicht en draaiden de sleutel om. Op het bed van Nina liggen ze verder te lachen. Twee kamers verder in de gang zijn Zoë en Bruno wakker geworden van het lawaai. Ze liggen te luisteren naar de geluiden en komen tot dezelfde conclusie als Nina, die komen niet voor dat geintje.
“Fons de kast,” fluistert Ken.
“Wat is er met een kast?” wil Nina weten.
“In deze kamer is een kast die ook in jouw kamer uitkomt. We gaan daardoor naar jouw kamer, dan schrikken ze zich rot.”
Amy en Bella zijn uitgelachen.
“Ga jij even kijken waar ze zijn?” vraagt Amy sluw.
“Fuck you.”
“Schijter, ik ga zelf wel.”
Voorzichtig loopt Amy naar de deur. Op dat moment vliegen de kastdeuren open en stormden de jongens met een laken over hen heen de kamer in. Gillend vliegen Amy en Bella in elkaars armen. De jongens doen de lakens weg en staan naakt in de kamer.
“Doen jullie wat zachter, straks maak je Zoë en Bruno wakker.”
“Dat is waar ook, helemaal vergeten.”
Bella en Amy kennen het verhaal van de tovertong van Bruno en zijn ze helemáál niet vergeten.
“Zullen we kijken of ze wakker zijn, Bella. Dan kunnen we ze onze excuses aanbieden.”
“Wat een stelletje schijnheilige bitchen zijn jullie. Blijven jullie maar hier, dan ga ik ze wel roepen.”
“Goed hoor Nina, wij passen ondertussen op de jongens.”
“Amy, kijk! Ze zijn helemaal naakt.”
“Hebben jullie nog nooit een naakte man gezien?” begint Ken een rondje te jennen.
“Sjesus Bella, Wat heeft die snol met onze neefjes gedaan. Ze waren zo lief en onschuldig.”
“Die lieve schatjes kunnen natuurlijk niet tegen haar op Amy.”
“Geef tante Amy en Bella maar een knuffel dan komt het allemaal goed.”
Ken loopt naar Bella, Fons naar Amy.
“Gaat het weer een beetje met jullie. Oeps, je piemeltje zit tegen mijn buik en is van schrik helemaal stijf.”
Nina, Zoë en Bruno komen de kamer binnen.
“Wat zijn jullie aan het doen stelletje viespeuken.”
“Niets, we troosten ze alleen.”
“Hallo Zoë, hallo Bruno.”
“Hallo lieve tantes.”
“Lief! Nu even niet. Wat hoor ik van Nina, kan jij een kunstje met je tong.”
Onder de douche begint een beestachtige neukpartij zoals Nina het later plastisch noemt.
De dochters van Klaas zien en horen wat er gebeurd. Femke zegt: “Bella en Amy zijn hier. Dan zijn hun mannen voor ons beschikbaar.”
Ze lopen langs de douche waar Nina net uitkomt. De rest is met veel lol elkaar aan het wassen.
“Ga je mee Nina. Jim en Max zijn beschikbaar voor ons.”
Ze lopen richting de keuken waar Demi aan een beker thee zit.
“Werd het daar te gek voor jullie of zoeken jullie je eigen vertier.”
“Ons eigen.”
“Ze zijn aan het zwemmen.”
“Klinkt goed.”
“Gaan jullie maar, ik blijf hier.”
Buiten zegt Femke: “Nina gaat wel naar Jack toe, hebben wij ze voor ons alleen.”
Demi wacht op de voor de hand liggende vraag van Nina.
“Ligt Jack nog in bed?”
“Jazeker, doe hem de groeten.”
“Dat zal ik doen.”
Dit groeten doen is een teken die ze onderling hebben afgesproken. Hierdoor weet Jack dat Demi weet dat er iemand op weg is naar hem.
De tijd om zich over het gemak waarmee de broers en hun vrouwen elkaar vertrouwen en vrijlaten te verbazen is voorbij.
Ze sluipt de slaapkamer van Demi en Jack binnen. Jack ligt niet in bed. Ze wacht even en hoort dan de douche.
Aha, daar is hij, even een geintje uithalen, denkt ze.
Ze loopt naar de douche. Opent voorzichtig de deur en roept: ”Je bent toch niet met je piemeltje aan het spelen.”
“’Sjeses’! Ik schrik met kolere.”
“Aansteller. Je moet de groeten van Demi hebben. Zal ik je rug wassen of liever wat anders?”
“Domme vraag.”
Zijn techniek is anders, het resultaat is wel haar totale bevrediging.
De tweeling worden vrolijk begroet door de broers. Bij het zwembad trekken ze hun slip en shirt uit. Ze krijgen duidelijk hoorbare tekenen van bewondering door de mannen. Na een paar baantjes zwemmen gaan ze bij elkaar staan omdat ze alle vier van elkaar weten wat hun bedoeling is. Het voorspel doen ze in het zwembad.
“Bruno is niet de enige die een kunstje kan. Wij laten jullie dit in het pool house laten voelen,” beloofd Jane.
Hoe ze aan het verhaal komen weten ze niet meer. Alle Aziatische vrouwen kunnen door te knijpen met hun vagina een man klaar laten komen. Ze hebben erom gelachen tot ze besluiten om te controleren of het echt niet kan. Na eindeloze oefeningen met hun dildo en uiteindelijk hun vinger is het ze toch gelukt. Tot nu toe hebben ze het nog niet kunnen toepassen. De enkele keer dat ze met een jongen hebben gevreeën kwamen ze daar niet aan toe. Met deze mannen wél, weten ze.
Ze worden geïnstrueerd om op hun rug op een ligbed te liggen. Na een laatste bezoek aan hun mond laten ze zich op hun paal zakken. Met hun handen spelen zij met de borsten van de meisjes tot die op hun borst gaan liggen.
Hun handen leggen ze op de billen van de meisjes. Eerst zo teder mogelijk begint hun knijp spel om het daarna langzaam op te voeren. Aan de reactie van de mannen, horen ze dat hun spel buitengewoon is gewaardeerd. Na afloop zegt Max: “Hier kan ik Bella mee terugpakken.”
De meiden willen weten wat hij bedoeld. Max verteld ze wat er is gebeurd met het whisky glas. Ze vinden het een schitterende actie van Bella en terecht dat Max haar terug wil pakken. De dag begint met veel genieten en plezier maken.
Hoofdstuk 34
Klaas en Lisa zitten met zijn tweeën in de tuin bij zijn huisje. Even verderop horen ze kinderen spelen. Lisa voelt haar kinderwens weer in volle sterkte en denkt, ik wil ook kinderen.
“Klaas, ik wil kinderen.”
“Dat is het? Of heb je nog meer wensen?”
“Stoppen met het werk bij Jack, met jou samenwonen en samen iets anders gaan doen.”
“Dat gaan we al doen. Jim wil in mijn winkel een seksshop beginnen en daar ook een onderdeel van de webwinkel bij doen, speciaal voor de Belgische markt. Zullen we dat en de kinderen combineren Lisa?”
“Dat doen we. We zijn geen onzekere pubers meer, we gaan samenwonen.”
De telefoon onderbreekt hun gesprek.
“Met Klaas.”
“Hallo Klaas met Doortje.”
“Hallo Door, alles goed?”
“Prima en met jou?”
“Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld.”
“Nina heeft gezegd dat ik wel naar haar toe kan komen. Wil jij een hotel of zo boeken, want ik wil haar niet voor de voeten lopen.”
“Dat hotel regel ik.”
“Nina weet niet dat ik kom, het is een verrassing. Ik heb haar vanmorgen wel gesproken en ze vertelt dat jij een vriendin hebt.”
“Dat is waar, die kan je dan ook meteen leren kennen.”
“Ik kan het niet afwachten om je weer eens te zien.”
“Ik jou ook. Bel het tijdstip van je aankomst even door, dan wordt je opgehaald bij het vliegveld.”
“Afgesproken Klaas, tot dan.”
“Wie is dat?” vraagt Lisa.
“Doortje de moeder van Nina.”
“Wat leuk. Zij gaat echt niet in een hotel slapen.”
“Zo is dat.”
Lisa vervolgt hun gesprek over de kinderen en het samenwonen.
“Waarom heb jij eigenlijk geen kinderen?”
“Mijn vrouw kon ze niet krijgen.”
“Dat is niet zo mooi.”
“Het is nu eenmaal zo, daar moet je niet over zeuren vonden wij.”
“En toen hebben jullie die twee engeltjes uit Thailand geadopteerd.”
“Precies.”
“Ik ga binnen de salade en zo maken, als jij dan de barbecue aansteekt.”
“Komt in orde Lisa.”
Tijdens het aansteken belt hij naar Jack.
“Hallo Klaas.”
“Hallo Jack. Ik heb een vraag en daar wil ik een open en eerlijk antwoord op.” Jack vermoedt al wat er komen gaat en heeft al een aangepast plan gemaakt. “Het antwoord op je vraag is, voor Lisa’s rol heb ik een Française geregeld.”
Klaas, die al wat staaltjes van de training heeft gezien, is al niet meer verbaasd en hij bedankt Jack hartelijk.
“En nog wat Klaas, ik heb jou gebeld.”
“Dát, is het enige waar ik nog mee zit. Anders denkt ze misschien dat ik niet wil dat ze werkt.”
“Ik weet het. Veel plezier.”
“Die training moet ik zo snel mogelijk hebben,” mompelt hij.
Hij loopt naar binnen en zegt tegen Lisa: “Ik heb nieuws. Ik had Jack aan de telefoon en je hoeft niet meer te werken.”
“Daar ben ik blij om, ik heb hélemaal geen zin meer.”
“Een Franse vrouw gaat jouw rol spelen. Leuk hè, dat hij daar zelf over begint?”
“Nou!” beaamt Lisa slim.
Zij heeft de training wél gehad en weet wel beter. Ze vindt het heerlijk dat de twee mannen zo veel moeite hebben gedaan om het haar naar de zin te maken.
Klaas vertelt haar wat hij weet uit het verleden van Doortje. Dat kan nog leuk worden, peinst Lisa.
“Dat zal wel een hele overgang voor haar zijn.”
“Het is wel spannend, ze is van de dominee af, wat er is blijven hangen uit haar verleden weet ik niet.”
“We zien het wel Klaas. Geef mij het stokbrood even aan? Moet je kijken, ik tril helemaal.”
“Waarvan?”
“Opwinding, vanwege het idee om misschien kinderen te krijgen en zo.”
“Ik vind het ook wel spannend.”
Na het eten gaan ze naar bed en liggen, buik tegen buik, elkaar te knuffelen en te strelen tot ze in slaap vallen.
Hoofdstuk 35
Vlak voor vertrek uit Amsterdam belt Doortje naar Klaas met de mededeling: “Om ongeveer zes uur ben ik in Marseille.”
Klaas geeft de informatie door aan Max die ook in het complot zit.
Max zegt tegen Nina: “We gaan straks iemand van de crew van het vliegveld halen, ga je mee?”
Ze stappen even later in het busje en rijden naar het vliegveld. Na het gebruikelijke gedonder met parkeren zitten ze in de aankomsthal. Ik ga even wat te drinken halen, wat willen jullie?” biedt Nina aan.
“Doe mij maar een Colaatje of zo.”
“Mij ook Nina.”
“Ik hoop niet dat ze helemaal in zwarte kousen klederdracht is Bella, dat zou hier wel erg uit de toon vallen.”
“Dat denk ik niet Max. Voor, wat ik van Nina gehoord heb, zal dat wel meevallen.”
Ze zitten met hun drinken bij elkaar te wachten. Het arriveren van het vliegtuig uit Amsterdam is aangekondigd. Even later beginnen de mensen uit de aangekondigde poort de hal in te stromen, waaronder Doortje.
Nina ziet een vrouw aankomen en denkt, dat lijkt mijn moeder wel. De vrouw komt dichterbij en Nina raakt volledig in de war, want de schoonheid die aan komt lopen moét haar moeder zijn, maar dat kan niet. De vrouw kijkt naar Nina en komt met uitgestoken armen op haar af. Nina vliegt overeind, haar stoel klettert daarbij op de grond, maar dat merkt ze niet. Huilend van vreugde omhelzen en zoenen ze elkaar. Om zijn ontroering te verbergen vraagt Max: “En waar is nu die gozer van Hello goodbye.”
“Dat is op Schiphol Max.”
“Jezus Bella, wat een spetter.”
“Ik vind dat het zwart wel meevalt Max.”
Hij negeert haar opmerking. Het beeld wat hij van Doortje heeft in zijn fantasie, is totáál anders dan de werkelijkheid.
“Nina heeft dat knappe niet van een vreemde, wat een schoonheid en wat is die dominee een gigántische lul.”
“Zo kan het wel weer Max, houdt je een beetje in.”
“Sorry Bella, ik liet me even gaan.”
Doortje en Nina komen naar ze toelopen. Nina stelt haar voor. Met een diepe buiging geeft Max haar een handkus.
“Hij leest af en toe oude boeken over ene Schaduw, die dat ook deed,” zegt Bella verontschuldigend.
“Merkwaardig, nee ik moet zeggen, hoogst merkwaardig. Heb je misschien een villa met de naam, My own business in Cassis sur Mer?”
Max staat haar verbaasd aan te kijken.
“Mijn vader had ze ook allemaal en nu ik.”
De humor heeft ze ook van haar moeder, constateert Bella.
“Mam, dit is nu Max de duivel.”
“Ik dacht dat die erg lelijk was in plaats van erg knap.”
“Phoe, wat je knap noemt.”
Bella, grijpt in.
“Koppen dicht nu en naar de auto.”
Doortje slaat haar arm om haar Nina en trekt haar tegen zich aan. Behaaglijk nestelt Nina zicht tegen haar moeder aan. Zo lopen ze naar de auto.
“Waar slaap je vanavond mam?”
“Dat weet ik niet, Klaas heeft een hotel bij jullie in de buurt geregeld. En morgen hebben we tijd genoeg om je vrienden beter te leren kennen ongeduldig standje.”
“Dan slaap ik daar ook.”
“Dat kan niet, want morgen hebben we opnamen,” corrigeert Bella streng. Ze heeft het idee om de hele club vanavond al naar het kasteel te laten komen. Ze heeft met Klaas al afgesproken dat Doortje vanaf vanavond in het kasteel logeert.
“Morgen is toch een rustdag,” protesteert Nina.
“Dat is veranderd, want we lopen achter op schema.”
Tijdens de wandeling naar de auto belt Bella, stiekem, naar Lisa en Klaas om dit voor te stellen. Ze vinden het prima en gaan op eigen gelegenheid alvast naar het kasteel.
Nina stapt in de auto naast haar moeder. Ze is vreselijk blij en zit hand in hand met haar moeder te knuffelen, toch is ze een beetje verdrietig omdat haar moeder niet bij haar kan slapen. Bella vindt dat ze genoeg geleden heeft.
“Ik hoor van Klaas dat het hotel overboekt is.”
“Waar is Klaas dan nu en waar moet mijn moeder slapen,” roept Nina wanhopig.
“Ze zijn in het kasteel van Amy en Jack, daar moet je moeder dan ook maar slapen.”
”Wat ben jij gemeen Bella, ik krijg je nog wel!”
“Ja Bella, wat ben jij gemeen.”
“Houd jij maar helemaal je kop Max, want jij zit ook in het complot, jou krijg ik ook nog wel.”
Ze plaatst haar hoofd op de schouder van haar moeder die geamuseerd heeft geluisterd.
“Zie je nu mam, wat ik allemaal moet doormaken met die etters.”
“Arm kind,” fluistert Doortje, terwijl ze teder over Nina’s hoofd streelt.
De rit verloopt verder in een stilte waarin twee mensen heel erg gelukkig met elkaar zijn. Bella en Max houden zorgvuldig hun mond.
Ze bereiken het kasteel waarbij Doortje, net als Nina, denkt, wat is alles groot. Ze worden opgewacht door Demi, Jack, Lisa en Klaas. De rest zit in het andere gedeelte van het kasteel naar een film te kijken. Op het terras brandt een vuurkorf en kaarsen. Doortje wordt omhelsd door Klaas. Ze wordt voorgesteld aan Lisa, Demi en Jack. De bewonderende blik van Jack wordt dankbaar aanvaart. De atmosfeer op het terras bezorgt Doortje kippenvel van positieve gevoelens die ze niet kan analyseren en daar heeft ze ook geen behoefte aan, ze geniet gewoon. Ze ademt de lucht in van haar geliefde Frankrijk, die ze zo lang heeft moeten missen. Samen met Nina hier zitten is voor haar het grootste geluk dat ze zich kan voorstellen. Ze luistert geamuseerd en soms ontroert naar de verhalen van Nina en de anderen. Net als Nina denkt ze, hier wordt niet over naastenliefde gepraat, hier wordt gedaan. Tot diep in de nacht drinken ze wijn en eten lekkere hapjes. De volgende dag is een rustdag, dus niemand heeft haast. Doortje en Nina slapen samen in Nina’s kamer. De jongens missen hun maatje. Als Nina en Doortje de volgende morgen aan de ontbijttafel verschijnen worden ze hartelijk begroet. De hele dag wordt een groot feest van kennismaken, vertellen en aanhoren, wat er allemaal gebeurd is en nog staat te gebeuren. Doortje zwemt bloot in het zwembad en geniet van de bewonderende blikken die ze krijgt. De zonen zijn diep onder de indruk van haar. Eindelijk is ook zij, helemaal vrij en zichzelf.
Hoofdstuk 36
De volgende dag beginnen de opnamen voor de pornofilms. Nina helpt mee en krijgt prompt onenigheid met de regisseur.
“Nou Wim, daar word ik niet opgewonden van.”
“Jij hoeft er ook niet opgewonden van te worden, als de klanten het maar worden.”
“Waarom maak je dan alleen van die vrouwonvriendelijk films. Mis je toch een stuk marktaandeel.”
“Waar bemoei jij je eigenlijk mee?”
“Met dingen waar ik verstand van heb.”
“Dat vind jij dus.”
“Ja en met mij miljoenen andere vrouwen.”
Jack die het gebekvecht aanhoort denkt, ze heeft wel een punt. Hij besluit in te grijpen voor het uit de hand gaat lopen.
“Pauze.”
Onder de spelers ontstaat over dit onderwerp nu ook discussie tussen de mannen en de vrouwen. Demi heeft moeite om ook dit niet uit de hand te laten lopen.
Jack pakt de zaak op de grondige manier, waarop ze dat altijd doen aan. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen wie dan ook. Zodra het over de business gaat vallen alle vrienden en familieverbanden weg.
Nina, krijgt als eerste de gelegenheid om over haar ideeën te praten.
Met vuur verdedigt ze haar zaak. Ze vertelt dat ze Wim niet in persoon aanvalt, maar wel dat ze een stuk markt missen door geen vrouwvriendelijk films te maken. Ze biedt haar excuses aan voor de manier waarop ze dit heeft opgemerkt.
Tijdens haar uitleg begint Wim in te zien dat ze gelijk heeft. Handel is handel, denkt hij. Zonder aarzeling verandert hij van gedachten. Aan het nutteloos vasthouden aan zijn ego, doet hij niet.
“Je hebt volkomen gelijk.”
Ook Nina heeft dit probleem niet.
“Hoe gaan we het aanpakken Wim?”
Jack stelt voor: “We gaan de bestaande scripts draaien en jullie maken daarna samen een vrouwvriendelijke film. Wim, jij doet de techniek, Nina jij de artistieke kant van de zaak. We kunnen die film als proef in onze winkels plaatsen. Is het een succes, dan maken we in september een serie in de studio.”
“Mag ik dan de film maken die op het verhaal ‘ik wil een kind’ is gebaseerd?”
“Dat mag.”
Met een kus wordt de samenwerking tussen Nina en Wim bezegeld.
Voor ze haar film in grote lijnen begint te schrijven zoals zij dat wil, bekijkt ze zo veel mogelijk pornofilmpjes in elk denkbare categorie. Hierdoor krijgt ze inzicht in wat er verkeerd aan is en wat wel werkt. Hierna begint ze te schrijven over het kind krijgen verhaal. Dit verhaal is helemaal hetero. Door wat ze in deze vakantie heeft meegemaakt komt ze op een idee voor een film over biseksualiteit en familierelaties.
Ze schrijft hierover het volgende script.
Een man en een vrouw (maximumleeftijd van ongeveer 50) zijn biseksueel. Ze gaan een avondje naar het theater.
Het nichtje van de man en haar vriend, (zo jong als mag) zijn ook biseksueel. Zij gaan op het huis passen en mogen gebruik maken van het zwembad als ze weg zijn.
De stellen ontmoeten elkaar. De oom en tante weten niet dat de jongen en het meisje ook bi zijn.
Na het vertrek van de oom en tante gaan ze bloot zwemmen. Ze vertellen elkaar wat ze van de oom en tante vinden. Ze vinden ze erg aantrekkelijk.
Deel van een gesprek.
“Zou jij met je oom willen vrijen?”
“Lekker, met mijn tante ook en jij?”
“Hetzelfde.”
“Waren ze maar net als wij bi.”
“Zullen we binnen een spelletje spelen?” stelt het meisje voor.
“Wat voor spel?”
“Wie zich het beste kan beheersen.”
Ze zitten (op een plaid) tegenover elkaar op de banken. De jongen begint zich in slow motion af te trekken het meisje vingert zich. (Opnamen in close-up en extreem, close-up). Het concert is afgelast en de oom en tante gaan naar huis.
conversatie
Betrappen we ze nergens op zegt de oom. (Ze kijken elkaar lachend aan) De tante zegt dat zal jij niet lekker vinden.
Echt wel en jij ook.
Pas wanneer ze de huiskamer binnen komen lopen hoort het stelletje ze.
Zo snel mogelijk bedekken zij zich met een plaid.
Wat doen jullie hier vraagt de tante.
We spelen een spel antwoordt het meisje.
Wij dachten dat jullie in bed zouden liggen anders hadden we jullie wel gewaarschuwd, zegt de tante, sorry daarvoor.
De oom gaat naast de jongen zitten de tante naast het meisje.
Het meisje begint aan haar verleiding actie.
Hebben we jullie nou gechoqueerd zegt ze.
Nee hoor.
Ze ziet dat haar oom haar op een prettige manier aankijkt en bewondert.
Met haar voeten trekt ze (per ongeluk) de plaid naar beneden waardoor haar bosten in beeld komen.
Ze ziet aan haar oom en tante dat die het leuk vinden.
Zij spelen haar verleiding spel mee en zeggen als jullie verder willen gaan met jullie spel doe dat gerust. Trek je van ons niets aan.
Het meisje stelt voor dat ze meedoen.
De oom en tante kleden zich uit en gaan weer zitten.
De jongen aarzelt even maar begint dan zich weer in slow motion af te trekken. (Opnamen in close-up en extreem, close-up).
De oom en tante ook.
De tante zegt tegen het meisje gebruiken jullie daar nooit wat bij?
Nee
Zou je dat willen want ik heb wel een kittelaar stimulator voor je en voor de mannen een anale vibrator.
(Reclame voor onze producten)
Dat wil ik wel proberen.
De tante loopt naar een kast en pakt de stimulatoren.
De tante en het meisje beginnen waarbij het duidelijk wordt dat de tante ook bi is.
De oom laat de jongen zien hoe hij zijn anus verwent met de stimulator.
Hij ziet aan de jongen dat hij het een fijn gezicht vindt.
Zal ik het bij jouw voordoen bied de oom aan.
De jongen knikt gretig ja.
De tante en het meisje gaan verder met de stimulator.
De tante begint het meisje te vingeren
Zij vingert de tante (close up)
De oom gaat verder met de stimulator de jongen begint met de paal en de ballen van de oom te spelen.
De tante en het meisje beginnen ij stand 69 elkaar te likken. De mannen pijpen elkaar.
De tante zegt ruilen. Waarna de oom en het meisje en de jongen met de tante verdergaan. Ze eindigen met zijn vieren op de bank waar ze verschillende mogelijkheden uitvoeren zoals de tante zit op haar knieën op de bank het meisje te likken de jongen neukt haar op zijn hondjes, de man zit op zijn knieën naast de bank en het meisje pijpt hem. Hiermee kan geïmproviseerd worden. De mannen moeten ook anaal met elkaar.
Belangrijk is dat er even lang gebeft als gepijpt worden
Hoofdstuk 37
Doortje heeft even gekeken bij de opnames. Omdat ze Nina niet voor de voeten wil lopen besluit ze zelf iets te gaan ondernemen. Ze heeft altijd al een interesse gehad in kastelen en burchten. Ze vraagt aan Jack toestemming om overal te mogen rondkijken en foto’s te maken. Hij vindt het prima. Ze begint in de bescheiden bibliotheek van het kasteel te zoeken naar informatie over het verleden. Ze vindt oude tekeningen, plattegronden en het verhaal over het ontstaan. Met een zaklamp en een plattegrond die ze heeft gevonden in de bibliotheek, begint ze aan de missie die ze zichzelf heeft gesteld, het verkennen en fotograferen van alles wat met het kasteel te maken heeft. Ze is, buiten haar interesse voor het kasteel, blij iets te doen te hebben. Ze begint systematisch op de zolder te werken. Elk hoekje wordt gefotografeerd en onderzocht. Ze krijgt steeds meer bewondering voor diegene die het gebouwd hebben. Ze ontdekt dat een gedeelte van het dak door houtworm is aangetast. Ze neemt zich voor Jack te waarschuwen, voor dit uit de hand gaat lopen. In een kist vindt ze oude kostuums, die zo ver vergaan zijn, dat de motten van de honger zijn gestorven. Ze probeert zich de vrouw en de heer des huizes in deze jurken en pakken voor te stellen. Ze verlaat de zolder en begint aan de verdieping daaronder. Ze heeft alles uitgepluisd en gefotografeerd, alleen de paardenstallen nog. Voor de bouw van dit kasteel heeft er een veel oudere burcht gestaan waar de kerkers nog van bestaan. Op de resten hiervan zijn de paardenstallen, los van de rest, gebouwd. Ze probeert binnen te komen, alles zit op slot. Ze gaat de sleutel bij Jack halen en vertelt meteen over de houtworm. Met eerbied voor de stilte en de mystiek van het gebouw gaat ze naar binnen. Overal ligt stof en is er spinrag. De prachtig gevormde, van gietijzer gemaakte stallen, staan leeg en stralen de betere tijden die ze gekend hebben uit. Er is plaats voor minstens twaalf paarden ziet ze. Aan de muren hangen als relikwieën, onderdelen van tuigen en wagens. Door de kleine ramen stralen banen zonlicht naar binnen, waarin fijne stofdeeltjes op de minste beweging van de lucht dansen. Ontroert staat ze bewegingloos te kijken. In de trance, veroorzaakt door de atmosfeer en de schoonheid van de plaats, begint zich een gedachte te ontwikkelen die leidt tot een gefluisterd: “Dit is een paradijs voor kinderen.”
Haar lang onderdrukte liefde voor het paard komt weer naar boven. Voor haar trouwen mocht ze vaak bij een boer bij haar in het dorp, rijden op een van zijn paarden. Uiteraard heeft Gerrit haar dat verboden, veel te wulps vindt hij. Ze voelt en hoort dat haar maag leeg is en kijkt op haar horloge en ziet dat het etenstijd is. Snel neemt ze afscheid van de betoverende plek en gaat naar het kasteel om te eten. Ze raakt met Demi, Jack en Nina in gesprek over wat ze gezien en gedacht heeft in de stallen.
“Wat zou je willen doen,” vraagt Demi.
“Hier gaan wonen om gehandicapte en kansarme kinderen te laten genieten van paarden.”
Tot haar verbazing nemen ze het serieus.
“Mam, wat een leuk idee.”
“Klinkt niet gek, als je zin hebt wil je dan de eventuele mogelijkheden en problemen uitzoeken om dit te doen? ” vraagt Jack.
Met rode wangen van enthousiasme antwoordt ze: ”Ik ga straks meteen beginnen.”
Nina is verbaasd over en trots op haar moeder.
Doortje stort zich op de taak die ze zichzelf gesteld heeft. Ze maakte foto’s van het terrein om de stallen en tekent plattegronden waar een buitenbak kan komen. Het ommuurde terrein leent zich uitstekend voor buitenritten zonder gevaar voor verdwalen of transporten met trailers. In een vleugel van het kasteel, het dichtste bij de stallen is een enorme zaal waar ooit balpartijen werden gehouden. Dit gedeelte van het kasteel wordt niet gebruikt door zijn afgelegen ligging en de incourante indeling. Doortje maakt hier ook foto’s van en neemt de maten van de zaal om te kijken of er eventueel een binnenbak van te maken is. De volgende dagen zijn voor de nieuwelingen één groot feest. Voor de broers en hun vrouwen zijn de opnames gewoon geworden, voor de anderen is het een groot avontuur die hun vakantie héél bijzonder maakt. Doortje kijkt af en toe, maar is hoofdzakelijk bezig met haar kasteel en de stalplannen. Ze krijgt ’s avonds de training van Nina.
Hoofdstuk 38
Doortje, laat de foto’s van het kasteel aan Jack zien. De kwaliteit en originaliteit van de opnamen vallen hem op. Het brengt hem op een idee.
“Zou jij foto’s van de spelers en de opnamen willen maken?”
“Wat voor foto’s?”
“Even voor de duidelijkheid. Porno, op een artistieke manier zoals jij foto’s maakt.”
“Dat wil ik wel.”
Doortje loopt te denken aan haar opdracht. Waar kan ik mee oefenen vraagt ze zich af. Ze besluit het met Nina te overleggen.
“Nina ik ga pornofoto’s maken voor Jack.”
“Geweldig mam, je bent steengoed in het fotograferen.”
“Ik moet wel oefenen, maar ik weet niet met wie ik dat moet doen.”
“Neem mij en de jongens.”
“Wil jij het ze vragen.”
“Wat ga je met de foto’s doen?”
“Niets, weer wissen.”
“Toch niet als ze mooi zijn.”
“Ik ga een manier bedenken waardoor jullie onherkenbaar zijn.”
“Dán kan je ze houden mam.”
“Ik weet een leuk plekje.”
“Waar.”
“In de paardenstallen.”
“Ik zal het aan de jongens vragen. Die willen dat wel, daar ben ik van overtuigd. Neem mee wat je denkt nodig te hebben en ik zie je daar.”
De jongens horen Nina aan en nadat ze gehoord hebben dat ze onherkenbaar in beeld komen gaan ze akkoord. Met een plaid en haar camera gaat ze naar de stallen. Ze maakt overall en close up foto’s. Met schaduw en een hand op de juiste plaats maakt ze een serie foto’s met verschillende pozen.
Hoofdstuk 39
Het is de laatste draaidag van de erotische films. Nina heeft een script gemaakt voor haar film, dat goedgekeurd is door Wim. De acteurs en actrices vinden het prachtig om te doen. Af en toe moet Nina hun enthousiasme temperen. Ze laat wel veel ruimte voor improvisatie, waardoor alles er natuurlijker uit ziet. Demi kijkt waarderend toe. De rest van de dag hebben de spelers vrij. Tijdens de opnamen kijken Bruno en Zoë mee. Jean en Ibimi komen naar ze toe en vragen.
“Vinden jullie het leuk?”
“Wel interessant om even te kijken, nu heb ik het wel gezien.”
“Willen jullie iets voor ons doen?”
“Natuurlijk willen we dat Ibimi.”
“Het is wel een beetje rare vraag.”
“Shoot!”
“Tot nu tot heb ik alleen met Jean gevreeën. Nu wil ik weten of ik dat ook met een andere man kan. Jean en ik hebben hierover gepraat, als jullie het willen kunnen we het samen proberen.”
Het drinkt tot Bruno door dat zij niet weet hoe de groep met elkaar omgaat. Voor hen is dit niet vanzelfsprekend.
“Natuurlijk doen we dat.”
“Niet hier. Dat durf ik niet.”
“We gaan naar de villa van Bella en Max, daar worden we niet gestoord. Ik zal het aan Max vragen.”
Bruno vertelt wat ze van plan zijn aan Bella. Zij kan zeggen of het verstandig is of niet.
“Prima, je weet wat wel en niet mag?”
“Geen initiatief nemen en alleen dat wat ze zelf wil.”
“Oké. Veel plezier.”
“Jullie ook.”
Een half uur later zijn ze in de villa van Bella en Max.
“Eerst zullen wij jullie uitleggen hoe het bij de groep toegaat,” begint Bruno een gesprek.
“We hebben het vermoeden dat de zogenaamde fatsoensnormen hier anders zijn, dan we gewend zijn.”
“Dat klopt Jean. Simpel uitgelegd, je doet het met iedereen die het ook met jou wil doen.”
“Daar is niets verkeerd aan.”
“Bij jullie is het anders, want jullie hebben op dit gebied een vreselijke ervaring achter de rug en dat is, ondanks de training, niet zomaar weg. Voelen jullie jaloezie, angst of gewoon twijfel, dan stoppen we direct; even goede vrienden. Ons, oubollige, motto is, vrijheid blijheid”
“Ik ben wel zenuwachtig Bruno.”
“Positief of negatief, Ibimi.”
“Positief. Laten we ons eerst uitkleden en zwemmen.”
“We hebben de hele dag, avond en nacht de tijd.”
“Blijven we hier dan ook eten, Bruno?”
“Wat jij wilt Ibimi.”
“Heerlijk, ik ben toe aan wat rust en plezier.”
“Je kunt altijd even gaan slapen als je daar zin in hebt.”
“Die rust hoef ik niet Zoë, ik bedoel de rust van minder mensen.”
“Ik snap wat je bedoeld. Dat vinden wij ook prettig.”
“Ibimi jij bent nu onze grote leider, gaat ons voor.”
“Oké, Bruno, drop down and give me twenty.”
“Jij moet wat minder oorlogsfilms kijken.”
“Doe dan maar een sexy striptease.”
“Dat is beter.”
Onder applaus en gefluit showt Bruno zijn act. De volgende is Jean.
“We gaan wat drinken, wat willen jullie?” vraagt Bruno.
Hij doet dit om een pauze in te lassen, want de eerste keer dat Ibimi bloot zwom was een bevrijding zonder seksuele bijbedoelingen, nu is dat heel anders en wil hij niets overhaasten.
“Mag er alcohol in zitten.”
“Nee Jean, we houden het hoofd helder.”
Zoë kijkt met stijgende verbazing en bewondering naar Bruno. De vanzelfsprekende manier waarop hij dit aanpakt vindt ze geweldig.
Ze fluistert in zijn oor: “Je doet het geweldig. Jij kunt wel bij Bella en Max gaan werken.”
“Als architect van vakantiehuisjes?”
“Lolbroek.”
Ze drinken hun verfrissing op het terras. Ibimi vindt het tijd voor actie. Ze gaat voor Bruno staan en vraagt: “Wil jij me uitkleden.”
Bruno gaat ook staan en trekt haar topje uit.
“Je hebt prachtige borsten.”
“Dank je.”
Ze kijkt Bruno uitdagend aan. Met zijn duimen trekt hij langzaam haar short uit. Ze plaatst haar armen om zijn nek en trekt hem tegen zich aan. Met haar hand doet ze zijn paal omhoog en drukt haar buik ertegenaan, haar hoofd legt ze op zijn schouder. Jean en Zoë kijken toe en wachten af wat Ibimi hierna wil doen.
Zo blijven ze een tijdje staan tot ze vraagt: “En nu mijn slipje.”
Net zo rustig als haar short, trekt hij ook haar slipje uit.
“Mag Jean dat ook bij Zoë doen?”
“Natuurlijk, mag dat.”
Ibimi kijkt toe hoe Jean, Zoë uitkleedt.
Ze zoekt bij zichzelf naar gevoelens van jaloezie of welke andere emotie dan ook. De enige die ze ontdekt, is een gevoel van harmonie en opwinding.
“Zullen we gaan zwemmen, Ibimi?” vraagt Bruno.
“Dat is goed.”
De pijn van de jaren zonder vrolijkheid en het ongedwongen omgaan met haar seksualiteit waren tijdens het vrijen met Jean voor een groot deel verdwenen. Nu ruimt ze de laatste restanten op, haar gevoel van opwinding is daarom ongeremd. De aanwezigheid van Zoë en Bruno, die zonder welke bijbedoeling dan ook, haar leven hebben gered, geven daaraan een extra dimensie. Ze vraagt zich af waarom ze zo graag met Bruno wil vrijen. Het is meer dan alleen een test of ze dit wel durft, vanwege haar aanranding, voelt ze wel. Is het uit dankbaarheid of om mezelf te bewijzen dat ik weer normaal functioneer of ben ik verliefd op hem, nee dat is het allemaal niet, ik vind het gewoon een leuke en lekkere man, bedenkt ze. Hij dwingt mij tot niets, hij claimt mij niet, hij vraagt niets, hij heeft mij duidelijk laten merken dat hij mij wel lief vindt en zijn ‘houden van’ is voor Zoë.
Met zijn vieren staan ze bij elkaar in het zwembad. Zoë vraagt aan Ibimi en Jean of er voor hun taboes zijn op het gebied van seksualiteit.
“Die waren er wel. Nu niet meer.”
Ibimi gaat op de zwembadrand zitten en roept zeer verleidelijk.
“Bruno!”
Bruno gaat naar haar toe. Ze spreidt haar benen. Voor de eerste keer in zijn leven ziet Bruno een dark chocolate vagina met een roze streepje in het midden.
“Wat mooi. Een brownie met aardbeien in het midden.”
“Ibimi geniet van zijn compliment.”
“Wil je proeven.”
“Heel graag.”
Het spel van proeven, voelen en de intense beleving van de kleurverschillen wordt onder hilariteit beleefd. De zoetere smaak van Ibimi en Jean verrassen Bruno en Zoë. Na overleg besluiten ze voor het eten terug te gaan naar het kasteel.
“Ik wil meehelpen met het eten, anders staat Lola er alleen voor.”
Het feit, dat niemand er een probleem van maakt als ze er niet is, vindt Bruno ondergeschikt aan de loyaliteit van Ibimi tegenover Lola. Ze rijden terug naar het kasteel, waar nog iemand anders, met interesse naar de opnamen gekeken heeft om daarna iets anders te gaan doen.
Hoofdstuk 40
Tijdens de montage van de Nina film neemt Doortje Max mee naar ‘haar’ paardenstallen, waar ze bevlogen over heeft verteld en haar eerste pornografische foto’s heeft gemaakt. Daar aangekomen laat ze hem de locatie zien waar ze haar plannen over heeft gemaakt. In de eeuwenoude paardenstallen, waar ze eerder door betoverd is geraakt en waar ze haar ‘idee’ heeft gekregen, voelt Max ook de magie die daar aanwezig is. Hij ziet en bewondert het geluk dat ze uitstraalt. Ze gaat tegen hem aanstaan, met haar hoofd tegen zijn borst. Hij slaat zijn lange arm om haar heen.
Ze drukt haar neus tegen zijn borst en snuift met een diepe ademhaling de geur van zijn verse zweet, vermengt met zijn ‘luchtje’, op.
“Ik ben zo happy,” fluistert Doortje.
“Dat is te zien.”
“Heb je het druk?”
“Hoezo?”
“Ik heb zin in een ruige beurt.”
“Ik ook.”
Max pakt de rand van haar topje en begint het omhoog te doen. Ze doet een stap achteruit om hem de ruimte te geven. Hij bukt zich om haar tepels een voor een in zijn mond te nemen en er met zijn tong omheen te cirkelen. Dit is genoeg voorspel voor Doortje. Ze trekt het short van Max naar beneden. Hijgend van opwinding speelt ze met zijn paal en scrotum. Max steekt zijn hand in haar slip en trekt die naar beneden. Ze stapt eruit en trekt het short van Max uit. Hij pakt haar bij haar billen en begint haar op te tillen. Ze begrijpt onmiddellijk zijn bedoeling en slaat haar armen om zijn nek. Ze doet haar benen als een amazone om hem heen. Ze manoeuvreert met haar hand zijn paal voor haar doos. Haar overweldigende verlangen naar bevrediging uit zich in een luide kreun, terwijl ze zich laat zakken. Max plaatst haar met haar rug tegen de deur van een van de paardenboxen. Met haar benen perst ze hem tegen zich aan en begint hem wild te berijden. Met zijn handen kneedt hij haar billen. Zonder te proberen hun dierlijke paring te rekken, beginnen ze aan hun orgasme. Een eventuele toeschouwer, zou terug kunnen denken aan de tijd dat hier de hengsten de merries dekten. Op adem komend blijft ze even met haar hoofd op zijn schouder, liggen. Ze beginnen aan hun naspel door elkaar lachend kleine kusjes te geven. Max voelt dat ze weer opgewonden raakt waardoor hij het spel stopt. Voorzichtig tilt hij haar op en zet haar op de grond.
“Zullen we bij de film van Nina gaan kijken?”
“Dat is óók wel leuk, maar eigenlijk wil ik eerst nog.”
“Daar hebben we nog genoeg gelegenheid voor. Kom je vanavond bij ons slapen.”
“Lekker.”
Giechelend als twee tieners lopen ze de Franse zon in.
De videofilm is, onder supervisie van Nina, door Jack gemonteerd. Op het grote scherm in de balzaal, waar alle films worden gecontroleerd op eventuele fouten, is nu de film van Nina aan de beurt. Iedereen is aanwezig. Doortje zit naast de nerveuze Nina.
“Vanavond slaap ik bij Bella en Max,” fluistert Doortje in het oor van Nina.
“Hebben jullie al….”
“Vanmiddag een staand vluggertje in de paardenstal.”
“Mm. Dat is genieten denk ik.”
“Fabelachtig.”
“Lekker voor je.”
“Sst, de film begint.”
Het succes is enorm. Ze krijgt een staande ovatie. Bescheiden buigend staat ze voor de groep.
Alle films zijn goedgekeurd, de medewerkers die niet aan de overige opdrachten meewerken vertrekken in de busjes naar Nederland. Niets doet meer denken aan de opnames die zij hier gemaakt hebben.
Hoofdstuk 41
Nog één dag, dan beginnen de opnamen voor de muziekclip. Die dag gaan Doortje, Nina, Zoë en Bruno naar het strand. Ze maken plezier en praten over het verleden en de toekomst. Ibimi en Jean zijn ook vrij, want de bedrijven waar ze altijd hun inkopen doen, gaven een diner en feest in de dorpszaal ter ere van de Hollandse ‘les amies’. Voor het eten heeft Nina een vraag aan Jean.
“Jean je hebt geen voorhuid waarom is dat?”
“Dat is een cultureel ding. In ons geboorteland is weinig water om je te wassen. Dat geldt het meest voor je eikel. Zonder voorhuid gaat dat veel makkelijker.”
“Ik dacht dat het met seks te maken heeft, want pijpen zonder voorhuid lijkt me veel lekkerder voor een vrouw en voor jou.”
“Ja mag het wel proberen als je wilt.”
“Inderdaad veel lekkerder. En je hebt heerlijk zoet zaad.”
“Nu jij.”
Ibimi kijkt toe en denkt, wat is het fantastisch om geen last van jaloezie te hebben. Ze denkt aan de tong van Bruno en zegt met een lachend gezicht: ”Bruno ik wil ook een orgasme.”
Zoë gaat op de paal van Bruno zitten en Ibimi op zijn tong.
Eerder dan verwacht komen de producer, de artieste, haar muzikanten en regisseur Paul aan op het vliegveld. Ze mogen die avond mee naar het feest. Paul is érg onder de indruk van Doortje en ze zitten even later met elkaar te praten.
“Het is ongelofelijk. In de clip komt ook een feest voor en dit feest is precies zoals ik mij dat heb voorgesteld.”
“Pak snel je camera.”
“Als ik dit van tevoren geweten had.”
“Waar gaat de clip over?”
“Dat gaat over een verhaal dat ik ergens in een geniet boekje heb gelezen.”
“Ik ben benieuwd.”
“Morgenochtend zal ik het verhaal voorlezen, dan weet iedereen wat de inspiratiebron is van wat we gaan opnemen.”
“Je kunt de Fransen die er vanavond zijn vragen of ze als figuranten willen meedoen.”
“Wat een geweldig idee. Ik kan je wel zoenen.”
“Niemand houdt je tegen.”
De bedankkus duurt lang en is intens, waardoor de kus opgewaardeerd moet worden tot een voorspelkus en dat lag niet alleen aan Paul.
De leden van de lokale dans en muziekgroep geven een concert en een demonstratie van hun kunnen. Uiteraard moeten de Hollanders de vloer op om te dansen. De artieste uit Nederland geeft spontaan een klein concert dat door de Fransen zéér gewaardeerd wordt. Het wordt een feest waar nog lang over na gesproken zal worden in zowel Frankrijk als Nederland.
Hoofdstuk 42
De volgende morgen overheerst een gevoel van tevredenheid over alles, maar vooral over het geslaagde feest. Paul roept iedereen bij zich. Hij haalt een beetje smoezelig boekje tevoorschijn.
“Zoals sommige van jullie weten is de clip die we gaan opnemen gebaseerd op dit verhaal. Uiteraard is het verhaal niet letterlijk overgenomen, maar hierdoor ben ik wel geïnspireerd geraakt. Ik zal het nu voor gaan lezen.”
Hij opent het boekje en begint, eerst nog wat onwennig, te vertellen. Hij begint met de proloog van het verhaal.
Proloog
“Met het boekje in zijn hand dirigeert hij haar naar een plaats waar hij, ondanks haar vraag waarom, niets over wil vertellen. Op een oude, houten tafel stallen ze het picknicktoebehoren uit. Ze kijkt hem verliefd en nieuwsgierig aan, maar ook een beetje ongerust. Sinds hij het boekje heeft, is hij veranderd en stil geworden. Nu verwacht ze dat hij haar gaat vertellen waar het over gaat. Dat doet hij ook: ‘Dit boekje heeft mijn opa zelf gemaakt en mij nagelaten. Het gaat over een bos waar hij als jonge man een avontuur in heeft beleefd, dat hij nog nooit aan iemand heeft verteld; zelfs mijn oma Aurore niet. Nu ik het gelezen heb, weet ik ook waarom.’
Ze kijkt hem aan en ziet, tot haar opluchting, dat zijn verandering van de laatste weken weer weg is.
‘Nu mag jij het lezen, vervolgt hij.’
Nerveus pakt ze het boekje aan. Ze ziet de onheilspellende titel op het boekje staan.
Het bos des doods.
Ondanks te titel begint ze toch te lezen.
‘Zoals je weet zijn we een kaasfabriek in Frankrijk aan het bouwen. Dit gaat véél te traag. Jij gaat daarvoor minstens een jaar naar toe om te helpen. Met jouw organisatietalent moet dat sneller kunnen gaan.
Een leuk compliment, dat wel.’ Wat mijn baas zich kennelijk niet realiseert, is dat mijn veel te beperkte kennis van de Franse taal voor een probleem kan zorgen. Voor de vakantie is het voldoende, maar om leiding te geven aan een groot project voor Fransen niet. Voor ik een vraag hierover kon formuleren, zegt mijn baas: ‘Je gaat aanstaande maandag naar een spoedcursus Frans.’
Hij heeft zich dat dus wel gerealiseerd.
‘Op weg naar huis heb ik, door de dagelijkse file, tijd om de gevolgen van de opdracht te overdenken. Door de vakanties met mijn ouders is mijn liefde voor Frankrijk zo groot als het land zelf. Zij hebben zich daar jaren geleden, samen met mijn jongere zusje, permanent gevestigd. Het hotel dat ze jaren geleden gekocht hebben is een groot succes. Een paar keer per jaar bezoek ik ze. Nu kan ik wat vaker naar ze toe, want de fabriek is op nog geen honderd kilometer bij ze vandaan. Tot nu toe niets dan voordelen. Nog een mazzel dat mijn verkering uit is.
De eerste week in Frankrijk heb ik alleen mijn huis ingericht en gekeken hoe men daar werkt. Zonder mij met de gang van zaken te bemoeien, kijk ik toe hoe de onderlinge communicatie werkt. Zoveel mogelijk leer ik van de Franse manier van werken en denken. Heel rustig begin ik eerst de onderlinge strijd tussen de verschillende afdelingen te beslechten. Hiervoor organiseer ik op vrijdagmiddag etentjes met de afdelingshoofden. Tijdens deze bijeenkomsten laat ik iedereen zijn ideeën ononderbroken uiteenzetten. Na vier weken is er een duidelijke verbetering tijdens de bouw merkbaar. Door iedereen in zijn waarde te laten, krijg ik steeds meer respect van de Fransen. Nu kan ik heel voorzichtig mijn ideeën over de bouw naar voren brengen.
De winter verdwijnt. Door de rust in het hotel, kunnen mijn ouders wat vaker bij mij komen. Mijn zusje, een blonde spetter van tweeëntwintig, komt ook regelmatig bij mij op bezoek. De zomer is goddelijk en regelmatig eet ik bij mijn vrienden. Bij deze gelegenheden is soms ook een meisje aanwezig met de naam Aurore. Na een paar ontmoetingen voelen we wel wat voor elkaar, denk ik. Omdat ik geen idee heb hoe men daar in het dorp over denkt, houd ik, tegen mijn wil, afstand van haar. Door het zomerseizoen krijgen mijn ouders en mijn zusje het weer drukker. Heel af en toe kunnen we elkaar ontmoeten.
De zomer lijkt, maar is niet eindeloos. De druiven zijn geplukt en de oogstfeesten beginnen. Op een zaterdag is er in een klein dorpje een oogstfeest. Alle vrienden, inclusief Aurore en mijn zusje, zijn aanwezig. Jean, een dokter die ook bij artsen zonder grenzen heeft gewerkt, is er ook. De verhalen die hij vertelt, bezorgen ons een andere kijk op het leven. Mijn zusje is vooral geïnteresseerd in de man achter de dokter. Deze interesse is wederzijds heb ik gezien.
Een speenvarken draait onvrijwillig aan het spit boven een houtskoolvuur. Uiteraard zijn er wijnen geproefd en besproken. Verhitte debatten over het wel of niet bottelen volgen. Sommige partijen wijn zijn in zijn geheel doorverkocht, de betere op het landgoed gebotteld. In de roestvrijstalen tanks is inmiddels de nieuwe wijn aan het ontstaan. Het zwijntje begint aan zijn laatste taak op deze wereld en hij smaakt voortreffelijk. De wijn doet zijn werk en de verhalen zijn steeds sterker, totdat ze gaan over een bos met de lugubere naam: ‘Het bos des doods.’
Uiteraard is mijn nieuwsgierigheid gewekt en ik begin hierover vragen te stellen. Die vragen zijn ontweken. Men vertelt dat het er is en meer niet. Heel slim lokken ze me in een val denk ik en ik vind het prima. De vuren zijn aangestoken en de wijn is ingeruild voor zelfgemaakte likeur. Deze likeur gaat ook op de pannenkoeken, die boven de resten van het vuur in enorme, zwarte pannen worden gemaakt. Het flamberen geeft prachtige, blauwe vlammen. Mijn god, dit is leven, denk ik. Mijn zusje en haar dokter Jean komen bij mij zitten.
Zal ik wat te drinken halen? biedt Jean aan.
Lekker.
‘Hoe vind je hem?’ vraagt mijn zusje, zodra hij buiten gehoorafstand is.
‘Ik vind het een schatje.’
‘Dat zeg je om te pesten.’
‘Dat is waar. Ik vind jullie écht een leuk stel.’
‘Hij heeft mij gevraagd om morgen samen ergens heen te gaan.’
‘Dus het is echt aan?’
Ondanks de gloed van het vuur op haar gezicht en de invloed van de wijn zie ik haar toch blozen.
‘Ja, ik ben zwaar verliefd.’
Ik gaf haar een kus en zeg: ‘Ik ben blij voor je, het is een erg leuke vent.’
Jean komt terug met vier glazen waar een giftig gekleurd goedje in zit. De smaak is zeker niet giftig. Nu heb ik iemand om mij meer details te geven over het beruchte bos. Aarzelend beantwoord Jean mijn vragen.
‘Tijdens de oorlog gaan de verzetsdaden door en veel mensen die door de Duitsers gezocht werden, gingen voor beschutting het bos in. Wat de dorpelingen vreemd vonden was, dat er nooit door de verzetsmensen om voedsel of andere hulp werd gevraagd. Waarom men nooit meer iets van de vluchtelingen in het bos hoorde, verbaasde iedereen. Waarom de Duitsers, op zoek naar de verzetsmensen, verdwenen, vond men minder onlogisch; die zijn doodgeschoten door het verzet, was de mening.
Tegen het einde van de oorlog ging ene Hans, het toenmalige hoofd van de Duitsers in het dorp, zelf met een patrouille het bos in om het verzet uit te schakelen. Ze zijn nooit meer terug gezien. De oorlog was over en een paar boeren gingen het bos in om dit aan de mensen daar te vertellen. Zij kwamen nooit meer terug en van de mensen die geschuild hadden en de verzetsmensen is nooit meer iets gehoord. Sinds die tijd heet het bos: Het bos des doods. Niemand gaat daar nog in.’
Tijdens het vertellen door Jean zijn er een aantal vrienden en Aurore bij ons komen staan.
‘Ik vind het een prachtig verhaal, maar ik geloof er niets van.’
‘Allez, allez, hij gelooft het niet,’ klink het meewarig.
Na de pannenkoeken komen er allerlei worsten en kazen op tafel. De likeuren laat ik staan en ik ga over op een biertje. Steeds weer begon dan de een, dan weer de ander over het bos. Op een gegeven moment zeg ik: ‘Weet je wat? Het is allemaal bijgeloof, ik ga dwars door dat bos lopen en dan zullen jullie zien dat het allemaal onzin is; hoe groot is het eigenlijk?’
Een klein bos, tien kilometer breed en veertig lang, is het antwoord.
‘Dat is twee uurtjes lopen op zijn langst,’ pochte ik lachend.
Dat is waar, erkende men, maar toch komt niemand ooit terug uit het bos. Een smalend lachen is mijn antwoord en ik denk, daar ben ik lekker ingetrapt, nu kan ik morgenochtend met mijn suffe kop door dat bos wandelen. De vasthoudendheid aan hun verhaal, vind ik wel vreemd. Dat het een grap is weet ik wel, maar die houd je niet zo lang vol, er is er altijd één die zijn mond niet kan houden.
De wijnboeren beginnen muziek te maken en Aurore zingt een lied. Na het zingen begint het dansen. Terwijl we zitten uit te blazen, verwacht ik dat ze mij vertelt dat het verhaal over het bos des doods onzin is. Verrassend genoeg vertelt ze dat haar grootmoeder ook in het bos verdwenen was bij het zoeken naar haar man en zoon. ‘Mijn moeder bleef alleen achter. Ze groeide op bij een broer van haar moeder. Ze trouwde met een wijnboer en daar ben ik uit voortgekomen. Mijn moeder vertelt vaak over haar; het moet een fantastische vrouw geweest zijn.’
‘Net als jij.’
Haar lach danst over de feestgangers en ze fluisterde ernstig in mijn oor: ‘Ga het bos niet in, het is echt dodelijk.’
Met de belofte dat ik daarover nadenk, dansen we verder. Het feest begint nu echt en het bos verdwijnt in de verte, waar het hoort. Nog net op tijd heb ik het besef om over te schakelen op water.
De volgende morgen sta ik, met een kater, bij het weggetje dat het beruchte bos inloopt, om aan mijn tocht te beginnen. Van mijn vrienden uiteraard geen schaduw te zien. Het kan mij eigenlijk niet schelen ook. Met ruim voldoende water en eten bij me, heb ik best zin in de wandeling. Over de heuvel komt een auto luid toeterend aanrijden. Nu ga ik het krijgen, denk ik en besluit de komende spotternij gelaten over me heen te laten gaan. Twee vrienden, Aurore, Jean en mijn zusje stappen uit en begonnen in erg rap Frans met elkaar te praten. Het bizarre is dat ze niet lachen, integendeel, ze smeken mij niet te gaan. Om het spel nog even mee te spelen zeg ik: ’Maak je geen zorgen, ik heb voor drie dagen eten en drinken bij me en een kompas.’
Aurore en mijn zusje houden zich afzijdig van de mannen. Het enige wat mij verontrust is dat Aurore mij beangstigend en doordringend aankijkt.
Nog steeds houden ze vol en ze proberen mij zelfs lijfelijk tegen te houden wanneer ik richting het bos begin te lopen. Met een draai schudde ik ze af en ren het bos in. Achter mij hoor ik geen protesten meer en ik begin in een vlot tempo aan mijn wandeling. Grap of geen grap, de wandeling zal mij goed doen, denk ik.
Het weggetje loopt kaarsrecht het bos in en ik denk, als het zo doorgaat ben ik over anderhalf uur aan de andere kant. Wat ik niet opmerk is, dat er geen enkel takje of dennennaald op de weg ligt, dus de vraag: wie houdt deze weg zo angstvallig schoon? komt niet in mij op. Ik draai me om en wil nog even naar mijn vrienden aan de rand van het bos zwaaien. De weg achter mij is verdwenen, in plaats daarvan staan er zo ver ik kan kijken bomen. Zo ver kan ik onmogelijk gelopen hebben, denk ik. Voor de eerste keer voel ik angst. De neiging om naar waar ik vandaan kom terug te gaan rennen, weet ik te onderdrukken. Geen paniek, er is een logische verklaring voor, het komt vast door de drank.
Ik besluit om verder te lopen. Rustig draai ik me om. De weg is daar ook verdwenen.
‘Wel verdomme, hoe kan dat nou?’ roep ik.
Niemand geeft antwoord. Ik ga op een boomstronk zitten om de situatie te overdenken en een plan van aanpak te maken. Eerst wat eten en drinken. Na een sandwich met ham en kaas en een halve liter water, moet alles weer normaal zijn. Om dit goed in mijn lichaam op te laten nemen, ga ik voor de boomstronk op de grond zitten en doe een tijdje mijn ogen dicht.
Met een luide snurk ben ik wakker omdat ik in mijn droom uit een boom aan het vallen ben. Ik voel mij een stuk beter, maar de weg is niet terug. Om niet in rondjes te gaan lopen, pak ik mijn kompas en begin pal noord te wandelen. Met de zon aan mijn linkerhand en het kompas in mijn rechterhand loop ik door. Na honderd meter begint het kompas af te wijken ten opzichte van de zonnestand. Of de zon is van zijn plaats, of het kompas is niet goed. De afwijking is steeds sterker en ik besluit de zon aan te houden. Het kapotte kompas stopt ik in mijn zak en loop verder. Terwijl ik rechtdoor ga, begint de zon zich, voor mijn gevoel, te verplaatsen. De schaduw van een boom draait bij me weg zolang ik loop. Ik stop, de schaduw stopt ook. De vage angst die ik de hele tijd voel, is sterker. Nu heb ik geen enkel houvast meer in welke richting ik moet lopen. Mijn angst zo veel mogelijk onderdrukkend, begin ik zonder ergens op te letten te lopen.
Het vertrouwde geluid van knisperende dennennaalden en brekende takjes verdwijnt en het bos begint er héél anders uit te zien. De varens die tussen de bomen groeien, zijn steeds groter. De zon, waar ik toch niets aan heb, is heel af en toe tussen de enorme varens door, te zien. Omdat de bomen dezelfde dikte behouden, weet ik dat ik niet in een kabouter aan het veranderen ben. Na een tijdje, hoe lang weet ik niet meer, zie ik een klein huisje. Boven de voordeur hing een vlag met een hakenkruis erop. Nieuwsgierig kijk ik naar binnen. In tegenstelling tot de buitenkant ziet het huisje er vanbinnen prima uit. Er staat een tafel en een paar stoelen, waarop géén dikke laag stof laigt. In tegenstelling tot de weg in het begin van het bos valt dit mij wel op en ik denk, voor een huisje waar nooit iemand komt, ziet het er erg schoon uit. Wie is de poetsvrouw hier?
Aan de wand hangt een poster met een portret erop.
Ik ga naar binnen om in het halfduister het portret te bekijken. De angst die ik aardig onder controle heb, komt nu in oneindig grotere mate terug, want op de poster staat mijn gezicht. Onder mijn portret staat in het Duits de tekst: Levensgevaarlijk, direct doodschieten.
Voorzichtig voel ik met mijn hand of de afbeelding echt is. Een hoekje zit los en ik begin voorzichtig te trekken. Een deur begint langzaam open te gaan en een barse stem zegt in het Duits: ‘Wat doet u?’
Met een ruk draai ik mij om en zie een officier, gekleed in het uniform uit de tweede wereldoorlog, in de deur staan. Hij herkent mij en grijpt naar zijn pistool. Pure overlevingsdrang neemt mijn denken over en met een formidabele sprong ga ik richting de buitendeur. De knal van het pistool echoot in het bos. Een vreselijke pijn in mijn arm is het resultaat en ik begin te rennen of eigenlijk meer te vliegen, want mijn voeten lijken de grond niet te raken. Ik ren tot ik volkomen uitgeput ben. Mijn arm bloedt hevig, met een papieren zakdoekje probeer ik het te stelpen.
Met mijn hand op de wond begin ik rustig verder te lopen. Na een tijdje krijg ik kramp in de arm die ik op de wond houd en ik begin een andere oplossing te zoeken. Om mij heen staan de grote varens en ik pluk een blad. De zijblaadjes stroop ik eraf en ik houd een lange taaie nerf over. Dit wikkel ik om het zakdoekje op de wond. Met mijn vrije hand en mijn mond kan ik er uiteindelijk een knoop in krijgen. Het bloeden lijkt gestopt.
De stilte in het bos is absoluut en alleen verstoord door mijn bonzende hart. Een in mijn situatie vreemd, maar prettig gevoel van welzijn, begint mij te bekruipen en ik denk, ik overleef toch alles. Tijd en plaats zijn steeds onbelangrijker en nieuwsgierig wat er nog komt, loop ik rustig verder.
De stilte is even later heel licht beroerd door een prachtig geluid. Volkomen geconcentreerd stop ik om te luisteren. Het is zingen en mooi ook. Het kost mij veel moeite om de richting van het geluid te bepalen. In het bos lijkt het steeds van een andere kant te komen. Tot het uiterste gespannen kan ik toch de richting bepalen. Met de schrik van het huisje nog in de benen loop ik voorzichtig richting de zang. Een ander, bijna even mooi geluid, komt door de stem heen. Kabbelend water, dus daar is de stem ook, weet ik intuïtief. Zo geruisloos mogelijk lopend, bereik ik een klein beekje. Langzaam ga ik stroomopwaarts naar de steeds luidere zang toe. De gedachte aan een verhaal over een man die gelokt is door zingende Sirenen schiet in mijn gedachte.
‘Gelukkig is mijn naam geen Odysseus,’ lispel ik in een poging om mijzelf gerust te stellen. Het geluid van de rivier en de zang is steeds sterker. Ik verwacht een waterval, dat is mooi, denk ik. Iets in de zang begint mij op te vallen. Het is een lied dat ik gisteravond ook heb gehoord, de stem ook, het is die van Aurore. Het is allemaal een illusie, iemand heeft iets in mijn drankje gedaan, hoop ik. Bijna ren ik naar haar toe. De pijn in de schotwond, die weer hevig bloed, herinnert mij eraan dat deze wel érg echt is voor een illusie. Omzichtig sluip ik richting de stem tot ik tussen de bladeren door een vrouw zie die kleren aan het wassen is in een kleine poel, aan de voet van een watervalletje. Het zijn haar eigen kleren, want ze is naakt. Met haar billen op haar kuiten zit ze met haar rug naar mij toe. Haar krullende zwarte haren eindigden waar haar billen beginnen. Zelfs in deze positie is ze een schoonheid. Ze weet niet dat ik er ben, want ze gaat zingend door met haar bezigheden. De schoonheid van de vrouw en haar prachtige stem zijn in volmaakte harmonie met de omgeving.
Het zonlicht danst door de op de zachte wind bewegende takken in de boomtoppen. Het verlicht de duizend tinten groen op de bodem van het bos. De dikke laag mos op de stenen en de oever van het kleine meertje, hebben een kleurschakering van lichtgroen tot bijna bruin. Kleine varens groeiden op de stenen in het beekje. Door het spelen van het getemperde licht op haar huid, lijkt het of ze gemaakt is van vloeibaar ivoor. Dit moet wel veel mooier dan het paradijs zijn, denk ik. Ze stopt met wassen en gaat staan. Traag draait ze zich om, met een hemdje voor haar gezicht, om dat op een boomtak te hangen. Het zingen is helaas gestopt. Het hemdje hangt naar haar zin en terwijl ze opzij stapt, kan ik haar helemaal zien, ze zegt: Bonjour Hollandais.
De mengeling van verleidelijkheid en ingetogen sensualiteit in haar toon, kan alleen een Française. Voor de laatste klank is uitgesproken, gaat er een tinteling door heel mijn lichaam. Het kippenvel dat ik hierdoor krijg, blijft aangenaam aanwezig.
Aurore, wat doe jij hier?” stamel ik
Met haar slanke hand nodigt ze mij uit om dichterbij te komen. Haar naaktheid is zo natuurlijk dat ik het niet meer zie. Aarzelend ga ik naar haar toe, langzaam dringt het tot mij door dat het Aurore niet is. De gelijkenis is frappant, maar ik zie toch de kleine verschillen.
‘Wie bent u’ vraag ik, het antwoord al wetend.
‘De oma van je geliefde.’
Geliefde, antwoord ik verrast.
Kom, kom, Hollandais, doe nu niet gemaakt verbaasd.
Ze heeft exact dezelfde manier van praten, bewegen en dezelfde ondeugende manier van aankijken als Aurore. Aarzelend strek ik mijn hand uit, om te controleren of ze wel echt was. Ze pakt mijn hand en plaatst hem tegen haar fluwelen wang. Heel voorzichtig streel ik haar gezicht. Ze sluit, duidelijk genietend, haar ogen en fluistert: Aurore heeft juist gekozen.
Ze doet haar ogen weer open, kijkt naar mijn wond: ‘Je hebt al kennisgemaakt met Hans, zie ik.
‘’ Die idioot schoot op mij’.
Soms is hij de soldaat, maar meestal is hij heel lief voor mij en de anderen.
De anderen?
Sommige van ons leven nog, maar anderen zijn begraven op het kerkhofje even verderop.
Dit zou ik toch niet kunnen begrijpen, dus ik laat het hierbij. Ze pakt mijn arm en haalt het zakdoekje eraf. Ze brengt mij naar het meertje en begint zwijgend de wond schoon te maken. Uit het bos pakt ze kruiden en kauwt daar een papje van. Het mengsel van haar speeksel en de kruiden, doet ze op de weer bloedende wond. Ze rolt er het blad van een kleine varen omheen en steekt een puntig stokje door het blad waardoor hij perfect op zijn plaats blijft zitten. De pijn is direct minder en ik geef haar dankbaar een kus. Ze beantwoordt hem niet, maar ze keurt het ook niet af. In de verte klinken stemmen en ze zegt gehaast: ‘Daar is Hans. Je moet gaan.’
‘Welke kant op?’
Volg je eigen weg, dat is altijd het beste.
Zonder om te kijken loop ik weg. Een voor mij nieuwe, ontzagwekkende kracht vloeit door mijn lichaam en ik neem me voor, als ik hier ooit uit kom, ga ik met Aurore trouwen. Na een tijdje kom ik bij een keurig onderhouden kerkhofje. De oude ijzeren kruizen houden fier de wacht. Een ijzeren hek omzoomt het geheel. Een naam valt mij op, al heb ik geen idee waarom. Op het kruis staat in gouden letters: ‘Jean Paul Balzac.’
Een ogenblik sta ik stil bij het kruis. Ook hier voel ik de kracht die ik eerder heb gevoeld in mij stromen en ik begin weer te lopen. Het vreemde bos verandert in het bos zoals het hoort te zijn. Onder mijn schoenen hoor ik het knisperen van dennennaalden en het breken van takjes. Verbaasd kijk ik naar de grond en zie dat, waar ik mijn voet neerzet, een plekje asfalt verschijnt. Ik ruik vaag de geur van een barbecue en voorzichtig loop ik door. De plekjes asfalt zijn steeds groter en ik hoor flarden vrolijke stemmen. In de verte zie ik een weiland en ik weet dat ik door het bos des doods ben gelopen. De weg is weer helemaal terug, maar nu hier en daar bedekt met takjes en dennennaalden. Eindelijk iets normaals, besef ik. Aan het eind van het bos zie ik mijn Franse vrienden staan, naast een rokende barbecue, ze lachen me uit en roepen: ‘Wéér een gefopt!’
Aurore, Jean en mijn zusje zijn er ook. Zonder een woord te wisselen, lopen Aurore en ik op elkaar af en kussen elkaar. Er klinkt instemmend gefluit en een enkeling roept: ‘Dat werd tijd.’
‘Wat is er met je arm,’ vraagt Aurore bezorgd.
‘O, niets, ik heb me bezeerd aan een afgebroken tak aan een boom.’
‘Laat mij even naar je arm kijken,’ bood Jean aan.
Verbaasd kijkt hij naar het verband om de wond: Dat is een techniek die ik tijdens mijn uitzending naar Afrika weleens gezien heb, waar heb jij dat geleerd?
Op Discovery Channel of zo, antwoord ik.
Hij verwijdert het verband: ‘Dat is een schotwond, een schampschot, maar absoluut een schotwond.’
Welnee, lach ik, Wie moet er nu in het bos des doods op mij schieten?
Iedereen lacht, behalve Jean. Even later neem ik hem onopvallend apart en fluister in zijn oor: ‘Nooit een woord hierover, dat moet je mij beloven.’
Oké, antwoord hij en hij heeft altijd woord gehouden.
De wijn uit de koeler en het vlees van de barbecue smaken even wonderlijk als het bos des doods.
Op de vraag, hoe heet je grootvader? krijg ik, van Aurore, uiteraard het antwoord: ‘Jean Paul Balzac.’
Tijdens het lezen heeft kijkt hij naar haar fijne gezicht, waar de emoties duidelijk van af te lezen zijn. Ze slaat het boekje dicht en zegt: ‘Wij gaan dat graf zoeken.’
Achter hen sluit zich het bos des doods.
Met de woorden: “Wij gaan dat graf niet zoeken, maar maken,” sluit de regisseur af.
De kruizen zijn in het bos geplaatst en van boardkarton is het huisje opgetrokken. Het hele gezelschap helpt en vermaakt zich bij de opnames. Na twee dagen hard werken zijn de producer en de regisseur tevreden. Alles is opgenomen en gedaan. Iedereen slaapt, alleen in de kamer van Doortje brand nog licht. Samen met Paul praten ze over alles wat ze bezighoudt.
Hoofdstuk 43
De bakker heeft het door Ibimi bestelde brood al bezorgd. Binnen een kwartier is iedereen present en aan het ontbijt. Jack vertelt dat rond het middaguur, de sporters uit Nederland, via Marseille, arriveren met een helikopter.
“Zal ik wat te eten maken voor ze,” stelt Lola voor.
“Ik zal even bellen of ze in het vliegtuig al wat gegeten hebben.”
Jack komt terug met de mededeling: “Ik begrijp niet hoe het kan, maar ze hebben expres gewacht met eten, want jullie reputatie is al bekend bij ze.”
“Eh…,” klinkt het aarzelend uit de mond van de decorbouwer, “Dat is mijn schuld. Een van de begeleiders is een vriend van mij en daar heb ik het aan verteld.”
“Nou je hoort het, ga je gang.”
Na een paar uur hard werken, is alles in gereedheid voor het bacchanaal.
In de enorme keuken is het langzaam roosteren van een aantal varkenshazen, korhoenders en lamsbouten al begonnen. De kartoffelsalade, een specialiteit van Lola, staat in de vriezer af te koelen. Gebakken aardappelen en een rijk gevulde groene sla, maken de maaltijd compleet. De kazen zijn uit de kelder gehaald en staan in de keuken op temperatuur te komen. De uiensoep pruttelt op het fornuis.
Het dessert is door Max gehaald, taart met verse aardbeien.
Het lawaai van de helikopter kondigt de komst van de sporters aan. Ze staan met zijn allen op het grote grasveld om ze op te wachten. Er zijn twee zwemsters bij ziet Nina. De twee mannen kent ze niet, het blijken voetballers te zijn. Na het wijzen van hun kamer en een snelle rondgang door het kasteel gaan ze aan tafel.
Nina raakt in gesprek met de twee zwemsters, ze vertelt dat zwemmen haar sport is. Ze wordt uitgenodigd om met de training van die dag mee te doen.
Ze probeert ze bij te houden, maar dat haalt ze niet. Ze krijgt wel een compliment dat ze zo dicht bij ze in de buurt kan blijven. Nina wil meer weten over de training.
“Op welke manier helpt de training van Bella en Max jullie?”
“Het zijn kleine dingen in topsport die het verschil maken. Onze reactiesnelheid wordt bijvoorbeeld beter. Het herstelvermogen van ons lichaam is groter waardoor we minder last van blessures hebben en we ontspannen ons voor de wedstrijd veel beter.”
“Jullie voelen je buiten het zwemmen ook veel beter denk ik, dat is wat ik eraan heb.”
“Dat verschil is inderdaad groot.”
De rest van de dag wordt er veel plezier gemaakt. Na het avondeten worden de opnames doorgesproken die de volgende dag geschoten moeten worden. Tijdens de gesprekken, maakt Nina af en toe een opmerking die de Paul erg waardevol vindt. Jack ziet dat aan de manier waarop hij hierop reageert. Hij besluit om hem te vragen of Nina hem kan assisteren tijdens de opnamen. Zo zet Nina de volgende morgen de tweede stap in haar toekomstige carrière als regisseuse.
Epiloog
Af en toe vertrekken er mensen naar Nederland.
Klaas, Lisa en de dochters om de winkel weer te openen. Ibimi en Jean vertrekken naar Parijs om aan de voorbereidingen voor hun verhuizing te beginnen. De zonen van Demi en Jack zijn voor de gezelligheid en om de dames van het ballet, letterlijk met de muziek meegegaan. Amy en Jim zijn naar hun eigen villa gegaan om, zoals Amy het zo mooi verwoordt: “Nu kunnen we eindelijk vakantie vieren en het chronische tekort aan seks van de laatste tijd aanvullen.”
Ze oogst hilariteit.
De rest zit op het terras uit te buiken van het ontbijt. Ze bespreken de naaste toekomst. Nina gaat met een letter van aanbeveling van de broers en van de regisseur van de videoclip, proberen op de filmacademie te komen. Ze moet wel beloven om bij de volgende opnames weer te komen assisteren. Aan Doortje wordt gevraagd om in Nederland verder te onderzoeken wat er nodig is om haar paardenplan, zoals het in het gezelschap genoemd wordt, uit te voeren. Drie maande later is Bella zwanger. Bij Lisa duurt het twee maanden langer. Er worden bij het bedrijf twee pools gemaakt waarop gewed kan worden op het geslacht en de geboortedatum van de baby’s. Eén pool is al gespeeld en is gewonnen door Jim.
Nina zit met de baby van Doortje op schoot, tegen haar te praten.
“Onze lieve, malle mamma weet van jou wel wie je vader is en Pappa Paul is apetrots op ons.”
Nina en de baby lachen samen, ieder wel om een verschillende reden.