De kinderwens

De kinderwens

“Hallo Crissy, wil jij even op mijn engeltje passen, ik moet wat aan mijn vader vragen?”
“Natúúrlijk Nina.”

Met een soepel gebaar zet Nina de Maxi Cosy, met de baby erin, op het bureau. Nina kijkt even naar de jonge vrouw en denkt, het zal mij benieuwen of zij ooit aan kinderen begint. Crissy is direct betoverd door de kleine schoonheid. Ze stoot volkomen idiote woordjes en geluiden uit, die door de baby met een lach en wilde bewegingen van de ledematen worden beloond.

Crissy hoort, even later, in de gang twee kibbelende mensen aankomen. Een sympathieke man opent de deur en komt haastig het kantoor binnen, gevolgd door zijn dochter Nina.
“Stop maar met je gezeur pa. De volgende keer neem ik haar wel mee. Ik doe het voor jou. Weet ik veel dat je het niet druk hebt.”
“Sorry kindje, ik zal niet meer zeuren.”
“Jullie gaan toch geen ruzie maken in het bijzijn van dit schatje?”
“Maak je geen zorgen Cris, ik moést de kleine even zien en mijn dochter wil dat beletten.”
“Pa!”

Weer wordt de baby met de meest vreemde geluiden bestookt, die het ook nu prachtig vindt. Vanuit de gang spreekt een man de opa aan.

“Frans ga je mee, we moeten naar de presentatie.”
Met duidelijke tegenzin stapt opa Frans resoluut het kantoor uit.
“Als je mij nog één keer durft te storen terwijl ik bij mijn kleinkind en dochter ben dan…”
De rest horen de twee vrouwen in het kantoor niet meer.
Na een kopje koffie gaat Nina weer weg. Zodra moeder en baby weg zijn begint Crissy, tot haar eigen verbazing, te huilen.
Na de huilbui kijkt ze op de gang of er niemand aanwezig is. Schichtig loopt ze naar de wc om zich op te knappen. Een beetje boos op zichzelf, vanwege de huilbui, gaat ze naar huis, waar de tafel al gedekt staat. Haar partner, ziet dat er iets mis is met Crissy.
“Is er wat?”
“Ik wil een kind.”
“Vraag er een voor Sinterklaas.”
“Bah! Wat zijn we weer bijdehand.”
“Wat moet ik dán zeggen?”
“Wat normale mensen zeggen zoals, hoe kom je dáár nu weer bij of gewoon verbaasd huh zeggen.”
“Huh! Hoe kom je dáár nu weer bij?”
“Weet ik veel! Hormonen, biologische klok, ik wil een jonge oma worden.”
“Dus het is geen grapje?”
“Nee.”

Even is daar een stilte tussen mensen die elkaar meestal begrijpen, maar nu even niet.
“Hoe lang wil je het al?”
“Vanaf vanmiddag.”
“Hoe komt dat?”
“Nina was er met de baby.”
“Aha.”
Weer is het even stil.
“Nu je over kinderen begint. Ik zou het ook wel willen.”
“Wie het eerst zwanger is krijgt de jackpot.”
“Over bijdehand gesproken, Crissy.”
“Sorry, je hebt gelijk. Laten we serieus blijven.”
“Heb je al nagedacht over een vader?”
“Jazeker. Ik wil ook zo’n mooi kindje als Nina.”
“Ik weet niet of haar man daaraan mee wil werken.”
“Dat hoeft ook niet.”
“Nu snap ik je even niet.”
“Ik bedoel de vader van Nina.”
“IJzeren, opa Frans?”
“Die ja.”
“Hoe wil je dát aanpakken? Uit jouw verhalen over hem is er tot nu toe niemand, terwijl ze het wel proberen, gelukt hem te versieren.”
“Ik vraag het hem gewoon.”
“Hé, opa Frans. Zin in een potje rampetampen?”
“Een beetje serieus Amber.”
“Jij begon te lachen.”
“Om jou.”
“Dat is waar. Vanaf nu zal ik ernstig tegen je zijn.”
“Dat kán je niet eens.”
“Als het móet wel. Zullen we ook even gaan eten?”
“Graag. Je hebt je best gedaan, het ruikt heerlijk.”
“Wat zal zijn dochter daarvan vinden?”
“Shit! Daar heb ik niet aan gedacht.”
“Misschien kan zij je wel helpen. Als zij er geen problemen mee heeft kan ze bemiddelen.”
“Wow! Je bent niet alleen serieus, maar ook op dreef.”
“Alles heb ik voor mijn schatje over.”
“Hoe zit het met jou? Jij wilde toch ook een kind?”
“Dat wordt een triootje met opa Frans dus.”

Door het lachen over het trio verslikt Crissy zich in een stukje sperzieboon.
“Sorry, ik kon het niet laten.”
“We moeten een stappenplan maken.”
“Doe jij dat maar, want jij kent ze véél beter dan ik.”
“Jij moet er wel bij zijn.”
“Dat is goed, ik zal zéér ernstig zijn”
“Stap een, we gaan met Nina praten. Vindt zij het een slecht idee, dan gaat alles over. Vindt ze het een goed idee, dan moeten we een manier vinden om Frans zover te krijgen dat hij ons wil bevruchten.”
“Bah! Wat is dat nou voor een vréselijke uitdrukking.”
“Dat was niet serieus.”
“God zij dank.”
“Laten we afspreken dat we hier eerst een maand over gaan nadenken.”
“Dat doen we. Wat heb je voor toetje?”

Geen avond gaat voorbij zonder dat het onderwerp kind ter sprake komt. De kinderwens verdwijnt niet, hij wordt steeds sterker. De maand wachten, halen ze niet. Na drie weken zit, op een zaterdagmiddag, Nina bij hen thuis. Haar man is met de kleine naar zijn ouders. Nina weet dat ze iets belangrijks te bespreken hebben, anders was haar man wél welkom geweest.
“Waarover willen jullie mij spreken?”
“Wij willen graag moeder worden.”
“Wie van jullie moet de kleine dragen?”
“Als het lukt, wij beiden.”
“Jullie pakken het groots aan.”
“Ieder een tweeling, dát zou leuk zijn.”
“Amber, wat zouden we doen?”
“Ernstig zijn.”
“Wat heb ik daar mee te maken?” wil Nina weten.
“Het betreft de vader.”
“Wat is daarmee?”
“We willen je vader vragen.”
“Mijn vader! Hoe krijgen jullie dát nou in je hoofd?”
“We willen net zo’n leuk kindje als jij en ik denk dat er geen betere opa, of in ons geval vader, op de wereld rondloopt.”
“Dat laatste heb je gelijk in, hij is stápelgek op die kleine. Hij gaat over een maand met pensioen, dan heeft hij in ieder geval wat te doen.”
“Wát. Gaat hij met pensioen, dat weet ik helemaal niet.”
“Het is nog een geheim. Omdat er een nieuwe directeur komt die hij helemaal niet ziet zitten, gaat hij eerder met pensioen. Jij bent de enige die het nu weet op kantoor.”

Nina voelt tijdens het gesprek jaloezie opkomen, een oude kwaal van haar. Ze kan niet zo snel overzien wat het betekent voor haar en haar kind als haar vader doet wat de vrouwen willen. Ze besluit, ook in verband met haar jaloezie, voorzichtig te zijn.
“Jullie overvallen mij wel met dit zwangerschapsidee.”
“Daar heb je gelijk in. We praten er niet meer over. Jij denkt er rustig over na. Volgende week komen we weer bij elkaar om verder te overleggen.”
“Prima voorstel. Zullen we nu in de stad een cappuccino met een saucijzenbroodje gaan halen?”
Het gesprek gaat over borstvoeding, slapeloze nachten, poepluiers, en niet meer over het vaderschap.

Door Crissy en Amber worden die week op Internet alle bevruchtingstechnieken manieren uitgezocht. Uiteindelijk blijft er één over om mee te beginnen, de natuurlijke.

Eindelijk is het vrijdag. Bloednerveus zitten Crissy en Amber op Nina te wachten.
“Na zorgvuldige overwegingen denk ik dat het een goed idee is. Mijn vader is geen man om stil te zitten of een oubollige hobby te hebben, het belangrijkste is, dat hij gek op kinderen is en ze veel liefde kan geven. Vertel mij hoe jullie het willen doen.”
“Op de natuurlijke weg.”
“En dat is?”
“Je weet wel, in bed en zo.”
“Jullie zijn toch lesbies?”
“We kunnen evengoed met een man vrijen.”
“Natúúrlijk, wat dom van mij.”

Crissy heeft af en toe wat verteld over het leven van Frans. Amber vindt dat veel te weinig. Nu heeft ze de kans om meer over Frans te weten te komen.
“Waarom is je vader nooit hertrouwd?”
“Een keer belazerd worden vindt hij genoeg. Ik vind het onzin, hij vindt dat nu eenmaal. Jullie maken wel een kans denk ik, want het gaat bij jullie niet om samenwonen of claimgedrag.”
“Wat is de beste manier om het te vragen?”
“Daar heb ik over nagedacht. Creëer de beste omstandigheden om het te vragen.”
“En die zijn?”
“Een weekend, naar zijn favoriete plaats, Brugge. Laat hem een hotel, restaurant en wijn uitzoeken, dan heb je de tijd van je leven.”
“Dat klinkt zéér aantrekkelijk.”
“Om jullie te helpen zal ik een verhaaltje ophangen waar hij geen nee tegen kan zeggen. Hij heeft wel een grote mond af en toe, toch kan ik hem de baas. De rest moeten jullie zelf doen.”
“Wat geweldig van je. Daar moeten we even op knuffelen.”
“Hé, hé, afstand houden, ik vertrouw jullie voor geen cent.”

Met een rood hoofd van kwaadheid moppert Frans: “Met die twee potten naar Brugge, ben je gek geworden of zo.”
Hiermee start hij zijn verweer tegen het voorstel van Nina.
Met de woorden: “Nou ja, één troost, zij willen in ieder geval niets van me,” eindigt het.

Crissy zit achter het stuur met Amber naast zich. Frans ligt op de achterbank te snurken, zodra ze hun woonplaats uit zijn. Vlak voor Brugge maakten ze hem wakker.
“Oeps, ik ben zeker even ingedut.”
“Dat kan je wel zeggen ja. Langs de route naar Brugge staat geen boom meer overeind.”

Het eten en de wijn zijn voortreffelijk. Nina heeft niet overdreven over zijn kennis hiervan, denkt Crissy. In het hotel nodigen ze Frans uit om op hun kamer om nog even na te praten en iets te drinken. Over het doel van de trip is tijdens de hele avond enige achterdocht aanwezig bij Rik. Die smeulende achterdocht is nu door de wijn verdoofd. Zonder aarzelen gaat hij op hun uitnodiging in.
“Frans, we willen je om een gunst vragen?”
Over de smeulende achterdocht wordt een liter wasbenzine gegooid.
“Zeg het maar.”
“Zou je nog een keer vader willen worden?”
“Dat zou een wonder zijn, want ik heb mij twintig jaar geleden laten steriliseren.”

Wil je de eerste van je vrienden zijn die dit deelt?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *