De verschrikkingen in Heist-op-den-Berg deel 3 van 3
In een café in Heist zijn we bijzonder prettig geholpen en hebben we heerlijk gegeten. Voldaan en zeer content over onze zuiderburen reden we naar Harry die zei: “Over een uurtje kunnen jullie laden.”
We stonden te wachten op het parkeerterrein. Nu ga ik iets moeilijks aan u vragen.
Stelt u zich voor, het parkeerterrein ligt op een helling. Boven aan de heling begint een laadperron langs de fabriek. Daar kon je zo vanaf het parkeerterrein het perron oprijden met een steekwagentje. Aan het eind van het lager gelegen parkeerterrein, moet je een trap nemen om op het laadperron te komen.
Zoals u ziet is bricoleren niet mijn beste kant.
Er kwam een auto aanrijden en die reed naar het einde van de parkeerplaats bij de trap. Er stapt een man uit en die begint dozen uit zijn auto te laden op een steekwagen. Wij kijken elkaar aan en Ellie zegt: “Waarom gaat hij niet naar het begin van het laadperron, nu moet hij de helling op teruglopen.”
“Hier zijn duistere krachten bezig,” zei ik.
De steekwagen was vol en de man liep niet naar het begin van het perron om naar binnen te rijden maar naar de trap. Een voor een droeg hij de dozen de trap op en plaatste ze op het laadperron. Hij droeg het karretje ook de trap op en begon de dozen weer op te laden. Hij reed naar binnen en even later herhaalde het tafereel zich. Wij begonnen om ons heen te kijken of we misschien in Candid Camera zaten.
De man was weg en wij konden laden. We reden onze auto naar het begin van het laadperron om de platen te gaan laden.
“Zullen we dan maar,” zei ik monter tegen Harry.
“Ik weet niet hoeveel dat er zijn,” mompelde Harry.
“Ik heb het vanmiddag goddomme zes keer gevraagd of ze er al lagen.”
“De pers was stuk gegaan.”
“Ze zouden er al liggen dat heeft niets met de pers te maken.”
De rest van het gesprek zal ik u besparen.
Uiteindelijk zei Harry: “Misschien valt het mee, we gaan ze tellen.”
Het magazijn bestond uit een lange gang met aan iedere kant een rij rekken waar de platen op stonden. Het pad waar we in stonden te tellen was minder dan een meter breed. Volkomen murw en moedeloos begonnen we, met zijn zessen, te tellen.
We verdeelden ons in drie tweetallen. We waren net begonnen toen er iemand met een plat karretje met dozen, dat precies door het gangetje paste, aan kwam lopen. Snel gingen mijn vrouw en ik tussen twee stellingen staan om hem door te laten. De rest bleef staan. De man was aangekomen bij het eerste stel tellers. Het karretje werd uitgeladen en de twee tellers klommen, met veel moeite, over het karretje heen. Volkomen verbijsterd bleven we kijken wat er nu zou komen. De dozen werden weer op de kar geladen en de man reed door naar het tweede stel tellers. Dozen afladen, klimpartij, dozen laden en hij kwam onze kant op. Wij doken tussen twee stellingen en de man kon zo doorlopen.
“Ellie, moet jij ook denken aan een film van de Dikke en de Dunne.”
Ellie glimlachte naar mij om me te kalmeren en zei: “En jij dacht dat die vent van die auto dom was.”
“Heb jij maandagavond wat te doen?” vroeg ik aan haar, omdat wij het juiste aantal niet zullen halen.
Met 1200 platen te weinig en twee trauma’s te veel zijn we naar huis gereden.
Het avontuur heeft mij wel een leuk souvenir opgeleverd. Er staat made in Holland op, maar ik weet beter.