Mijn onweer laatste deel

Mijn onweer laatste deel

Vrijdagavond 23 juni 2006 vertrokken we om acht uur ’s avonds naar onze vakantiebestemming Lavoine, een gehucht in de Auverne Frankrijk. ‘s Morgens had ik alles in de auto geladen en ‘s middags ben ik een paar uur gaan slapen. We reden door de invallende nacht, over een eindeloze saaie snelweg tot we om een uur of een ‘s nachts in de buurt van Troyes kwamen. Hier moeten we van de snelweg af en moeten we ongeveer 160 kilometer route nationaal nemen. We reden, in onze privé-tunnel van licht, door volkomen verlaten dorpjes en eindeloze velden met graan en gras.

Om kwart voor acht arriveerden we bij de supermarche in Vichy om boodschappen te doen. De winkel ging pas om acht uur open en we sloten aan bij een lange rij mensen die wachten om naar binnen te gaan. We deden onze boodschappen en in de routeplanner werd het laatste deel van de reis geprogrammeerd. Onderweg hebben we bij een mooi meertje, in volkomen stilte, ons ontbijt genuttigd.

Om twaalf uur reden we ons dorp binnen. Na enig zoeken vonden we ons huisje.
“Er is helemaal geen leven te zien,” concludeerde Ellie.
“Ik ga bellen, misschien kunnen we er eerder in.”
We mochten er direct in, de sleutels zaten aan de binnenkant van de deur. Na het uitladen van de auto dronken we wat en gingen de bedden testen. Binnen een paar minuten vielen we een paar uur in slaap.

Zoals we vaker doen, gourmetten we de eerste dag om de vakantie feestelijk te beginnen. Ellie deed de voorbereidingen voor het eten en ik dekte de tafel en vulde de brandertjes van het gourmetstel. De zon was verdwenen door een dreigend wolkendek.
“Het zou wel eens kunnen gaan onweren,” merkte Ellie op.

De wijn en de gourmet smaakte heerlijk. Inderdaad begon het in de verte vriendelijk te rommelen. Wij aten door. Het vriendelijke rommelen werd een iets minder vriendelijk rommelen. Ellie pakte een paar kaarsen, omdat we door ervaringen uit het verleden verwachten dat de stroom uit kon vallen. Tot onze verbazing gebeurde dat niet tot er drie gebeurtenissen, die met een voor mensen onwaarneembaar tijdsverschil plaats vonden, een alles verblindende flits, een gigantische niet alleen hoorbare, maar ook voelbare dreun en het licht ging uit. We zaten, verstijfd van de schrik, in het spookachtige schijnsel van de spiritusbranders aan tafel. We wachten even met kaarsen aandoen, in de hoop dat het licht weer aan zou gaan. Dit gebeurde niet. We keken door de ramen naar buiten en zagen overal licht branden, het was dus alleen bij ons. Voorzichtig begonnen we het huisje op eventuele brand of andere schade te onderzoeken, Ellie beneden, ik boven. Omdat de aardlekschakelaar buiten in een kastje zat wachtte ik even om te proberen of dat de oorzaak van de plotselinge duisternis was. Na de volgende flits rende ik naar buiten en duwde de aardlekschakelaar weer in. Het licht ging weer aan. We aten af terwijl het onweer verdween.

De volgende dag begon ik, lopend, het dorp te verkennen. Na dertig meter zag ik een installatie die mij, onmiddellijk, voor de rest van de vakantie zou fascineren. Uitleg krijgt u niet, u wordt uitgedaagd zelf uit te vogelen hoe hij werkt. Lukt het niet, stuur dan een berichtje en ik zal u uit uw overpeinzingen bevrijden.

Wil je de eerste van je vrienden zijn die dit deelt?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *