Wat nou toekomst

Wat nou toekomst

Nu de polen sneller smelten dan Max Verstappen kan racen, wordt het tijd om naar mijn toekomst te kijken. Het duurt niet lang voor ik tot de conclusie kom, er is geen toekomst, althans niet in zijn huidige vorm. Zoals iedereen weet is geld niets meer dan een ruilmiddel, op zichzelf heeft het geen enkele waarde voor de mensheid. Hypothetisch voorbeeld, je loopt in de woestijn. Je hebt nog een liter water nodig om hieruit te komen. Je komt een marktkraam tegen. Bij de kraam mag je kiezen uit twee dingen, een fles met een liter water of een miljoen euro.

In eerste instantie schrik ik van deze constatering, daarna komt er een heerlijke rust in mijn hoofd. Omdat ik een van de weinigen ben die dit ziet aankomen, geeft dit mij een voorsprong op de rest van mijn medelanders. Hierdoor kan ik mijn plan gaan trekken, voor anderen dat doet.

Jager-verzamelaar zijn is de toekomst. Regelmatig kijk ik naar programma’s over bushcraft. Hierin kan je zien hoe je kunt overleven in de wildernis zonder technische hulpmiddelen. Deze wetenschap ga ik verder uitdiepen om, wanneer de ijskappen helemaal gesmolten zijn, te kunnen overleven. De zeespiegel stijgt dan minstens negentig meter en om daar geen last van te hebben moet je behoorlijk ver weg trekken. Mijn voorkeur voor een nieuwe woonplaats is de Limousine in Frankrijk. Hier ben je niet té ver van de zee en in de bossen kan je jagen. Met mijn familie, vrienden en buren vormen we dan één stam en trekken daar gezamenlijk naar toe.

Omdat de beschaving, je moet maar durven om het zo te noemen, straks is verdwenen komt het op andere vaardigheden aan dan geld verdienen en dingen kopen. Zelf een makkelijk verplaatsbaar huis maken, jagen en verzamelen zijn dan de dingen die je moet kunnen.

Wat voor behuizing zullen we kiezen, vraag ik mij af. Van alle woonvormen die ik in de programma’s heb gezien vind ik de wigwam de meest handige. Van de middelen om te jagen vind ik de pijl en boog, wel handig. Daarbij neem ik, als back-up, de speerwerper erbij. De Aboriginals gebruiken dit met verbluffende resultaten zag ik op tv.

Na drie weken oefenen heb ik het aardig voor elkaar. De stokken van de wigwam heb ik gemaakt van jonge bomen die op een weiland staan. De volgende dag is hierover een groot artikel in de plaatselijke krant geplaatst met als kop: “Zeldzame, dure fruitbomen gekapt door vandalen.”

Hierdoor ben ik behoorlijk gepikeerd. Ze kunnen mij veel noemen, maar geen vandaal. Kortom veel drukte om niets, ik heb er wel wat van geleerd. Eerst nadenken welke boom geschikt is voor wat, want fruit kan je eten. Als bedekking op de stokken heb ik de dekens en de lakens van de kleinkinderen hun bedden genomen, iets waar mijn vrouw en dochter niet blij mee zijn.  Tijdens het oefenen met de speerwerper ging het hélémaal mis. De speerwerper die ik heb gemaakt is veel krachtiger dan ik dacht.

Ondanks de stompe punt van de speer en mijn, vermeende, zachte gooien doorboort hij toch de hond van de buren, die prompt dood neervalt. Voor ik hem kan wegmoffelen in de compostbak, hebben de buren het gezien en die beginnen tegen mij te zeuren. Voor het argument dat die hond voor meer vervuiling zorgt dan een heel Afrikaans, zijn ze niet gevoelig.

De groep mensen waarmee ik een stam wil vormen is door deze exercities wel steeds kleiner, maar aan zeurpieten heb je toch niets in de wildernis. Met mijn pijl en boog ben ik, bij gebrek aan wild, op de kat van de buren gaan oefenen. Na vier pijlen was het raak. Omdat een kat hetzelfde smaakt als een konijn kan ik ook oefenen om die smakelijk klaar te maken. Op het kampvuur, dat ik heb gemaakt, door stokjes over elkaar te wrijven, heb ik de kat gebraden. De buren willen niet eens proeven hoe lekker het is. Aan dat soort mensen heb je niets tijdens het overleven in de wildernis, dat is dus, net als de andere buren, geen gemis.

Een andere voedselbron dan vlees is vis. Op de tv zag ik hoe een aantal leden van een indianenstam, in Brazilië, vissen. Zij doen een gif in het water waardoor de vissen in ademnoot komen en aan de oppervlakte verschijnen. Ze vangen de vissen en eten die op. Ik denk nog, die eten voor een vermogen aan aquarium vissen op. De buurman van twee huizen verder heeft een vijver met een aantal vreemd gekleurde vissen daarin. Daar heb ik de truc met het gif uitgehaald. Omdat ik de planten niet heb waar de indianen het gif uithalen heb ik rattengif genomen. Het duurde niet lang voor alles dood was. Het werkt dus prima weet ik nu. De buurman bazelde iets over kooikarpers van tweeduizend euro per stuk, wat natuurlijk onzin is, want wie betaalt nou zoveel geld voor tien van die vreemd gekleurde vissen. Achteraf besef ik dat ik bezig ben het wiel opnieuw uit te vinden, want nog niet zo lang geleden werd dit nog op grote schaal in onze rivieren, door de chemische industrie, toegepast. In de programma’s vertelt iemand aan de mannen in het oerwoud dat in het westen mensen voor héél veel geld hengels kopen, geld betalen om te mogen vissen, vissen vangen en die weer teruggooiden in het water. De beide mannen beginnen te lachen om dit onzinnige gedrag tot de tranen over hun wangen lopen.

In de kersenboom van de buren zitten af en toe duiven. Die lijken mij ook wel lekker. Met de pijl en boog is het geen succes, daarom heb ik een slinger gemaakt. Dat is een geweldige ontdekking. Wanneer je mist raak je toch wat, aan het glasgerinkel te horen bij de achterburen verderop. De duiven schrikken op en gaan op het dak zitten. Nu kan ik mijn slinger echt goed proberen. De stenen die over het dak vliegen raken de auto’s in de straat hoor ik later. Die rotdingen zijn toch slecht voor het milieu vertel ik ze, maar luisteren, ho maar.

Na vier weken is mijn vrouw weggelopen en mijn kinderen, familie, buren en vrienden willen niets meer met me te maken hebben. Mijn stam blijkt uiteindelijk maar uit één persoon te bestaan, ik dus.

Belangstellenden kunnen zich nog aanmelden.

 

Wil je de eerste van je vrienden zijn die dit deelt?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *