Mijn onweer deel 2

Mijn onweer deel 2

Tot dan toe was mijn moeder bij onweer een betonnen schuilplaats, tot er een onweer, waar de Alkmaarse kermis berucht om was, uitbrak. Mijn vader had een melkwijk en mijn moeder deed de winkel. Mijn oudste broer en ik deden, in de schoolvakanties, de middagroute waardoor mijn vader in Stompetoren, bij de melkfabriek, kon werken.  We waren bezig de bakfiets voor de middagroute te laden. In de verte klonk het bekende geluid van een naderend onweer. Nu stonden we voor een dilemma: gaan of afwachten. Door de hoeveelheid donder wist mijn vader dat het een grote bui was. Hij besloot dat we het zouden afwachten. We haalden de producten die niet tegen water bestand waren uit de bakfiets. Mijn moeder begon nerveus te worden. Ze haalde een buxustakje en een fles wijwater tevoorschijn. Zodra het onweer dichterbij kwam, begon ze het huis en ons te besprenkelen met het in wijwater gedoopte takje. Dit maakte ons doodsbang. Het onweer benaderde de keukenkant van het huis. De kinderen moesten op de grond gaan zitten. Door het enkele glas deed het geluid van de onweer pijn aan mijn oren. Dit heb ik nu nog bij onweer en dat zal wel psychisch zijn. Na een half uur verschoof de bui naar de keuken kant van het huis. Tussen twee flitsen verhuisden we naar de woonkamer waar we onder tafel moesten gaan zitten. Mijn moeder liep wijwater spetterend door het huis. Er waren momenten dat ik dacht dat de ruiten zouden springen door de donderslagen. De regen maakte tussen de klappen, ook een oorverdovend lawaai. Na meer dan een uur verdween langzaam de bui. We gingen naar buiten en zagen dat de straten blank stonden. Buren riepen: “Kijk, er zwemmen kikkers in de straat.”
Iemand anders kwam uit de stad en zei: ”Op de kermis dreven de zuurstokken door de straat.”

Op zeven plaatsen was de bliksem ingeslagen, waaronder de meelfabriek langs het Noord-Hollands kanaal. De meest dramatische was het instorten van een slaapkamerplafond waar een baby sliep. Gelukkig was het kind ongedeerd. Het meest indrukwekkende van de bui was, dat ik mijn moeder doodsbang heb gezien. Later vertelde ze waarom. Ze woonde als kind op het platteland. Op een dag was ze alleen thuis tijdens een onweer. Ze keek uit het raam en zag de boerderij aan beide kanten van haar huis in brand stonden. Twee schoonzusters van mijn moeder werkten in de huishouding bij een welgestelde familie in Borculo. Tijdens een windhoos of tornado stonden zij als een schild voor de kinderen van de familie.
Toen snapte ik de angst van mijn moeder.

Wil je de eerste van je vrienden zijn die dit deelt?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *