De Boodschappen doen uit de bekering
Dit is een verhaal uit mijn roman, met de voorlopige titel, De Bekering.
De ouders van Loes hebben, aan de westelijke rand van de Morvan, een huis in Frankrijk gekocht. De toen achttienjarige Loes verhuist niet mee naar Frankrijk. Zij blijft in het Amsterdamse appartement van haar ouders wonen. Haar ouders hebben een oude schuur bij het huis omgebouwd tot een luxe vakantiehuis, die ze verhuren. In de winter verblijven ze, af en toe, een paar weken in Amsterdam. Loes verblijft tijdens de schoolvakantie in Frankrijk. Wanneer haar opleiding op de hotelschool is afgelopen solliciteert ze bij de broers, Max, Jim, Jack en hun vrouwen.
Vanaf het eerste moment dat ze elkaar ontmoeten is er een bijzondere connectie tussen Max en Loes. Max noemt haar, liefkozend, de mooiste vuurtoren ter wereld, waardoor hij een speciaal plekje in haar vrolijke en eigenwijze geest heeft, om van de erotische aantrekkingskracht nog maar te zwijgen. De reden voor deze bijnaam komt door haar uiterlijk. Ze is knap, 182 centimeter lang, slank bij het spieterige af en heeft, bijna lichtgevend, rood haar.
Wanneer Loes tweeëntwintig jaar is komen haar ouders om bij een verkeersongeval. Even denkt Loes erover om alles te verkopen tot Bella en Max haar een andere mogelijkheid aanbieden. Kom in de winter bij ons op kantoor werken en in de zomer verhuur je de gite. In het voor en naseizoen kunnen daar onze speciale klanten verblijven. Amy regelt dat voor je.
Na een korte aarzeling ziet Loes de voordelen, waaronder het in stand houden van de erfenis van haar ouders. De knuffel die Loes uitdeelt over het idee van Max en Bella is veel intenser dan een gewone bedank knuffel. Het brengt hun relatie op een ander niveau die de volgende zomer nog véél verder groeit. Die zomer gaan Bella en Max naar hun zomerverblijf. Op de reis daarnaartoe verblijven ze eerst een week bij Loes in haar gite.
De gite van Loes ligt buiten een dorp. De omheinde en enorme tuin biedt alle gelegenheid tot naakt recreëren, waarvan Bella en Max ruimschoots gebruik van gaan maken. Onder een enorme eikenboom staat een tafel met aan de ene kant een bank en aan de andere kant stoelen.
Bij de aankomst in de gite zijn ze door Loes verwelkomd. De kus die Max krijgt is intenser en duidelijk langer dan een gewone welkom kus. Bella ziet het en denkt, dit kan een leuk weekje worden. Loes heeft een diner voor ze gekookt. Ze bespreken daarbij de laatste nieuwtjes. Loes beloofd om de volgende morgen brood voor het ontbijt te brengen. Tijdens het bezorgen hiervan nodigt Bella Loes uit voor een kopje koffie. “Geef een seintje wanneer je komt dan trekken we wat aan, want we gaan na het eten in onze blootje zonnen.”
“Dat is niet nodig. Ik ben niet verlegen uitgevallen.”
Tijdens het teruglopen, begint Loes aan de woorden van Bella over het bloot zonnen te denken. De gedachte Bella en Max naakt te zien windt haar op. Ze begint te fantaseren over wat er zou kúnnen gebeuren. Om daar naakt naar toe te gaan is wel erg, kijk mij eens bloot en geil zijn, ik maak er een geintje van denkt ze.
Na enig nadenken over welke grap ze zou kunnen uithalen schiet de doos met kleren, uit de jaren 20, die ze op zolder heeft zien staan, in haar gedachten. Om de zwarte jurk zit een gehaakt kleedje die als een klein schortje op buikhoogte van de draagster hangt. Een gehaakte tiara houdt het hoofdhaar op zijn plaats. Ze gaat naar de zolder om de doos te pakken. Na enig pulken heeft ze het schortje los van de jurk gehaald. Ze kleed zich helemaal uit en voor de spiegel spant ze het schortje voor haar buik. Het bedekt, net aan, haar vagina. De tiara verlengt ze met een touwtje zodat hij over haar borsten past. Ze staat weer voor de spiegel en heeft moeite om niet in lachen uit te barsten. Top, tietjes en vagina bijna zichtbaar, constateert ze.
Loes loopt, uit het zicht achter de grote eik, met een zelfgebakken appeltaart naar Bella en Max. Wanneer ze vlakbij ze is komt ze tevoorschijn en roept: ”Mevrouw en meneer uw appeltaart.”
Bella en Max zien haar. Wat er volgt is een feest van lachen, kijken naar elkaar en weer lachen. Met veel moeite heeft Loes de appeltaart, in zijn geheel, op de tafel gekregen. Slap van het lachen is ze op de bank bij de tafel gaan zitten. Bij alle drie rollen de tranen, over hun wangen.
Bella is de eerste die weer iets kan zeggen.
“Je bent behoorlijk ‘overdressed’ Loes.”
“Sorry, ik wil Max niet verlegen maken.”
“Daar heb je een punt.”
“Ik doe mijn ogen wel dicht,” oppert Max
“Dan zal ik mij gepast gaan kleden.”
In tien tellen is ze naakt.
“Je mag je ogen opendoen Max.”
Tijdens het nuttigen van de verwennerijen bekijken ze elkaar bewonderend, zonder valse schaamte.
“Jij hebt helemaal geen haar op je vagina Bella, dat wil ik ook.”
“Jij hebt schattige roze haartjes, dat is ook heel sexy.”
Door deze opmerking van Max is de opwinding en het verlangen naar bevrediging van Loes nog veel sterker.
“Dank je voor het compliment Max, maar ik wil ze er toch vanaf.”
“Max doet het bij mij, als je dat wil kan hij het ook bij jou doen,” biedt Bella aan.
“Prima.”
Max dirigeert Loes voor zich op de tafel. Ze plaatst haar voeten naast hem op de bank. Zo heeft hij een vrij uitzicht op haar vagina. Hij geeft haar een compliment, wat ze waardeert.
“Je hebt een prachtige perzik met fijne haartjes erop, zie ik.”
Met de uiterste voorzichtigheid en veel plezier scheert Max de schaamstreek van Loes. Ze kijkt toe hoe deze grote man haar met zoveel toewijding behandelt. Haar opwinding wordt hier bijna ondragelijk van. Max ziet het aan haar gezwollen lippen en de glinsterende nectar. Bella ziet het ook en besluit dat het tijd is voor een bevrediging. Na het scheren vraagt ze: ”Wil je de hele behandeling Loes? ”
“Natúúrlijk! Wat is dat?”
“Max verzacht na het scheren mijn vagina altijd met zijn speeksel.”
Een siddering gaat door het lichaam van Loes.
“Ik wil alles.”
Max begint haar onderbuik te likken voor hij naar haar vagina gaat. Het lachen wat ze hebben gedaan tijdens het scheren is overgegaan in serieus genieten. Loes probeert nog even te doen of het gewoon bij het scheren hoort. Dit stopt als ze zijn tong teder over haar lippen voelt gaan.
“O, wat goddelijk lekker. Niet stoppen, nooit stoppen.” weet ze met moeite uit te brengen.
Max gaat nu helemaal los en binnen een minuut krijgt Loes het orgasme van haar leven.
“Dat was onvoorstelbaar lekker Max, bedankt.”
“Jij bedankt voor je heerlijke nectar.”
Ze drinken hun tweede kop koffie. Loes raakt door de geachte aan wat ze met de penis van Max wil doen weer opgewonden.
“Max, waarom ben jij niet geschoren?”
Bella valt haar direct bij.
“Ja Max, het is tijd dat wij dat gaan doen.”
Loes merkt op: ” De drie b’s billen, ballen en buik.”
Ook bij Max is er veel gelachen tijdens het scheren.
“Zo lijkt hij nog veel groter. Ik ben er een beetje bang van.”
“Geen zorgen Loes hij zal je niet bijten.”
“Jij hebt makkelijk praten Bella, jij bent aan dat monster gewend.”
“Ik zal toch proberen om mijn speeksel behandeling uit te voeren.”
Haar speeksel mengt zich met de sappen van Max.
“Je bent een engel Loes.”
Hierna verwennen Max en Loes, Bella. Na het uithijgen zegt Bella: “Zo de kop is eraf. Het orale is zalig maar straks wil ik stevig op zijn hondjes geneukt worden.”
“En paardjerijden op een stoel, op zijn rug liggend, ouderwets, staand en nog veel meer,” valt Loes Bella bij.
“Moet dat allemaal vandaag Loes,” vraagt Max spottend.
“Kan je dat niet. Watje!”
Twee dagen later is de seksuele orkaan verandert in een verkoelend briesje op een bloedhete dag. Max is begonnen met een nieuwe hobby, verhalen schrijven. Het verhaal dat hij op de eerste dag van deze week heeft afgerond wil hij laten beoordelen. Over zijn volgende verhaal heeft hij een idee, maar een begin kan hij niet vinden.
“Loes, ik heb een verhaal geschreven, wil je het samen met Bella horen?”
“Ja Loes, wil jij ook zijn verhaal horen. Ben ik niet de enige die moet afzien.”
“Laat Bella maar zeuren. Daar komt hij dan, het heet.”
“Wat is dat nu weer voor woord Max, zoiets noem je een titel.”
“Jezus, nog aan toe Loes, houd ik dit.”
“Dat is toch je bedoeling?”
“Daar heb je gelijk in. De titel is: ‘Boodschappen doen, een verhaal met een knipoog.’
Wat nou!”
“Niks.”
“Ik zie het aan je gezicht dat er iets is Loes.”
“Verhalen hebben geen ogen, laat stáán knipogen.”
“Snap je wat de titel wil zeggen?”
“Natúúrlijk.”
“Nou dan, taal is bedoeld voor communicatie en letterneukers moeten daar niet over zeuren.”
“Ik wist niet dat je kwaad werd.”
“Ik ben niet boos, maar wel héél erg diep gekwetst.”
“Kunnen jullie stoppen met dat jennen, zo kom ik er nooit vanaf.”
“Ik zal dat later aanpassen.”
De laatste 50.000 jaar is er op sommige gebieden, nauwelijks iets veranderd in de verhoudingen tussen vrouwen en mannen. Een voorbeeld daarvan is het boodschappen doen. Om dit te kunnen aantonen moet ik eerst de soorten boodschappen specificeren.
Een, de boodschappen om het boodschappen doen.
Na een halve dag winkels in en uit lope0n, kom je met niets thuis.
Twee, de nuttige boodschappen.
Etenswaren.
Kleding en schoeisel.
Was en reinigingsmiddelen.
Drie, technische boodschappen.
Computer
Gereedschap
Vier, kapitale boodschappen.
Bankstel
Bed
Eethoek
Auto
Categorie een is typisch voor vrouwen. Nummer drie is voor mannen.
In de overige zitten raakvlakken voor beide seksen. Voorbeeld voor nummer twee is chocolade en bier.
Vrouwen hebben een hekel aan de mannenboodschappen, maar ze gaan toch altijd mee. Dat heeft een héél speciale reden. Ze doen dit om hun man te kunnen chanteren met hún boodschappen doen.
Voorbeeld: zaterdag, eindelijk een vrije dag.
“Ga je mee de stad in Klaas?”
“Waarom?”
“Even winkelen.”
“Wat wil je kopen?”
“Niets, zomaar.”
“Waarom wil je dan de stad in?”
“Wat heb ik nou verdomme gezegd.”
“Ik snap het niet, waarom moet je nou gaan winkelen als je toch niets wil kopen.”
“Voel jij je aangesproken Bella?”
“Echt niet.”
“Leugenaars. Mag ik weer?”
“Phoe, ga je gang.”
Ze weet nu dat ze verloren heeft. Dit is het moment om een van haar wapens in stelling te brengen. Ze is hier erg zuinig op, maar nu móét het, want ze weet dat hij in een dwarse bui is.”
“Kijk, nou komen we ergens, meneer is in een dwarse bui, dat herken ik dan weer wel héél goed.”
“Het is geen serieus verhaal.”
“Dat vind jij.”
“Dat vind ik, ja. Daar gaan we weer.”
“Ik ben vorige week nog met je naar die kutcomputer wezen kijken. Heb ik toen gezeurd tegen je?”
“Dat niet, maar het doorlopend op je horloge kijken, was wel een hint.”
Ze begint nu verongelijkt te kijken en hij weet dat hij verloren is.
“Oké dan, maar niet te lang.”
“Je bent een engel.”
Ze haalt opgelucht adem, ze hoeft haar andere wapens niet te gebruiken. Deze wapens zijn, dan gaan we na het boodschappen doen wat lekkers eten en ik wil ook nog even langs die lingeriewinkel.
U begrijpt wel wat ze daarmee bedoelt, neem ik aan.
Tot zover de uitleg over de verschillende soorten boodschappen en hoe de beide seksen hiermee omgaan. Hoe lang dit verschil tussen de seksen al bestaat, ga ik u nu vertellen.
Tijdstip:
50.000 jaar vóór de geboorte van Jezus. Die overigens een superhekel had aan boodschappen doen. Hoe ik dat weet? Even uw geheugen opfrissen.
In de tempel zaten allemaal kooplui weet u nog? Jezus gooide alle kramen omver en riep: “Dit is een huis van god en geen winkelcentrum.”
“Dat ga jij toch niet doen hoop ik.”
“Ben ik Jezus dan?”
“Soms doe je wel alsof.”
“Dank je Loes.”
Plaats: Een grot ergens in Frankrijk.
Meespelende: Jim, Max, Jack
Beroep, man en jager
Amy, Demi, Bella
Beroep, vrouw en verzamelaarster
Tijd van het jaar: Herfst.
“Die namen moet je aanpassen, want ik wil niet dat je mijn familie en vrienden door het slijk haalt.”
“Dat doe ik.
Na een barre tocht vinden onze hoofdrolspelers een grot die aan hun eisen voldoet. Omdat ze zelf geen vuur kunnen maken hebben ze een zorgvuldig ingepakt stuk gloeiend hout en een tondel meegenomen. Hiermee steken ze een vuur aan, dat ze niet veel verwarmt, omdat er een gure wind de grot in blaast. Onder een deken van dennentakken brengen ze de nacht door.”
“Dennentakken! Die pJimken als de hel.”
“Varens dan.”
“Veel beter.”
“De volgende morgen zitten Amy, Demi en Bella huiverend in hun berenvel bij elkaar. De mannen hebben het ook koud, maar dat laten ze niet blijken.
‘Wat een rotweer,’ moppert Bella.
‘Zullen we dingen gaan zoeken’ stelt Amy voor aan Demi en Bella.
‘Goed idee,’ beaamt Bella, ‘met die kerels hier valt toch niets te beleven.’
‘Zeg dat wel. Jagen, jagen, jagen is het enige waar ze aan denken.’
‘Moet je ze zien, ze zijn de rotstekeningen van de vorige bewoners aan het bestuderen,’ schimpt Amy.
De mannen kijken opeens héél geïnteresseerd naar de muur ze weten dat die dingen zoeken de hele dag gaat duren en dat ze eigenlijk mee moeten.
‘Gaan jullie nog jagen vandaag?’ vraagt Demi uitdagend, want ze weet dat er nog genoeg vlees is, dus de mannen kunnen mee dingen zoeken.
‘Vandaag niet, we hebben nog genoeg lesjes. We moeten wel de dieren nog bestuderen voor de volgende jacht, voegt hij er razendsnel aan toe. Anders waren we wel meegegaan.’
Demi, Bella en Amy kijken elkaar aan.
‘Stelletje eikels,’ stelt Bella vast, ‘kom meiden we gaan. Kusje mannen, tot straks’
“Héél herkenbaar.”
“Een beetje zelfspot mag er wel in, dacht ik.
‘Phoe. Dat scheelde niet veel.’
‘Daar hebben we vandaag geen last meer van.’
Jack wijst naar een tekening op de rotswand.
‘Dit model dier lijkt me wel wat.’
‘Afgesproken, daar gaan we morgen op jagen.’
Bij het naar buiten gaan voelen de meiden hoeveel wind er echt staat. Eigenlijk willen alle drie weer teruggaan de grot in, maar dat zou prestigeverlies zijn.
‘Waar gaan we eerst heen Amy?’
‘Naar het veld met de drie eiken dat we gisteren gezien hebben.’
Met hun mand in hun ene en een graafstok in de andere hand gaan ze op pad.
Max is een moderne man. Hij begrijpt zijn vrouw een beetje, denkt hij. Daarom stelt hij voor om de grot comfortabeler te maken. Met stapels stenen, takken en dierenhuiden, maken ze de grot windicht. Op de vloer verspreiden ze dood gras en andere planten. Max bekijkt hun werk tevreden: ‘Dat zullen de meiden wel lekker vinden.’
“Nu gaat hij nog kapsones krijgen ook, Loes.”
“Laat hem in die waan.”
“Het is maar een verhaaltje, zeurpieten.
‘He kijk, een slangenvel. Altijd handig.’
‘Waarvoor?’ vraagt Demi aarzelend aan Amy.
‘Eeeeh, je kunt hem om de pookstok doen.’
‘Wat slim van je, ik wil er ook een.’
‘Dan zoeken we er ook een voor jou.’
De hele dag zijn ze bezig en ze vinden ook een slangenvel voor Demi. Bella vindt tijdens het zoeken ook een bijzondere steen.
‘Moet je kijken, ik heb een glinstersteen gevonden.’
De steen is een stuk Pyriet, maar dat weten ze natuurlijk niet.
Opgewonden en een beetje jaloers bekijken de andere vrouwen de steen.
‘Weet je wat, thuis splijten we hem in drieën dan hebben we allemaal een stuk.’
Met een mandje zwarte bessen, slangenvellen en hun steen komen ze bij de grot aan, waar de mannen liggen te snurken.
‘Meiden kijk nou, ze hebben de grot dicht gemaakt, wat geweldig. Dat is vast een idee van Max.’
Voor de tweede keer die dag, zijn Amy en Demi jaloers op Bella.
“Krijg ik toch nog een veer in mijn kont gestoken.”
“Lief hé.”
‘Ze stappen de grot binnen waar het hooi en de andere planten heerlijk aan hun voeten voelt.
Bella is zo zeker van haar zaak dat ze tegen Max zegt: ‘O, Max wat een geweldig idee.’
‘We hebben het met zijn drieën gedaan,’ sust Max een opkomende ruzie.
Met de opmerking: ‘Moet je kijken wat we gevonden hebben,’ doet Amy een desperate poging om Jim iets leuks tegen haar te laten zeggen.
‘Een slangenvel, wat moet je dáár nou mee,’ moppert Jim.
‘Nou, om de pookstok doen.’
‘Je gebruikt dat ding één keer en dan slingert hij in een hoek van de grot.’
Ze weet dat hij gelijk heeft, maar dat kan haar niets schelen.
“Moet ik die kutcomputer van je in de put gooien.”
“Sst, Bella, het is juist spannend.”
‘Hoe vind je mijn glinstersteen Max?’
‘Héél mooi Bella.’
‘Waar is het voor, vraagt hij voorzichtig?’
‘Nergens voor, hij is gewoon mooi.’
‘Dat is leuk.’
Een waarschuwende blik van Max zorgt ervoor dat Jim en Jack niet in lachen uit hun berenvel barsten.
‘En hebben jullie al uitgezocht waar jullie morgen gaan jagen’ informeert Bella.
‘Bij de rivier op dit dier.’
‘Lijkt me lekker.’
Die avond is Max uitgebreid beloond door Bella vanwege zijn belangstelling voor haar steen en het dichtmaken van de grot. Jack en Jim zijn een beetje jaloers op hun moderne vriend. In de nacht voltrekt zich een drama in de grot, het vuur gaat uit.
De volgende morgen breekt er een goed georganiseerde en gecontroleerde paniek uit. Tegenwoordig heet dit crisismanagement. De hoeveelheid voedsel is gerantsoeneerd omdat ze niet weten hoe lang het gaat duren voor ze weer vuur hebben gevonden. Bella pakt uit verveling en frustratie haar mooie steen en een stuk steen uit de grot om hem in drieën te splijten. Met een krachtige klap raken de twee stenen elkaar. Het effect is letterlijk wereldschokkend, er spatten grote vonken uit de glinstersteen. Een van die vonken laat een stukje hooi even gloeien. Verbaasd kijken ze ernaar. Amy roept uit: ‘Jezus, Maria en Josef!’
Door deze kreet is aangetoond dat vrouwen uit een parallel universum komen. Max pakt een stuk tondel en vraagt aan Bella om het daar bovenop weer te doen. Het tondel staat na drie keer proberen in brand. Van vreugde dansen ze om het vuur heen, wat een rage over de hele wereld wordt.
De volgende morgen pakken Max, Jim en Jack hun jachtspullen en gaan op pad. Zonder aarzelen lopen ze naar de rivier en bekijken het wild waar ze op willen jagen.
‘Dat is een goed exemplaar,’ wijst Jim naar een zwarte Moeflon.
‘Nee, die bruine is mooier en hij heeft ook grotere hoorns.’
Ze kibbelden een tijdje en de keus valt op een lichtbruine Moeflon met grote hoorns en héle brede voeten. Ze doden de Moeflon en gaan rechtstreeks huiswaarts.
“Is dat een metafoor voor mannen die na hun werk rechtstreeks naar huis gaan?”
“Yep.”
De vrouwen zijn die morgen op pad gegaan om een trouwcadeau uit te zoeken voor Laila van de naburige stam. Ze lopen in de rivierbedding op zoek naar een maalsteen en een holle steen om in te malen. Dat cadeau hebben ze uit de stapel bladeren gehaald die de symbolen zijn voor de dingen die Laila vraagt.
‘Moet je kijken’ roept Amy enthousiast, ‘wat een mooie.’
‘Hij is wel mooi, maar we gaan ook nog even bij de andere rivieren kijken,’ beslist Bella.
Amy schaamt zich een beetje voor haar enthousiasme bij de eerste de beste steen die ze ziet.
‘Natuurlijk gaan we verder kijken,’ verontschuldigt ze zich.
Na vier rivieren afgezocht te hebben komen ze tot de conclusie dat de eerste steen die Amy gezien heeft toch de mooiste is.
‘We hebben ons best gedaan,’ concludeert Demi, ‘kom op naar de eerste die Amy heeft gezien.’
Volkomen gelukkig lopen ze met hun verzameling terug naar de grot. Even later arriveren de mannen met hun Moeflon. Het is een gezellige schranspartij.
Wat vinden jullie ervan?”
“Ik zou het niet door de familie laten lezen.”
“Zij zien de flauwekul er wel van in.”
“Ik help je het hopen.”
“Max, ik vind het wél grappig.”
“Dank je Loes, je bent een engel.”